Terwijl we over de
Hommelstraat en aansluitend de Waalbandijk joggen wijs ik onze zoon op
verschillende herkenningspunten die met enige regelmaat een rol in mijn
hardloopblog spelen, zoals Marie, het fruitbedrijf van de familie Engelen, de Stoel van Claudia Rahayel en
Klaartje. Op zijn beurt wijst hij mij op zaken die door mijn ogen niet
gemakkelijk in beeld worden gebracht zoals de vele kleine, bijna zwarte slakjes
op het nog vochtige asfalt – “Naaktslakjes?”, wil ik weten, “Nee, ze hebben een
huisje!” – en de vele overtrekkende ganzen. Zij vliegen zo hoog dat het ondanks
zijn aanwijzingen even duurt voordat ik de formatie, bestaande uit wel honderd
individuen, gevonden heb die als een dun afvinkteken in de ijle bewolking wordt
gekrast.
Onder normale
omstandigheden zou er nu een verhaaltje door mijn hoofd spelen. Een waarin deze
ganzen, deze hoogvliegers, wellicht een rol spelen. Maar meer waarschijnlijk is
dat het over gras en koeien zou gaan, over het speciale gras dat een aantal
Deense boeren aan hun koeien te vreten geven, als ik zoals gewoonlijk in mijn
eentje zou rennen. Het gras van het dijktalud dat zich herstelt van een
zoveelste dramatische maaibeurt deed mij namelijk even aan dit speciale gras
denken. Voor Timothy is het nieuws dat Deense weilanden met gras worden
ingezaaid dat door een wijziging in de DNA-structuur gemakkelijker door
koeienmagen wordt verteerd. Het effect daarvan is dat koeien minder boeren
laten en daardoor minder bijdragen aan de luchtvervuiling. Kort door de bocht:
beter voor het milieu en tegen de opwarming van de aarde.
Het is een begin: “In
mijn fantasie”, zeg ik tegen Timothy, “vertellen onze achterkleinkinderen aan
hun kinderen dat hun grootouders melk dronken dat door dieren werd
geproduceerd!” Hun kinderen zijn natuurlijk verbaasd, en zij kunnen maar
moeilijk geloven dat wij onze ‘melkfabrikanten’ zonder pardon opaten nadat zij
niet langer in staat waren om tegen een economisch aanvaardbaar tarief melk te
produceren.
“Zeg nou zelf”, vraag
ik Timothy, “hoe kan onze aarde twintig miljard, misschien wel dertig miljard
en meer monden voeden? Dan moet er toch iets drastisch worden gewijzigd in de
productie van al dat voedsel? Onze wetenschappers kunnen bijvoorbeeld nu al een
menselijk oor en longweefsel in een laboratoriumschaaltje laten groeien, waarom
dan geen eiwitten voor consumptie? Nagemaakte melk-, vlees- en graanproducten?"
“Dat gaat echt niet
gebeuren”, meent Timothy. Onze zoon denkt dat de tegengestelde belangen in de
wereld dat zullen verhinderen. Het is veel realistischer te geloven dat een
derde wereldoorlog grote delen van de wereldpopulatie zal vernietigen dan dat
we gaan samenwerken om zulke ingewikkelde processen een kans te geven.
O ja, ik denk ook dat
er heel veel hobbels te nemen zijn, maar in plaats van een pessimistisch
denkbeeld van wéér een grote wereldbrand, koester ik liever de gedachte dat het
mogelijk is. In mijn fantasie zie ik onze nakomelingen, in een verre toekomst
weliswaar, verbaasd zijn bij de ontdekking dat hun voorouders dierenvlees aten
en melk dronken van beesten, en daardoor hun eigen leefmilieu verpestten met stinkende
bergen stront en verstikkende wolken methaangas. In mijn fantasie eten zij
kunstmatig geproduceerd voedsel en genieten zij van schone rivieren en
onbedorven landschappen. Op naar het nieuw Eden!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten