Volgens het hoofd
noodhulp van Artsen zonder Grenzen zijn er in Myanmar duizenden Rohingya
vermoord en dat zijn er vele malen meer dan officiële dodental van vierhonderd
dat de Myanmarese overheid noemt. Een aangeslagen jongen vertelde dat hij moest
rennen voor zijn leven. Zag hoe Myanmarese militairen met machinegeweren op de
bevolking schoten. Het regende kogels terwijl hij tussen de huizen van zijn
dorp doorrende. Hij maakte mee hoe zijn moeder en zusjes werden verkracht en
gedood en zag de lichamen van vrouwen met doorgesneden kelen, afgesneden
borsten en afgehakte handen en benen, zag hoe mensen in hun eigen huizen werden opgesloten en hoe die
vervolgens veranderd werden in brandende fakkels. Wij, veilig in onze comfortabele
stoelen, zagen in een uitzending van Nieuwsuur
beelden, en hoorden getuigenverslagen van meer dan gruwelijke geweldsmisdrijven
gepleegd door legereenheden en gericht tegen Rohingya, weliswaar een etnische
groepering maar evengoed de eigen Myanmarese bevolking. Stuk voor stuk
voorbeelden van beestachtige menselijkheid. Ik kan slechts huilen terwijl een
moeder mij vertelt hoe haar kind door een soldaat in een brandende stapel hout
werd gegooid, alvorens haar te verkrachtten. Een dokter van Artsen zonder
Grenzen zei het niet precies met die woorden, maar dat was wel de strekking van
haar getuigenis.
We waren nauwelijks
bekomen van de afschuw die we voelden tijdens het bekijken van het eerste deel
van de documentaire ‘In het spoor van IS’, maandagavond. Verwoesting,
verminking, verkrachting. Sinan Can toonde beelden en vertelde bewogen, soms geheel
ontdaan bij de beelden van zijn reis door oorlogsgebieden in Irak en Syrië. Ik
voelde plaatsvervangende pijn bij de in mijn hoofd opgeroepen beelden waarin
soms zelfs kinderen worden onthoofd of gekliefd om vervolgens achteloos, als
overbodige rommel, te worden achtergelaten.
Voorbeelden van losgeslagen
menselijkheid, beestachtige menselijkheid. En de wereld, wij, kijkt werkloos
toe. Machteloos misschien, maar voor de mensen die het overkomt moet dat wel onverschilligheid
lijken. Zij, de verlatenen, slachtoffers van ondenkbare verschrikkingen, geloven
niet langer in een uitweg, zij zijn volkomen murw geslagen. Welke toekomst is
er nog voor hen? Voor kinderen die ouderloos achterblijven?
Mensen die hun
medemensen in een diep lijden storten, alleen omdat zij zich anders gedragen of
andere opvattingen hebben. Hoe oud zal ik geweest zijn. Acht, negen, of
misschien tien? Toen al probeerde mijn onderwijzer mij en mijn klasgenoten te
waarschuwen voor dergelijk ontmenselijkend gedrag van gewone mensen. Nooit zal
ik vergeten dat deze schoolmeester beweerde dat de mens het gevaarlijkste
roofdier op onze aarde is. Ik moest hem wel geloven, hij was tenslotte mijn meester,
maar deed dat niet. Integendeel, ik voelde woede opborrelen maar was onmachtig
daaraan uiting te geven.
Na de lagere school
werd ik langzaam maar zeker de wereld van de volwassenheid ingetrokken en wist
dat mijn onderwijzer gelijk had. Helaas! Wij mensen zijn niet alleen in staat
medemensen te vernietigen, maar zelfs de enige wereld waarop we leven!
Er gebeurde overigens
evengoed iets wondermoois tijdens mijn hardlooprondje, want zo is het leven!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten