Het allereerste
morgenlicht werkte ontnuchterend. Vooral toen het geluid van regendruppels op
het dak me liet weten dat het een nat hardlooprondje worden zal. Die
Veluwe-wolf ga ik niet ontmoeten, zei ik tegen mijn spiegelbeeld terwijl ik me
stond te scheren. In zekere zin gaf De
Gelderlander mij ongelijk: toen ik de krant van de mat raapte stond ik oog
in oog met het prachtige portret van canis lupus. Voorlopig moet ik het doen
met het gebruikelijke spul als eksters en kraaien en als om dit vermoeden te
onderstrepen, scheren drie kraaien over het dak van Ria’s huis waar ik net aan
voorbij ren, om in een boomkruin te landen vanwaar zij mij trakteren op een felle
scheldkanonnade. En dat noemt zich zangvogel!
Over kraaien
gesproken, mooi zingen ze weliswaar niet, maar ze zijn veel mooier dan ik tot
voor kort dacht, die zwarte lastpakken. Een paar dagen geleden kreeg ik de kans
er een te observeren. Hij zat op zo’n vijf meter afstand en werd door de zon
belicht als door een fotografenspotlight. Of deze kraai had helemaal niet door
dat ik zo dicht bij hem stond of hij deed alsof. Ik denk dat het een pose was want
kraaien zijn buitengewoon slim! Hoe dan ook, wij konden elkaar op ons gemak en ongegeneerd
bekijken. En toen zag ik het. Toen zag ik dat deze vogelsoort die we vaak zwarte
kraai noemen, niet volledig zwart is. Het zonlicht toverde prachtige bronsgroene
vlekjes uit zijn zwarte borstveren zodat hij de uitstraling van een spreeuw
kreeg.
Foto: de Gelderlander 20-10-17 |
Nu schiet me ineens
te binnen wanneer wij elkaar bekeken, die kraai en ik. Dat was op de dag dat De Gelderlander bekend maakte dat
lokmiddelen weer zijn toegestaan bij het jagen op kraaien en kauwen. Daarmee
spelen jagers in op de slimheid van deze vogels. Zij maken hen nieuwsgierig met
lokvogels, fluitjes of voer en deze laffe jagers schieten hen af als zij zich te
dicht bij wagen. Ik weet nog dat ik aan dit slechte nieuws dacht, toen ik deze
prachtige kraai van zo dichtbij bewonderen mocht.
Mijn weerzin tegen
jagers, die ik al had vanaf de eerste keer dat ik het liedje over de drie parmante
haasjes hoorde, is toegenomen nu ik weet hoe mooi kraaien in wezen zijn. Net
zoals wolven. Naast hun schoonheid hebben zij meer gelijkenissen. Ze zijn
beiden geïnteresseerd in aas en afval maar zijn gek op levende prooi. Voor de
een zijn dat insecten en kleine vogeltjes de ander jaagt (in roedelverband) graag
op grotere prooidieren maar een schaap of een kip maakt bij hem al helemaal
geen kans. Koeien en schapen en kippen vormen het probleem bij de komst van de
wolf naar ons overbevolkte land. Deze landbouwdieren maken van Nederland een waar
Luilekkerland voor wolven! En met de komst van wolven zal (helaas) ook het
aantal jagers toenemen.
Kortom, mooie,
prachtige Veluwe-wolf, hoe graag ik je ook zie, als je verstandig bent blijf je
verre van hier. En bovendien, volgens de gemeentewet mag je niet on-aangelijnd
in de Beuningse uiterwaarden rennen. En een baasje die zo gek of lief is om jou
regelmatig uit te laten, die vind je niet.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten