dinsdag 16 september 2014

Dijkgeheimen

Een van de vanen staat er nog. Deze wijst naar Slot Doddendael, een van de monumenten die in het kader van Open Monumentendag afgelopen zaterdag en zondag bezocht kon worden, de tweede, dat bij het Dijkmagazijn Ewijk stond, is verwijderd. Toen ik er zondag met Riky langs wandelde, had ik nog geen idee waarvoor deze vaandels stonden. Er was een huisje op aangebracht, een kasteel zoals een kind dat zou tekenen. De enige twee woorden die ik kon lezen waren dijk en geheimen.
         Nu ik langs deze achtergebleven vaan ren zie ik de ouderwetse sleutel die bij het kasteeltje is weergegeven en de bijzondere wijze waarop de twee woorden zijn afgedrukt. Dijk in kapitalen en geheimen in handschrift daaronder: DIJK geheimen. De manier waarop het tweede woord is weergegeven, versterkt de intrinsieke waarde daarvan.
         Geheimen, een uitdagend en inspirerend woord.
         Onmiddellijk opent zich een luikje naar een herinnering, een kleine gebeurtenis tijdens mijn jeugd. Op weg van school naar huis vertelde ik aan mijn broer en een paar vrienden dat ik een geheim had. Waarom ik dat zei, of wat dat geheim inhield, dat weet ik niet meer. Wel herinner ik mij dat ik al snel doorhad dat het niet slim is, zeggen dat je een geheim bewaart. Mijn broer en mijn vrienden sprongen er op in als kippen op een haverkist. Zij probeerden alles wat bij hen opkwam om mij te bewegen mijn geheim met hen te delen. Smeken, slijmen, chanteren, het baatte hen niet. Ik wist, als ik hen hierin betrek is mijn geheim geen geheim meer. Maar de situatie was onhoudbaar.
         Volgens mij heb ik het geheim, geheim kunnen houden, maar zeker daarvan ben ik niet. Wat ik mij herinner is dat ik werd gered door een stier. Of liever gezegd, door de ballen van een stier. Het dier stond bij de noodslachterij aan een stevige paal vastgebonden. Vaker was ik, waren wij, getuige van dieren die werden geslacht. Dat was heel gewoon. Slachten werd nog niet weggestopt achter de muren van industriĆ«le bedrijven.
         De balzak van die stier was in onze ogen enorm. Die schreeuwde als het ware om commentaar van jongetjes van tien, van jongetjes die al iets van hun onschuld verloren. Dat apparaat was veel interessanter dan mijn geheim.
         Als tienjarige wist ik het al. Een geheim is iets dat voor anderen verborgen moet blijven. Het geldt vandaag nog steeds. Dat gaat niet op voor de miljoenennota. Het geheim daarvan is een eufemisme, het is juist de bedoeling dat de inhoud daarvan tijdig uitlekt, zodat wij, de burgers, een beetje kunnen wennen aan eventuele teleurstellende besluiten voordat de koning deze in zijn troonrede uitspreekt. Die troonrede moet overigens wel geheim blijven totdat de koning de tekst tijdens Prinsjesdag voorleest. Tot vanmiddag dus.
         Juist tijdens het voorlezen van de troonrede ontstaan geheimen. Waar? In de hoofden van de dames en heren die naar de koning luisteren. Deze geheimen leiden misschien tot daden, pas dan kan zo’n geheim uit de doeken worden gedaan. Dus, de politici luisteren naar de voornemens van de regering. Iets daarvan brengt hen op een idee. Dat idee houden zij natuurlijk onder de pet, totdat zij het omzetten in een voorstel.
         Nu ik dat zo bedenk, rennend over de Hommelstraat, weer op weg naar huis, begrijp ik plotseling waarom zoveel dames tijdens het voorlezen van de troonrede een hoed dragen. Dat gebruik is ontstaan omdat dames, gewoonlijk meer dan heren, gewend zijn over veel te praten. Uitgebreid te praten. Voor hen een extra risico dat zij hun ideeĆ«n, hun geheimen, ongewild verraden. Dat overkomt heren natuurlijk ook, maar dames hebben er iets op bedacht. Zij hebben als het ware een dijk opgeworpen, afleidende hoeden om zichzelf tegen het lekken van geheimen te beveiligen.
         Een dijk tegen geheimen: Dijkgeheimen!



Geen opmerkingen:

Een reactie posten