vrijdag 15 december 2017

Menselijkheid

Grijs is de overheersende kleur deze morgen ondanks de zon inmiddels boven de horizon zal staan. De sombere ochtend past goed bij het nieuws dat gisteravond door Nieuwsuur werd gebracht. Rennend over de Hommelstraat nader ik twee mannen die elkaar bijpraten terwijl hun huisdieren onrustig rond hun benen draaien. Bijpraten? Misschien bediscussiëren zij het gruwelijke nieuws dat gisteravond over ons werd uitgestort. Misschien, maar zij kunnen het net zo goed over de leeuw hebben die een leeuwin doodbeet, een nieuwsfeit dat twee dagen geleden de voorpagina van de Gelderlander domineerde. Tijdens het korte moment waarin ik hen passeer voel ik de neiging me in hun gesprek te mengen, met hen te delen hetgeen mij bezighoudt. 
Volgens het hoofd noodhulp van Artsen zonder Grenzen zijn er in Myanmar duizenden Rohingya vermoord en dat zijn er vele malen meer dan officiële dodental van vierhonderd dat de Myanmarese overheid noemt. Een aangeslagen jongen vertelde dat hij moest rennen voor zijn leven. Zag hoe Myanmarese militairen met machinegeweren op de bevolking schoten. Het regende kogels terwijl hij tussen de huizen van zijn dorp doorrende. Hij maakte mee hoe zijn moeder en zusjes werden verkracht en gedood en zag de lichamen van vrouwen met doorgesneden kelen, afgesneden borsten en afgehakte handen en benen, zag hoe mensen in hun eigen huizen werden opgesloten en hoe die vervolgens veranderd werden in brandende fakkels. Wij, veilig in onze comfortabele stoelen, zagen in een uitzending van Nieuwsuur beelden, en hoorden getuigenverslagen van meer dan gruwelijke geweldsmisdrijven gepleegd door legereenheden en gericht tegen Rohingya, weliswaar een etnische groepering maar evengoed de eigen Myanmarese bevolking. Stuk voor stuk voorbeelden van beestachtige menselijkheid. Ik kan slechts huilen terwijl een moeder mij vertelt hoe haar kind door een soldaat in een brandende stapel hout werd gegooid, alvorens haar te verkrachtten. Een dokter van Artsen zonder Grenzen zei het niet precies met die woorden, maar dat was wel de strekking van haar getuigenis.
We waren nauwelijks bekomen van de afschuw die we voelden tijdens het bekijken van het eerste deel van de documentaire ‘In het spoor van IS’, maandagavond. Verwoesting, verminking, verkrachting. Sinan Can toonde beelden en vertelde bewogen, soms geheel ontdaan bij de beelden van zijn reis door oorlogsgebieden in Irak en Syrië. Ik voelde plaatsvervangende pijn bij de in mijn hoofd opgeroepen beelden waarin soms zelfs kinderen worden onthoofd of gekliefd om vervolgens achteloos, als overbodige rommel, te worden achtergelaten. 
Voorbeelden van losgeslagen menselijkheid, beestachtige menselijkheid. En de wereld, wij, kijkt werkloos toe. Machteloos misschien, maar voor de mensen die het overkomt moet dat wel onverschilligheid lijken. Zij, de verlatenen, slachtoffers van ondenkbare verschrikkingen, geloven niet langer in een uitweg, zij zijn volkomen murw geslagen. Welke toekomst is er nog voor hen? Voor kinderen die ouderloos achterblijven?
Mensen die hun medemensen in een diep lijden storten, alleen omdat zij zich anders gedragen of andere opvattingen hebben. Hoe oud zal ik geweest zijn. Acht, negen, of misschien tien? Toen al probeerde mijn onderwijzer mij en mijn klasgenoten te waarschuwen voor dergelijk ontmenselijkend gedrag van gewone mensen. Nooit zal ik vergeten dat deze schoolmeester beweerde dat de mens het gevaarlijkste roofdier op onze aarde is. Ik moest hem wel geloven, hij was tenslotte mijn meester, maar deed dat niet. Integendeel, ik voelde woede opborrelen maar was onmachtig daaraan uiting te geven.
Na de lagere school werd ik langzaam maar zeker de wereld van de volwassenheid ingetrokken en wist dat mijn onderwijzer gelijk had. Helaas! Wij mensen zijn niet alleen in staat medemensen te vernietigen, maar zelfs de enige wereld waarop we leven!
Er gebeurde overigens evengoed iets wondermoois tijdens mijn hardlooprondje, want zo is het leven!


Geen opmerkingen:

Een reactie posten