Mijn liefde voor het
lezen ontstond door een boek dat verhaalde over de reis van een Sami-gezin,
vader en moeder en een pasgeboren kind. Vanwege de geboorte van dat kind konden
zij de rendierkudde niet volgen op hun jaarlijkse voedseltrek, maar trokken
later in het spoor van de kudde, hun stamleden achterna. Soms mochten wij van
meester Van Gemert vrij tekenen, lezen of een ander nuttig schoolwerkje doen.
Meestal wilde ik tekenen, maar niet op de dag waarop mijn lezende toekomst
begon. Misschien heb ik gedacht ‘nu moet ik maar eens een echt boek lezen!’, toen
ik het tamelijk dikke exemplaar uit de wandkast trok.
In mijn beleving werd
ik reeds op de eerste pagina door een angstige nieuwsgierigheid gegrepen, begon
in die eerste alinea’s al een woeste achtervolging: de rendieren die de slee
door de diepe sneeuw trokken hadden duidelijk last van de harde wind waardoor het
voertuig heftig slingerde en de glijders over bevroren sneeuwranden bonkten. De
man trok stevig aan de leidsels van het rendierspan om het gevaarte in het
spoor te houden terwijl de vrouw een korf met daarin haar in een deken
gewikkelde kind zorgzaam tegen zich aantrok, ervoor zorgend dat het niet over
de rand van de slee zou kieperen. Boven de aanwakkerende wind klonk het gehuil
van wolven. De rendieren werden onrustig en begonnen te snuiven. De jonge vader
spoorde zijn dieren tot groter spoed aan. Eerst klinkt het angstaanjagende
geluid nog ver weg en vuurt de man het span aan tot grotere snelheid. Maar allengs
klinkt het gehuil dichterbij en overvalt angst de mensen in de slee en de
dieren in het tuig. Plotseling stonden deze met een schok stil en bijna op hetzelfde
moment verscheen over de heuvelrand een troep wolven. Dol van schrik begonnen
de rendieren te rennen en trokken daarbij in een woeste vaart de bijna kantelende
slee met zich mee de heuvel af…
Het duurde vele
pagina’s voordat het mij duidelijk werd dat zij het tegen dit pak woeste
roofdieren zouden moeten afleggen. En het was bovendien helder dat ik het boek wel
uitlezen moest! Dat vrije uurtje was daarvoor echter veel te kort. Mag ik het boek
mee naar huis nemen? Geen denken aan! Meester raadde mij aan om het bij de uitleenbibliotheek
in het dorpshuis te halen. Dat kon op zondag na de hoogmis. Zo ontdekte ik niet
alleen dat een boek lezen een wonderbaarlijke belevenis is (je leest niet
alleen het verhaal, maar beleeft het mee!), maar ook kasten vol boeken die ik
zomaar lenen mocht!
Dat eerste boek dat
ik van kaft tot kaft las, heeft mij nooit meer verlaten. De herinnering
daaraan, bedoel ik. Een paar jaar nadien heb ik het gezocht omdat ik het zo
graag nog eens lezen wou. In bibliotheken en(tweedehands) boekwinkels zocht ik, en
nog weer later via internet. Tevergeefs. De titel en de naam van de auteur waren
en zijn mij helaas nog steeds ontschoten.
Tegenwoordig hebben
we eigenlijk geen boek nodig om te kunnen griezelen. Zelfs Stephen King
kan met zijn verhalen niet concurreren met de werkelijkheid. Neem nou die
moordpartij in Las Vegas. Of hoe is omgegaan met de onafhankelijkheidwens
van een deel van Spanje, zodat wij nu angstig de ontwikkelingen in een Europees
land afwachten. Overigens, ik durf beweren dat onder leiding van Eberhard van
der Laan, die gisteravond veel te vroeg is overleden, deze al dan niet
gerechtvaardigde wens van de Catalanen in goede banen zou zijn geleid!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten