Want dat was die maandag een bijkomend probleem, te lang haar.
Tijdens mijn eerste
poging een afspraak te maken, kort na negen uur, zag ik in mijn verbeelding de
kapster van haar werk opkijken. Zij is alleen en bezig met het in model brengen
van de haren van een lastige klant, daarom laat zij de telefoon balorig klingelen.
Riky bevestigde dat er ook op maandag geknipt wordt, daarom ondernam ik
meerdere pogingen, met, zoals gezegd, steeds hetzelfde teleurstellende
resultaat.
Dus ben ik op weg
naar mijn kapper. Ik heb ervaren dat Color
& Style een kapsalon is met aandacht voor de klant, waar onverhoopt
wachten veraangenaamd wordt met een geurig kopje koffie of thee; een bedrijf is
dat geleid wordt door ondernemers die zelfs bereid zijn een klant te halen en
weer thuis te brengen (zie ‘Elske’).
Hun dienstbaarheid gaat nog verder, zoals ik spoedig zal ontdekken!
Op de hoek
Slinger–Koningstraat scharrelen een paar eksters. Maar mijn aandacht is zo op
mijn doel gericht dat mijn voorstellingsvermogen alvast vooruitsnelt: ‘Goede
middag. Ik wil graag een knipafspraak maken voor morgen of voor woensdag rond halftwaalf.’
‘Oké, maar u ziet dat we het niet druk hebben!’
(Dat is waar, naast de kapster zie ik geen klanten. Waarom zeggen mensen toch zo vaak ‘we’ terwijl zij alleen zijn?) ‘U heeft het inderdaad niet druk’, antwoord ik stompzinnig (jullie hebben het inderdaad niet druk, had moeten zeggen.)
Zij: ‘Ik zou u nu kunnen knippen, als u dat uitkomt!’
O jee! Ik aarzel. Ik heb geen schoon overhemd aan en zweet. Bovendien heb ik mijn haren niet gewassen en ik heb geen portemonnee op zak. Dat vertel ik haar allemaal, van die ongewassen haren en het missen van betalingsmiddelen bedoel ik. Zij wijst naar de wasgelegenheid en zegt dat het geen probleem is als ik het bedrag bij thuiskomst voldoe…
‘Oké, maar u ziet dat we het niet druk hebben!’
(Dat is waar, naast de kapster zie ik geen klanten. Waarom zeggen mensen toch zo vaak ‘we’ terwijl zij alleen zijn?) ‘U heeft het inderdaad niet druk’, antwoord ik stompzinnig (jullie hebben het inderdaad niet druk, had moeten zeggen.)
Zij: ‘Ik zou u nu kunnen knippen, als u dat uitkomt!’
O jee! Ik aarzel. Ik heb geen schoon overhemd aan en zweet. Bovendien heb ik mijn haren niet gewassen en ik heb geen portemonnee op zak. Dat vertel ik haar allemaal, van die ongewassen haren en het missen van betalingsmiddelen bedoel ik. Zij wijst naar de wasgelegenheid en zegt dat het geen probleem is als ik het bedrag bij thuiskomst voldoe…
Ondertussen fiets ik oplettend
over het Julianaplein (wandel-fiets-gebied). Vanaf de Johan Frisostraat komt
een klein rood autootje me tegemoet. Het stopt in de Schoolstraat. De
bestuurster opent het achterportier en laadt gehaast een rollator uit.
Ondertussen komt een oude man om de auto lopen en neemt het loophulpmiddel van
haar (zijn dochter?) over. Zij rijdt onmiddellijk weg, nog voor hij (haar vader?)
de stoep bereikt heeft. Ik geef haar voorrang en fiets achter het rode karretje
de Schoolstraat in, vervolgens rijd ik in een wijde bocht de verbrede stoep
voor Color & Style op. Het is er
donker. Op de voordeur prijkt een A4: Sorry, deze vakantieperiode zijn we op de
maandagen gesloten.
Ik fiets terug. De
oude man roept mij giechelend toe: ‘Op maandag gesloten hé!’
Impulsief zet ik een
voet naast hem op de straat: ‘Inderdaad, men is gesloten. Ik heb pech.’ In een
flits zie ik dat de man geen tanden in zijn mond lijkt te hebben. Omdat ik bang
ben dat ik mijn aandacht op zijn ‘blote mond’ zal richten, durf ik hem niet aan
te kijken als hij mij trots meldt: ‘Ik wist het, want zij hebben mij gebeld! O,
ik ben geen klant hoor, maar ik drink er wel iedere morgen een kop koffie want
ik ben slecht ter been, daarom moet ik hier altijd even uitrusten!’
Met dezelfde warrige
haarbos, maar een nog beter gevoel over de sociale kwaliteiten van Mijn Kapsalon,
fiets ik naar huis.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten