woensdag 9 augustus 2017

Gebeurd

Zoveel is zeker, in de luttele seconden die ik nodig had om mijn fiets bij de apotheek te stallen is er iets veranderd. Gewoonlijk staan er fietsen van wachtenden, brommers en ook wel scootmobiels. Ondanks, of dankzij, de fietsklemmen staan die fietsen er meestal kris-kras door elkaar, want ze zijn niet van het gebruiksvriendelijke type, die klemmen bedoel ik. Ze liggen erbij als uit de kluiten gewassen spiegelend gepolijste springveren, maar iedere fiets die daarin wordt geklemd riskeert geheid een gemene slag in het wiel. Toen ik er arriveerde stonden er geen rijwielen, niet in de springveren of elders her en der. Overigens ook geen scootmobiels, scooters of bromfietsen. Kortom, het pleintje voor de apotheek is leeg op die ene, na de verbouwing overgebleven, nog betrekkelijk jonge plataan na. Ik ademde de benauwde middagstilte in en voelde bevreemding.
Even is er de gedachte dat de medicijnenwinkel gesloten is, misschien omdat er geen verkeer op de naastgelegen rotonde en aanvoerwegen is, op het moment dat ik er mijn fiets stal. Inderdaad, niet in een van die onvriendelijke springveren, maar veilig op de standaard. Het dichtschuiven van het slot wijst me op de heersende stilte. In de plataan fluit geen vogel en zelfs de wind houdt haar adem in. Deze stilte voelt onwerkelijk aan. Terwijl ik de fietssleutel in mijn broekzak laat glijden probeer ik naar binnen te kijken. Niets. De apotheek zou inderdaad gesloten kunnen zijn, maar al spoedig stel ik vast dat de automatische schuifdeur open staat.
Als ik door de deuropening stap en mijn volgbeurt-bonnetje uit de dispenser peuter, stel ik vast dat er inderdaad iets is gebeurd. Of liever gezegd, dat er, op mijn eigen acties na, niets gebeurt. Terwijl ik in een stoel ga zitten is het alsof ik in een schilderij van Edward Hopper ben beland, met dit verschil dat de bartender achter de toog van 'Nighthawks' actief is terwijl achter de balie van deze pillenwinkel helemaal geen personeel zichtbaar is.
Buiten mijzelf zijn er nog vijf klanten aanwezig. Een jongeman wacht aan de meest rechtse desk, hij draagt een vuilgroen T-shirt, zijn jeans hangt zo laag dat zijn rode boxershort ruim zichtbaar is, samen met een advertentie voor Calvin Klein. Uiterst links staat een grote vrouw voorzien van een woest grijsblonde haarbos. In haar nek een rode strik als van de samengeknoopte halsbandjes van een verwassen, onder haar jurk verscholen badpak, zodat zij de indruk wekt dat zij op weg is naar zoiets als de Groene Heuvels. Die indruk wordt versterkt vanwege de door haar strakke kleding benadrukte dubbele zwembandjes. Twee stoelen van mij af zit een oudere man. Blote voeten in badslippers, zijn korte broek toont magere kuiten, zijn ogen verborgen onder de klep van een donkerblauwe pet. Naast de deur staat klant nummer vier tegen de wand geleund. Hij draagt een overhemd met lange mouwen in een herkenbare print, waarbij de binnenkant van de knoopsluiting in een contrasterende bedrukking is uitgevoerd (ik kocht een vergelijkbaar hemd enkele jaren geleden bij Aldi!) Naast mij, gescheiden door een tafeltje, zit een jonge vrouw. Zij bestudeert de glanzend grijze tegelvloer. 
Niets roert zich, niemand laat zich horen. De tijd staat stil. 
Na een rondje over de balie en langs alle klanten laat ik mijn ogen op het informatiebord rusten. Zes minuten, de wachttijd is zes minuten. Dan springt de klok in mijn vizier en terwijl deze verspringt gebeurt van alles tegelijkertijd: waar de wind daarstraks haar adem inhield laat de vrouw aan de andere kant van het tafeltje die van haar ontsnappen, in een langgerekte zucht, klaaglijk, alsof zij zeggen wil, zo is het genoeg, verschijnen drie medewerkers vanachter medicijnkasten en aflegtafels en wandelen twee nieuwe klanten binnen.
Terwijl ik het laatste stuk van mijn hardloop-oefenrondje wandelend afleg denk ik terug aan dit tafereel vanwege die leeggedrukte pillenstrip in de berm langs de Tempelstraat.



1 opmerking:

  1. Mooi beschrev en,als het begin van een thriller. En wat ben ik het eens met je opmerking over het fietsenrek. Ik waag daar ook nooit m'n goeie fietswielen aan.

    BeantwoordenVerwijderen