Even is er de
gedachte dat de medicijnenwinkel gesloten is, misschien omdat er geen verkeer
op de naastgelegen rotonde en aanvoerwegen is, op het moment dat ik er mijn
fiets stal. Inderdaad, niet in een van die onvriendelijke springveren, maar veilig
op de standaard. Het dichtschuiven van het slot wijst me op de heersende stilte.
In de plataan fluit geen vogel en zelfs de wind houdt haar adem in. Deze stilte
voelt onwerkelijk aan. Terwijl ik de fietssleutel in mijn broekzak laat glijden
probeer ik naar binnen te kijken. Niets. De apotheek zou inderdaad gesloten
kunnen zijn, maar al spoedig stel ik vast dat de automatische schuifdeur open
staat.
Als ik door de
deuropening stap en mijn volgbeurt-bonnetje uit de dispenser peuter, stel ik
vast dat er inderdaad iets is gebeurd. Of liever gezegd, dat er, op mijn eigen
acties na, niets gebeurt. Terwijl ik in een stoel ga zitten is het alsof ik in
een schilderij van Edward Hopper ben beland, met dit verschil dat de bartender
achter de toog van 'Nighthawks' actief is terwijl achter de balie van deze
pillenwinkel helemaal geen personeel zichtbaar is.
Buiten mijzelf zijn
er nog vijf klanten aanwezig. Een jongeman wacht aan de meest rechtse desk, hij
draagt een vuilgroen T-shirt, zijn jeans hangt zo laag dat zijn rode boxershort
ruim zichtbaar is, samen met een advertentie voor Calvin Klein. Uiterst links
staat een grote vrouw voorzien van een woest grijsblonde haarbos. In haar nek een
rode strik als van de samengeknoopte halsbandjes van een verwassen, onder haar
jurk verscholen badpak, zodat zij de indruk wekt dat zij op weg is naar zoiets
als de Groene Heuvels. Die indruk wordt versterkt vanwege de door haar strakke kleding benadrukte dubbele zwembandjes. Twee stoelen van mij af zit een
oudere man. Blote voeten in badslippers, zijn korte broek toont magere kuiten,
zijn ogen verborgen onder de klep van een donkerblauwe pet. Naast de deur staat
klant nummer vier tegen de wand geleund. Hij draagt een overhemd met lange
mouwen in een herkenbare print, waarbij de binnenkant van de knoopsluiting in een
contrasterende bedrukking is uitgevoerd (ik kocht een vergelijkbaar hemd enkele
jaren geleden bij Aldi!) Naast mij, gescheiden door een tafeltje, zit een jonge
vrouw. Zij bestudeert de glanzend grijze tegelvloer.
Niets roert zich, niemand
laat zich horen. De tijd staat stil.
Na een rondje over de
balie en langs alle klanten laat ik mijn ogen op het informatiebord rusten. Zes
minuten, de wachttijd is zes minuten. Dan springt de klok in mijn vizier en
terwijl deze verspringt gebeurt van alles tegelijkertijd: waar de wind daarstraks
haar adem inhield laat de vrouw aan de andere kant van het tafeltje die van
haar ontsnappen, in een langgerekte zucht, klaaglijk, alsof zij zeggen wil, zo
is het genoeg, verschijnen drie medewerkers vanachter medicijnkasten en aflegtafels
en wandelen twee nieuwe klanten binnen.
Terwijl ik het
laatste stuk van mijn hardloop-oefenrondje wandelend afleg denk ik terug aan
dit tafereel vanwege die leeggedrukte pillenstrip in de berm langs de
Tempelstraat.
Mooi beschrev en,als het begin van een thriller. En wat ben ik het eens met je opmerking over het fietsenrek. Ik waag daar ook nooit m'n goeie fietswielen aan.
BeantwoordenVerwijderen