Het
verhaal van mijn collega van weleer deed mij denken aan mijn eigen dansvloer-afgang
en aan een belangrijke les waarmee ik mijn ongelukje had kunnen voorkomen, mits
die les op de dansschool geleerd zou zijn. In plaats daarvan werd ons bijvoorbeeld
verteld: ‘de werkelijk welopgevoede man
zal zich af en toe ook eens over de muurbloempjes ontfermen’ (1939, Amy Groskamp-ten
Have). In de dansklas werd ons destijds dezelfde boodschap in iets andere
bewoordingen meegegeven.
Dat
je een dame nooit zomaar ten dans moet vragen is een nuttige les die ik pas
onlangs leerde. Er moet eerst oogcontact zijn. Als zij van je wegkijkt zegt ze daarmee
zoveel als: 'met jou? Nee, met jou wil ik niet dansen!' Dus onderbreek dan
onopvallend je gang in haar richting en wijk uit naar een van de andere
muurbloempjes. En dan maar hopen dat je met je tweede keus alsnog positief
oogcontact kunt maken. Kijk, had ik deze les tijdig geleerd, dan was ik niet …
Vanuit mijn
herinnering ken ik haar als Greetje. Zij stond pal tegenover mij aan de rand
van de dansvloer, tussen alle andere dansgrage meisjes. Wij, jongens, stonden
tegenover hen, wachtend op het teken waarop wij de dame van onze keuze ten dans
mogen vragen. Dat viel nooit mee, kiezen, en zoals altijd hoorde ik hier en daar
jongens smoezen die probeerden de meest populaire dames onder elkaar te
verdelen. Bij de danslessen werd Greetje steevast als een van de laatsten
gevraagd, waarschijnlijk vanwege haar buitengewone lengte en de vergroeiing in
haar rug. Die keer voelde ik mij aangesproken door de vermaning ‘de werkelijk
welopgevoede man zal zich af en toe ook eens over de muurbloempjes ontfermen’ waarop
ik besloot Greetje te vragen.
Toen we de eerste danshouding voor de zo intense en passievolle tango aannamen voelde ik pas hoeveel langer Greetjes benen waren. Zij torende als het ware boven mij uit hoewel ze door haar gekromde rug kleiner leek dan ze in werkelijkheid was. Aanvankelijk ging het goed, zelfs de snelle looppassen, totdat onze benen verknoopt raakten en we als aangeschoten zandhazen op de spiegelgladde vloer spartelden.
Toen we de eerste danshouding voor de zo intense en passievolle tango aannamen voelde ik pas hoeveel langer Greetjes benen waren. Zij torende als het ware boven mij uit hoewel ze door haar gekromde rug kleiner leek dan ze in werkelijkheid was. Aanvankelijk ging het goed, zelfs de snelle looppassen, totdat onze benen verknoopt raakten en we als aangeschoten zandhazen op de spiegelgladde vloer spartelden.
Misschien, als ik eerst
oogcontact met haar had gemaakt, zoals die late les voorschrijft, zou ik wellicht
hebben gezien dat Greetje van mij wegkeek waarmee zij wilde zeggen: ‘met jou
dansen? Nee jongen, jij bent te klein!’
Geen opmerkingen:
Een reactie posten