vrijdag 29 september 2017

Aai

Deze dagen keer ik geregeld terug naar de alm waar ik op 12 september samen met onze zonen Timothy en Jesse, in de stromende regen door de koeienstront baggerde (ondanks de regen en de blubber was het een prachtige wandeling die ik niet licht zal vergeten). Het is een bijkomend voordeel bij het maken van een fotoboek. Niet de stront natuurlijk, maar het versterken van herinneringen. De verse mest, die met hulp van overvloedige regen en modder door de koeien tot een smeuïge brei was getrapt, lag precies voor het draaipoortje waardoor wij moesten gaan. Misschien bedoelden zij daar iets mee te zeggen, de koeien. Niet in negatieve zin, geloof ik, want de boerin van de kleine zomeralm-boerderij, Halsalmhütte genaamd, knuffelt haar koeien tweemaal per dag. 
Een beetje boer bij ons in Nederland bedenkt het niet zijn of haar koeien te knuffelen, laat staan tweemaal per dag. Dat te doen zal ook niet meevallen; uit een berichtje op NU.nl leer ik dat het gemiddeld aantal melkkoeien per bedrijf vorig jaar steeg naar zevenennegentig. En hoe meer melkkoeien er per bedrijf worden gehouden, hoe vaker staan deze dieren het hele jaar door in de stal. 
(foto: Jesse)
Nooit eens naar buiten, altijd in halfduistere ruimten bezig met het vreten van uitgekiend voer, altijd doende zoveel mogelijk melk of vlees te produceren. Wat voor leven hebben boerderijdieren tegenwoordig? Dat kunnen we hen niet vragen want dieren gebruiken geen woorden. Bijna alles wat een koe bezighoudt gaat langs ons heen. Apparaten meten weliswaar bij de melkgang hoe het met hen gaat, maar dan moeten we daar wel bij bedenken dat de gegevens waarin de boer is geïnteresseerd uitsluitend de productiviteit betreffen. Of de koe tevreden is en lol heeft in haar leven, daar wordt haar niet naar gevraagd.
Ik luisterde goed naar de boerin van de Halsalmhütte terwijl ik van een kom warme melk met honing genoot. Ieder van haar koeien kent haar eigen naam. Die namen eindigen allemaal op een lettergreep die klinkt als Aai. Volgens haar onderscheiden koeien de klank van die lettergreep goed van de andere klanken van de menselijke stem. En om te demonstreren dat zij naar hun naam luisteren noemt zij, zonder haar stem te verheffen, een van de drie kalveren die vanwege het slechte weer net zoals wij beschutting in de stal vinden, bij haar naam. Wij verstaan haar niet, maar een dier strekt haar oren en draait haar kop in onze richting. Het is nog erg jong en zoals haar soortgenoten onbekwaam woorden te spreken, evengoed herkent zij haar naam. Bij ons krijgen koeien ook een naam, dat was tenminste zo in de tijd dat ik kind was en ook nog toen Martine Bijl zich in een lied afvroeg: ‘Hoe zou ’t met Roza zijn?’ Maar of Marietje Acht die op de boerderij van Emma werd gehouden haar naam kende, ik weet het niet.
Daar op de alm hebben alle volwassen koeien, waarvan er zeven worden gemolken, een bel om hun nek. Zij komen tweemaal per dag naar deze stal om te worden gemolken. De boerin bedankt nadien iedere koe voor haar gave. De een wordt daarbij graag achter haar oren gekroeld, een ander wacht net zolang tot zij een stuk brood krijgt en een derde legt haar kop liefst op de schouder van de boerin om zo een dutje te doen, totdat zij bijna onder het gewicht van die koeienkop bezwijkt. En binnenkort, op het einde van de zomerperiode na een verblijf van vier maanden op de alm, gaan zij in feestelijke optocht naar het dal.
Joggend over de Hommelstraat zie ik het voor mij, het vieren van Almabtrieb: de dieren versierd met kleurrijke bloemen, koebellen klingelen vrolijk door elkaar. Als ik Roza was, of Marietje Acht, dan wist ik het wel, dan zou ik naar de Halsalm-boerderij emigreren.


1 opmerking: