Een paar uur geleden
dacht ik dat het vooral een nat trainingsrondje zou worden en overwoog ik om de
wekker maar weer af te zetten. Gelukkig heb ik dat niet gedaan want betere
weersomstandigheden dan vanmorgen kan ik mij niet wensen. En waar in mijn droom
geen einde aan een rotonde leek te komen, volgens mijn gsm deden we er al langer
over dan negen minuten en was het einde nog niet in zicht, ben ik voor ik het
in de gaten heb al toe aan de eerste wandelpauze. Deze drie minuten voeren me onder
meer langs het lapje grond van Thé waarop de maïs zo hoog is opgeschoten dat zijn
snel aftakelende directiekeet zich daar gemakkelijk in kan schuilen, als hij
zijn schande voor ons, argeloze hardlopers en andere voorbijgangers, wil
bedekken. Het is alsof deze keet, die Thé gebruikt om er handgereedschappen in
op te bergen, in vervallust wedijvert met het onderkomen van Herman even
verderop aan de Hommelstraat. Nog zo’n groot verschil vandaag: tussen hen, de
directiekeet en de schuilhut van Herman bedoel ik, ligt een grondstuk dat wéér
anders wordt gebrukt. In september 2013 werden er nog appels (kanzi) geplukt,
een prachtige tweede of derde oogst na aanplanting. Daarna lag het een jaar
braak voordat de nieuwe eigenaar er maïs op kweekte, vorig jaar aardappelen
(zie ‘Realist’). Nu staan er weer
fruitbomen, zoals we tot onze verrassing ontdekten tijdens een van de
wandelingetjes na onze laatste vakantie.
Vlak voor het weitje
van Herman begin ik aan het twaalf-minuten-deel. Terwijl ik hem passeer kauwt
hij een verse lading gras weg, stoer als een hooglandstier zijn kan. Zie je het
verschil?, vraag ik hem geluidloos, maar hij doet alsof het hem hoegenaamd niet
kan schelen dat ik weer hard kan lopen. Evengoed heb ik met hem te doen: nu
staat hij lekker buiten, maar spoedig als de zon hoger rijst zal hij de
beschutting van zijn onderkomen opzoeken (ik begrijp niet dat de eigenaar die
het houden van deze stier nota bene als liefhebberij ziet, niet op de gedachte
komt een schaduw werpende boom in zijn weitje te poten!)
Veel sneller dan
gedacht zit ik al in het zes-minuten hardloopblokje. Dat voelt anders dan het
eerste, ik kan nu echt voelen dat ik een inspanning leverde, bedoel ik; prima,
zo’n beetje pijn en vermoeidheid, het is op z’n minst een teken dat ik leef. In
dat verband wil ik nog even terug naar die directiekeet: ik suggereerde ‘als
hij zijn schande voor ons wil bedekken’, maar misschien wil hij dat helemaal niet. Misschien schaamt hij zich niet voor zijn ruïneuze
aanzien. Sterker nog, juist directieketen hebben geen schaamtegevoel. Wellicht.
Wat goed dat je weer begint met hardlopen!
BeantwoordenVerwijderenGoed zo oom! Kleine stapjes voorwaarts...
BeantwoordenVerwijderenVandaag (eigenlijk gistermorgen al) blijken het te grote stapjes te zijn geweest. De straf, spierpijn in benen, rug en één arm die niet wijken wil, komt na de zonde, maar in dit geval wist ik niet eens dát ik zondigde terwijl ik het deed!
VerwijderenVanmorgen heb ik mijn stappen drastisch moeten verkleinen. Blokjes van slechts drie, vier en twee keer twee minuten rennen afgewisseld met wandelpauzes van twee á drie minuten. Benieuwd hoe het morgenvroeg voelt!