Op dat vreemde gevoel
na begonnen we aan deze dag als andere jaren. Op de fiets naar Nijmegen en een
korte wandeling naar de startpoortjes. Zoals altijd wenste de bewaker van de
fietsstalling onder Plein 1944 ons een plezierige wandel-dag, ruimden medewerkers
van de DAR – dat waren er weer veel, heel veel! – onverstoord de rommel op die bezoekers
van de Zomerfeesten de avond daarvoor achteloos achterlieten – dat was veel,
heel veel! – en werden we vanaf de eerste meters bemoedigend toegezongen door benevelde
studenten. Tot zover verschilde deze dag niet met eerste dagen van voorgaande
jaren.
Buiten de wetenschap
dat we ergens het wandellegioen zouden verlaten was er méér anders dan anders. Zoals
die oude man die zich bijna direct na ons aansloot bij de wachtenden voor een
van de startpoorten (omdat de groep dertig-kilometer-wandelaars dit jaar op
twee verschillende tijdstippen mochten starten verwachtten we ongeveer de helft
van vorig jaar, maar het leken er minstens evenveel!) De man sprak mij met zijn
stem én met zijn handen aan. Hoewel hetgeen hij sprak wel op Nederlands leek
verstond ik hem niet doordat zijn aanrakingen mij verwarden. Misschien begreep
hij uit mijn reactie dat ik hem niet verstond maar niet dat zijn aanrakingen
mij stoorden, want opnieuw waren daar zijn stem en zijn handen. Opnieuw miste
ik de inhoud van zijn boodschap en weer dwaalden zijn handen over mijn
bovenarmen en borst, en terwijl ik naar beleefde woorden zocht teneinde hem te zeggen
dat ik niet aangeraakt wilde worden, bedacht hij dat er nog wel tijd voor
koffie was. Daarin kon ik van harte met hem instemmen. Dat vond ook de oudere
vrouw die zo duidelijk aan Parkinson lijdt: ‘Hij hoort niet bij mij hoor!’
...onder de Sintbenedictuskerk en het Van de Valkhotel... |
We wisten dat er nog iets
anders is dan anders, daarop verheugden we ons wel. Deze eerste
dag wandelen we namelijk tegengesteld! Voor de eerste keer in de geschiedenis van
de Nijmeegse Vierdaagse is Oosterhout de eerste plaats op de route; beginnen we
als het ware met die door vele 4Daagse-deelnemers vermaledijde Oosterhoutsedijk
in plaats van daarmee te eindigen. Vanaf de Waalbrug zien we het wandellegioen
linksaf gaan, zien we voor de eerste keer het langgerekte lint over de Lentse
Warande langs de nevengeul van de Waal (de Spiegelwaal), als het ware onder de Sintbenedictuskerk
en het Van de Valkhotel doorkruipen. Magnifiek!
De Oosterhoutsedijk
lijkt korter dan anders. En ook het traject tussen Oosterhout en Slijk-Ewijk is
sneller afgelegd dan verwacht, evengoed voel ik mijn benen vollopen. Het
matrixbord kondigt nog eenentwintig kilometer aan. We legden er dus al twaalf af.
Bij de grote rustplaats houden we onze tweede stop. Riky in de rij voor de
toiletten, ik kan direct ‘aan de bak’. Daar schiet een been voor de eerste keer
in de kramp: plassen met een verkrampt been, het is een aparte ervaring. De
soep en het veldbed om op te zitten zijn dit keer van Franse militairen.
Heerlijk, allebei!
Nadat we bij de
uitgang van de rustplaats nog worden getrakteerd op een handje pinda’s en een
schijf watermeloen, wandelen we naar Valburg, vier kilometer verderop. Na de
controle loopt de spanning in mijn benen verder op en ben ik steeds verdacht op
spierkramp. Bij Elst, opnieuw vier kilometer verder, vinden Annemarie, Koen en
Sofie ons en ik mijn Waterloo.
Als we in de auto
zitten belt Timothy, Koen neemt op, luistert even en zegt: ‘We hebben ze al!’
Wat dapper om er dan tóch aan te beginnen. Stoppen; een nieuwe ervaring.
BeantwoordenVerwijderenDapper voelde ik mij niet, we hebben van iedere meter genoten! En inderdaad, uitstappen was nieuw voor mij. Het moment voelde weer aan als schoolverzuim!
BeantwoordenVerwijderen