vrijdag 6 december 2013

Knalrood

Het ‘Heerlijk Avondje’ kreeg een rouwrandje. Gelukkig waren de kinderen toen al naar bed, dromend over hun geschenken: een computerspel, dat spannende boek of die prachtige pop waarnaar zij al zo lang verlangden. Wij kregen het voor het slapen gaan nog mee: Nelson Mandela is overleden. Een van de grootten uit onze jaren is heengegaan.
Het werd al lang verwacht. Madiba, zoals hij in Zuid-Afrika ook genoemd wordt, was moe; lichaam en geest opgebrand; verlangend naar volstrekte rust, waarin hij desondanks werd gedwarsboomd vanwege weer een fotoshoot: wij zagen daarvan met plaatsvervangende schaamte de beelden, terwijl hij ondanks zijn diepe vermoeidheid mild kon glimlachen. Wat ik vooral in Mandela bewonderde was zijn vergevingsgezindheid: niet omdat hij zijn onderdrukkers zo lief had maar als overlevingsstrategie, als middel om na zoveel donkere jaren evengoed blijdschap te kunnen ervaren, gelukkig te kunnen zijn. Ik geef het toe, het klinkt allemaal pathetisch maar het is evengoed wel waar. Hij vatte het zelf soms krachtig samen, zoals: “Sterke afkeer van mensen hebben is als het drinken van vergif en vervolgens hopen dat je vijanden eraan doodgaan”.
Ik ren over de Waalbandijk en peins over al deze dingen, en over Sinterklaas. Opnieuw valt er natte sneeuw, onder aanvoering van een stevige wind uit het noordwesten. Een flinke vlok, feitelijk een uitgebreide natte flats, lukt het de klep van mijn petje te ontwijken om het rechterglas van mijn bril te bedekken. Toch ontdek ik het donker silhouet van een grote vogel bovenop een lantaarnpaal. Denkelijk een buizerd. Zolang hij blijft zitten is dat niet goed te zien. Pas als ik zo ongeveer tegen de lichtmast aan ren vliegt inderdaad een buizerd op en laat de koninklijkheid van zijn gestalte zien. Hij vertrekt zonder zijn gebruikelijke mauwen en ik ren verder met een blij gemoed.
Naar mijn weten rende ik nog nooit eerder op een zesde december zo vroeg buiten. Sint heeft zijn pieten bijeen gegaard en is vertrokken. Ik ben terug in de warm gestookte woonkeuken van mijn jeugd. Daar worden wij, de kleinsten van de Dekkertjes vergaard. Van hen ben ik op twee na de oudste. We springen vol ongeduld op en neer. Het ruitje in de deur naar de huiskamer is veel te hoog. Eindelijk, we zijn er alle acht, behalve Willem, toen Wimpie want hij was nog maar een baby. Achter het glas verschijnt het grote lachende gezicht van Moe. Zij haalt de knip van de deur en wij verdringen ons door de opening. In een grote kring staan de huiskamerstoelen in de nog koude woonkamer. Staan ‘onze stoeltjes’ boordevol kleurrijk speelgoed. Wij roepen luid, zijn verbaasd over zoveel moois. Moe kijkt, met enkele oudere broers en zussen vertederd toe. Voor mij is er een Schuco-autootje, knalrood, en een groene voor Jan. Opwind- en bestuurbaar. Wij kunnen ze ook over een spiraaldraad laten rijden, mits de ondergrond niet te glad is.
Verbazing overheerste toen ik voor de eerste keer beelden van een zitting van de Zuid-Afrikaanse Waarheids- en Verzoeningscommissie zag, onder leiding van aartsbisschop Desmond Tutu. Enkele apartheidsslachtoffers deden hun verhaal en een ex-politieman biechtte verschrikkelijke door hem begane daden op. Het ging er bij tijd en wijle heftig aan toe, mooie en lelijke woorden vlogen door de ruimte, maar uiteindelijk verlieten allen, slachtoffers en dader(s), in vrede de bijeenkomst. In plaats van nog meer energie te verspillen aan het onderhouden van haat en zelfmedelijden, leerden zij hun geestkracht op verzoening en vrijheid richtten.
Hoe gaat het verder, zonder Nelson Mandela, zonder Sinterklaas? 
Wij hebben de boodschap van Madiba diep in ons opgenomen. Het is niet gemakkelijk, maar wij zien de voordelen van het overwinnen van angst, van het achterlaten van verbittering, haat en slachtofferschap. Zuid-Afrika gaat door. Mensen hebben de kracht de dingen beter te maken. Blank en zwart zal uiteindelijk volledig in elkaar opgaan en volkomen vrij zijn. En volgend jaar komt de Sint weer in Nederland aan, mét zijn pieten.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten