maandag 17 oktober 2016

Fantasie

Deze keer rennen we met z’n tweeën. Timothy had er zin in want ruim tien minuten voor het afgesproken tijdstip tikten zijn vingers op het raam als het snaveltje van het roodborstje uit het gelijknamige kinderlied. Ik deed hem open maar strooide kruimeltjes suiker noch kruimeltjes brood in mijn schoot, hoewel dat brood er wel aan te pas kwam vanwege het ontbijt dat ik niet wilde overslaan. Gelukkig is Timothy nog steeds een geduldig kind zodat hij zonder morren wachtte en zich voorbeeldig aanpaste aan het slomere tempo van zijn vader (die ditmaal nog iets langzamer gaat vanwege een vermoeiende verkoudheid die maar niet verdwijnen wil.)
Terwijl we over de Hommelstraat en aansluitend de Waalbandijk joggen wijs ik onze zoon op verschillende herkenningspunten die met enige regelmaat een rol in mijn hardloopblog spelen, zoals Marie, het fruitbedrijf van de familie Engelen, de Stoel van Claudia Rahayel en Klaartje. Op zijn beurt wijst hij mij op zaken die door mijn ogen niet gemakkelijk in beeld worden gebracht zoals de vele kleine, bijna zwarte slakjes op het nog vochtige asfalt – “Naaktslakjes?”, wil ik weten, “Nee, ze hebben een huisje!” – en de vele overtrekkende ganzen. Zij vliegen zo hoog dat het ondanks zijn aanwijzingen even duurt voordat ik de formatie, bestaande uit wel honderd individuen, gevonden heb die als een dun afvinkteken in de ijle bewolking wordt gekrast.
Onder normale omstandigheden zou er nu een verhaaltje door mijn hoofd spelen. Een waarin deze ganzen, deze hoogvliegers, wellicht een rol spelen. Maar meer waarschijnlijk is dat het over gras en koeien zou gaan, over het speciale gras dat een aantal Deense boeren aan hun koeien te vreten geven, als ik zoals gewoonlijk in mijn eentje zou rennen. Het gras van het dijktalud dat zich herstelt van een zoveelste dramatische maaibeurt deed mij namelijk even aan dit speciale gras denken. Voor Timothy is het nieuws dat Deense weilanden met gras worden ingezaaid dat door een wijziging in de DNA-structuur gemakkelijker door koeienmagen wordt verteerd. Het effect daarvan is dat koeien minder boeren laten en daardoor minder bijdragen aan de luchtvervuiling. Kort door de bocht: beter voor het milieu en tegen de opwarming van de aarde.
Het is een begin: “In mijn fantasie”, zeg ik tegen Timothy, “vertellen onze achterkleinkinderen aan hun kinderen dat hun grootouders melk dronken dat door dieren werd geproduceerd!” Hun kinderen zijn natuurlijk verbaasd, en zij kunnen maar moeilijk geloven dat wij onze ‘melkfabrikanten’ zonder pardon opaten nadat zij niet langer in staat waren om tegen een economisch aanvaardbaar tarief melk te produceren.
“Zeg nou zelf”, vraag ik Timothy, “hoe kan onze aarde twintig miljard, misschien wel dertig miljard en meer monden voeden? Dan moet er toch iets drastisch worden gewijzigd in de productie van al dat voedsel? Onze wetenschappers kunnen bijvoorbeeld nu al een menselijk oor en longweefsel in een laboratoriumschaaltje laten groeien, waarom dan geen eiwitten voor consumptie? Nagemaakte melk-, vlees- en graanproducten?"
“Dat gaat echt niet gebeuren”, meent Timothy. Onze zoon denkt dat de tegengestelde belangen in de wereld dat zullen verhinderen. Het is veel realistischer te geloven dat een derde wereldoorlog grote delen van de wereldpopulatie zal vernietigen dan dat we gaan samenwerken om zulke ingewikkelde processen een kans te geven.
O ja, ik denk ook dat er heel veel hobbels te nemen zijn, maar in plaats van een pessimistisch denkbeeld van wéér een grote wereldbrand, koester ik liever de gedachte dat het mogelijk is. In mijn fantasie zie ik onze nakomelingen, in een verre toekomst weliswaar, verbaasd zijn bij de ontdekking dat hun voorouders dierenvlees aten en melk dronken van beesten, en daardoor hun eigen leefmilieu verpestten met stinkende bergen stront en verstikkende wolken methaangas. In mijn fantasie eten zij kunstmatig geproduceerd voedsel en genieten zij van schone rivieren en onbedorven landschappen. Op naar het nieuw Eden!


Geen opmerkingen:

Een reactie posten