Gaat dat vandaag misschien
gebeuren?
Toen er nog niets aan
de hand was, toen ik nog tweemaal per week ongehinderd naar Ewijk, Winssen of
Deest kon rennen, passeerden we elkaar meestal ergens op de Waalbandijk. Onze
communicatie ging nooit verder dan een groet. Na verloop van tijd kon ik aan
zijn manier van groeten horen dat hij mij herkende zoals ik hem. John hoorde min
of meer bij de vaste waarden van mijn hardlooprondjes, hij en anderen waaronder
de broertjes uit Ewijk.
Steeds als ik John
tegenkom of passeer verbaas ik mij over zijn hoge bewegingsritme en zijn wandelsnelheid.
Zoals altijd krijg ik de indruk dat hij zich haast, dat hij op een bepaald
tijdstip thuis moet zijn maar helaas te laat van start is gegaan, of de voor
zijn wandeling benodigde tijd verkeerd heeft ingeschat. Meestal draagt John een
wollen muts als het zo koud is als vandaag. Deze keer heeft hij de capuchon van
zijn donkerblauwe winterse jopper over zijn hoofd getrokken. Van de keren dat
ik hem in het gezicht kon zien weet ik dat hij een uitgesproken rimpelig gelaat
heeft. In dat rommelige gezicht vallen vooral zijn kin en zijn geprononceerde
neus op, die gespikkeld is als een nog onrijpe aardbei.
We kunnen elkaar al
bijna in de ogen zien. Terwijl ik aanstalten maak om de straat over te steken zodat
ik hem kan aanspreken, klinkt het waarschuwende gerommel van een vrachtwagen.
Over mijn schouder zie ik een groengele Dar-vrachtwagen
die vandaag groenafvalcontainers komt legen. De chauffeur van de vuilniswagen
neemt gas terug en rijdt tussen ons door. Hij wordt gevolgd door een tractor
met aanhanger van het nabije loonwerkersbedrijf en weer daarachter een kleine
zwarte Daihatsu. Ik heb er niet op gewacht. John ook niet, waarom zou hij? Hoe
dan ook, nu de optocht eindelijk voorbij is zijn John en ik elkaar al ruim gepasseerd,
ditmaal zelfs zonder te kunnen groeten!
Ik ren al een poosje
op de Waalbandijk en ben nog steeds bij John, me afvragend waarom ik niet de
moeite nam om die paar meters terug te rennen, als een zwarte kraai vanwege
zijn afwijkende verenpak mijn aandacht vraagt. Links en rechts van zijn stuitje
heeft het grote witte vlakken en ook een deel van de staart is wit. Op het moment dat hij
opvliegt zie ik dat de onderste delen van beide vlerken grotendeels wit
zijn als van een ekster. Is er een ekster met de vader of moeder van deze kraai
vreemdgegaan? Is dit een hybride-vogel, het resultaat van een vrijage tussen
twee aparte soorten? Is dit een krekster?
Jammer dat ik weer niet
de moeite nam John aan te spreken. Dan had ik hem bijvoorbeeld kunnen vragen of
hij de Ewijkse broers heeft gezien, hem kunnen vragen of hij Joop en Harry bij
de eerstvolgende gelegenheid mijn groeten wil overbrengen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten