Nu ren ik over de
Hommelstraat. De zon is een half uur geleden opgegaan en ondanks dit vroege uur,
is er niet veel ruimte in mijn hoofd omdat ik helemaal in beslag word genomen
door nieuwsfeiten zoals de vondst van het lichaam van Anne Faber en de formatie
van het nieuwe kabinet waarmee Mark Rutte vandaag aan de slag gaat.
De kleuterschool kwam
in mijn leven toen de bewaarschool werd afgebroken. Misschien moet ik het
anders zeggen: omdat de nieuwe kleuterschool af was werd de oude paardenstal afgebroken
waarin de bewaarschool tijdelijk was ondergebracht. In een kring. In het
centrale gedeelte van dat nieuwe gebouw zat ik met andere kinderen min of meer
in een kring en probeerde zo onzichtbaar mogelijk te zijn om de aandacht van de
in het zwart geklede vrouw met die wijde witte kap om haar gezicht, niet op
mij te vestigen.
Mijn hoofd moet wel getold hebben van alle nieuwe dingen: de namen van al die klasgenootjes waren langs gekomen en we hadden samen liedjes gezongen. Hoe dan ook, ik zat met een verlaten gevoel in de kring en voelde dat thuis ver verwijderd was; ik zag het kerkje aan het einde van het pad en in mijn fantasie zag ik rond ons huis witte lakens aan de waslijnen wapperen en mijn moeder in de keuken bezig aan een of ander werkje. Dat vertrouwde beeld werd weggevaagd door de angstaanjagende vrouw met die wijde witte kap om haar hoofd. Zij gaf ons vilten en prikpennen en liet ons zien wat we daarmee moesten doen. Ik kreeg een plaatje van een kip maar het kan ook een bloem zijn geweest, dat nog ingekleurd moest worden. Daarna gaatjes prikken met een stompe naald die het papier diep in het vilt drukte voordat de punt erdoorheen ging. Het kon niet anders of dat plaatje kwam er rommelig uit en het geheel werd nog slordiger toen ik het eindelijk op een ander vel papier had geplakt.
1969 en daarmee de komst van Pritt was nog ver weg. Een kwastje en een potje lijm, daarmee moesten we het voorlopig doen. Ik weet nog dat die lijm overal zat en dat ik niet begreep waarom we die kip of die bloem niet direct op dat vel papier mochten tekenen. Daardoor heb ik plakken en knippen nooit een prettig werkje gevonden. Dus toen wij, Timothy, Jesse en ik, op de eerste avond van onze vakantieweek een cadeautje van Riky uitpakten en daarin een schrift en pennen vonden, was ik niet teleurgesteld dat Riky vergat lijmstick en schaar daarbij in te pakken. Haar opdracht was helder, dus schreven wij iedere dag trouw onze verhalen en verzamelden foldermateriaal om later daaruit plaatjes te kunnen knippen. Na die fantastische week gingen we weer ieder onze eigen weg en kreeg Riky een vakantieschrift dat nog niet af was.
Mijn hoofd moet wel getold hebben van alle nieuwe dingen: de namen van al die klasgenootjes waren langs gekomen en we hadden samen liedjes gezongen. Hoe dan ook, ik zat met een verlaten gevoel in de kring en voelde dat thuis ver verwijderd was; ik zag het kerkje aan het einde van het pad en in mijn fantasie zag ik rond ons huis witte lakens aan de waslijnen wapperen en mijn moeder in de keuken bezig aan een of ander werkje. Dat vertrouwde beeld werd weggevaagd door de angstaanjagende vrouw met die wijde witte kap om haar hoofd. Zij gaf ons vilten en prikpennen en liet ons zien wat we daarmee moesten doen. Ik kreeg een plaatje van een kip maar het kan ook een bloem zijn geweest, dat nog ingekleurd moest worden. Daarna gaatjes prikken met een stompe naald die het papier diep in het vilt drukte voordat de punt erdoorheen ging. Het kon niet anders of dat plaatje kwam er rommelig uit en het geheel werd nog slordiger toen ik het eindelijk op een ander vel papier had geplakt.
1969 en daarmee de komst van Pritt was nog ver weg. Een kwastje en een potje lijm, daarmee moesten we het voorlopig doen. Ik weet nog dat die lijm overal zat en dat ik niet begreep waarom we die kip of die bloem niet direct op dat vel papier mochten tekenen. Daardoor heb ik plakken en knippen nooit een prettig werkje gevonden. Dus toen wij, Timothy, Jesse en ik, op de eerste avond van onze vakantieweek een cadeautje van Riky uitpakten en daarin een schrift en pennen vonden, was ik niet teleurgesteld dat Riky vergat lijmstick en schaar daarbij in te pakken. Haar opdracht was helder, dus schreven wij iedere dag trouw onze verhalen en verzamelden foldermateriaal om later daaruit plaatjes te kunnen knippen. Na die fantastische week gingen we weer ieder onze eigen weg en kreeg Riky een vakantieschrift dat nog niet af was.
Hier in de
Hommelstraat kan ik niet aan prikken en plakken denken. Al die nieuwsfeiten
verhinderen dat en omdat ook het hardlopen zelf niet zo goed gaat, in ieder
geval heel wat minder goed dan afgelopen dinsdag, zie ik de omgeving wel maar
komt ook daarvan niets bij mij binnen. Naast alle nieuws zijn daar ook nog de verjaardag
van mijn broer Jan en spookt mijn zus Tiny die ernstig ziek is, door mijn hoofd,
hoewel Stefan gisteravond berichtte dat zijn moeder nu weer aardig opknapt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten