dinsdag 17 juli 2012

Kruidnagels


Nog op de valreep, want we moeten vroeg naar de bushalte, lees ik in de Gelderlander dat ‘wij’ op weg zijn naar de Betuwe. Wij, dat zijn Riky en ik met bijna 42.000 andere lopers. Breng zet ons af op het station en vandaar lopen we naar de start van de 96ste 4Daagse Wandeltocht op de Wedren, over het prachtig aangelegde ‘dak’ van de spiksplinternieuwe Keizer Karel Parkeergarage. Al voor de Wedren worden we toegezongen door drie halfnaakte, aangeschoten jongemannen vanaf een hoog balkon; “You never walk alone…” en moet de paraplu opgestoken. Tot in Elst zullen regenbuien en buitjes elkaar afwisselen.
Ik heb het op de Wedren nog nooit zo druk gezien. Het aantal lopers op de dertig kilometer moet wel  fors zijn toegenomen. Als de drie startpoorten opengaan doen we er nog vijfentwintig minuten over om te worden gescand. In een dikke drom wandelen we door de stad naar de Waalbrug en vandaar naar Elst waar de massa nog verder aangroeit met de ‘vijftigers’ en ‘veertigers’, die al veel vroeger van start zijn gegaan en hun extra route reeds voor dit gezellige stadje aflegden. Het is feitelijk één grote groep die via de uitgezette routes van de Wedren naar de Wedren loopt. Die groep is incoherent, want onderweg wisselen de lopers om ons heen. De sfeer is opperbest, ondanks de regen. Jammer dat voor deze sport van de zijde van de media zo weinig belangstelling is. Bas van der Hoeven vergeleek in zijn column de Sportzomer editie zonder aandacht voor de 4Daagse van de Gelderlander met een sportschoen zonder zool. Maar dat terzijde.
Soms hebben we onderweg contact. Zoals met die dame die per ongeluk mijn arm grijpt om even steun te zoeken. Haar accent doet mij sterk aan dat van mijn zus denken die jarenlang in de Amsterdamse wijk Oud West woonde. Deze 4Daagseloopster is opgegroeid in Krommenie. Ditmaal kampeert zij op een camping in Heumen. Niets is er in de buurt. Voor een maaltijd moet zij weer einden rijden. Al vroeg had zij belangstelling voor deze wandeltocht. Haar vader zag dat echter niet zitten. “Allemaal hoeren en snoeren!”, vond hij. Wat hij hier precies mee bedoelde heeft zij hem nooit gevraagd. Nu, tijdens haar tweede keer, zal hij vast heel trots op haar zijn, meent zij. Maar helaas is hij al jaren geleden gestorven. Zij worstelt met de vraag hoe zij donderdag naar de start moet komen gezien de 4Daagse dan langs haar camping wandelt en de weg al vroeg wordt afgesloten. Wij, inwoners van Beuningen onder de rook van Nijmegen, hadden geen idee van dit soort narigheid.
Dan is er die jongeman die ons in Valburg, desgevraagd informeert over de omstandigheden waaronder hij vanmorgen om vier uur van start ging: “Het kwam met bakken naar benden. Gigantisch!” Droge sokken hielpen een beetje, maar zijn schoenen zijn nog steeds doorweekt. Ene Kees is in de veronderstelling dat ik zijn kennis ben aan wie hij “iets wil vertellen.” Wat let u?”, nodig ik hem uit. Het komt er op neer dat hij toe is aan koffie, die al spoedig in zicht is.
En dan die man die, na confrontatie met smakelijk belegde broodjes verzucht: “Door hier die lekkere broodjes te kopen, kan ik mij ’s morgens een kwartier besparen!” Ik vraag mij af of dat wel zoveel tijd neemt, waarop hij toegeeft dat dit inderdaad een beetje overdreven is. “Ach", zegt hij, “ik besmeer slechts twee mueslibollen!” Even later tref ik hem weer en vraag waarmee hij zijn bollen belegt, aangezien ik er toevallig óók twee in mijn tas heb. Dat blijkt kaas te zijn. Ik maak hem lekker met mijn Friese Nagelkaas, met hele kruidnagels. Samen herinneren we ons de heilzame werking van zo'n nagel in een zieke kies.
Hopelijk wordt het morgen weer net zo gezellig, maar wel graag met minder nattigheid.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten