dinsdag 24 december 2013

Blaren

Geheel onbewust van de bijna vette pech die mij tijdens dit hardlooprondje gaat overkomen trek ik de voordeur achter mij in het slot.
Gisteren hebben wetenschappers van de Radbouw Universiteit in Nijmegen laten weten dat zij er in zijn geslaagd om met behulp van elektrische schokken herinneringen aan onplezierige foto’s bij enkele zwaar depressieve personen te verwijderen. Terwijl de wind mij woest over de Hommelstraat voort blaast – ik geef mij er maar zoveel mogelijk aan over, af en toe volstaat het om mijn voeten op te tillen –, herinner ik mij een foto die ik graag uit mijn brein wil laten verwijderen. Er zijn echter een paar problemen. Zo zijn er meer mensen die deze foto hebben gezien. Wie allemaal? En hoe krijg ik hen zover om de herinnering daaraan ook bij hen te laten wegnemen? Het belangrijkste bezwaar is dat ik bang voor stroomstoten ben. Op het moment dat ik dit tegenover mijzelf beken loeit de wind spottend en treft mij met een felle plaagstoot in mijn rug. Daarboven hoor ik iets murmelen maar kan het niet verstaan.
Na de eerste haakse bocht naar links krijgt de wind volledig vat op mij. Met moeite kan ik in een min of meer rechte lijn rennen. De stevige essen zwaaien als stijve rietstengels in een zwakke bries. Hun luwte rukt mij een stukje naar links om vervolgens weer stevig door de wind te worden gecorrigeerd. Ik herinner mij de boerderijen langs de Spanbroekerweg: die namen alle wind weg en deden je voor even het geweld vergeten. Het precieze moment van de volgende stoot zag noch voelde je aankomen. Meestal had je geluk en hervond je weer snel je evenwicht. Minstens een keer ging het fout en belandde een vlieggewicht zoals ik was, met fiets en al in een sloot.
Als ik niet verleid zou zijn om naar rechts te kijken, naar een donkerblauw bedrijfswagentje die geparkeerd staat in de dam die toegang geeft tot het land van Thé, dan zou het misschien niet zijn gebeurd. Maar ik doe het wel, nieuwsgierig als ik ben om te zien of Thé al zo vroeg naar zijn landje kwam. Op het moment dat ik boom nummer zes passeer, krijgt een lang aanhoudende heftige rukwind stevig vat op mij. Dank zij mijn contactlens zie ik vanuit een ooghoek mijn bril wegzeilen, de overkant van de weg bereiken om in de brede berm te landen. Nog net voor de sloot, meen ik.
Op ditzelfde moment herinner ik mij de overweging die ik nog maar iets meer dan een uur geleden in de badkamer maakte. Ook daar manifesteerde de wind zich nadrukkelijk door met grote regelmaat de opgerolde blinderingen te laten rammelen. Misschien moet ik mijn bril maar thuis laten!
Wie zich brandt moet op de blaren zitten! Ik gaf geen gevolg aan die impuls en zie nu mijn bril heen zeilen. Een dingetje van niks, qua gewicht bedoel ik. Titanium, kunststof en dubbelfocusglazen. Voorzichtig stap ik de berm in, inschattend waar dat ding zou zijn geland. In gedachten hoor ik het knerpende geluid van plettend kunststof en glas. Voor ik een voet verzet controleer ik met mijn handen het stukje begroeiing. Een paar keer kijk ik om mij heen of ik hulp mag verwachten van mensen met betere ogen dan die van mij.
Minstens vijf minuten speuren, tasten, wanhopen – ligt hij toch in de sloot?; kan ik de verzekering inschakelen? Dan zie ik hem! Aan de rand van mijn rechterschoen. Gelukkig! Ik berg hem zorgvuldig op, rits de jaszak dicht en beleef nog een paar stormachtige momenten langs de dijk voordat ik de voordeur weer van het slot haal.
Terwijl ik Riky in de keuken tegenkom zegt zij: “Goed dat jij je bril thuis hebt gelaten!”
Kan dit voorval ook uit mijn brein worden geëlektrocuteerd? 

1 opmerking:

  1. Ik ben ook blij dat je, je bril had thuisgelaten en ik weet niet of je dit geheugen ooit zou wissen door de stroom als dat gebeurt

    BeantwoordenVerwijderen