woensdag 21 december 2011

Dromen

dinsdag 20 december 2011  De angel is uit de herfstbuien als ik aan mijn hardlooprondje begin. Ik kies vandaag een andere route, maar blijf trouw aan de dijk en de verkeersbrug. Het is druk in de Kloosterstraat. Veel arbeiders die de laatste hand leggen aan bioscoop en bioscoopterrein. Jawel, dankzij Ton krijgt ons dorp een eigen filmhuis! Een dezer dagen, stellig voor kerstmis, kunnen wij dichtbij een filmpje pakken. Een mooi doel voor een uitstapje met Zonnebloemgasten trouwens! Toen ik nog een kleine jongen was baalde ik ervan dat wij er zo lang voor moesten lopen of fietsen. We hadden nog geen televisie. De ‘films’ die ik zag waren mijn privĂ©films naar aanleiding van een hoorspel of tijdens het lezen van een boek. Ik zal een jaar of dertien zijn geweest toen ik voor de eerste keer met mijn vriendje naar de bioscoop ging. Hans was gek op muziekfilms. Als er een in Hoogwoud draaide vroeg hij mij steevast mee. Alleen gaan vond hij niks. Hans had nooit gebrek aan zakgeld, dus hij betaalde. Dat leek ons de juiste verhouding, vooral ook omdat dit soort sentimentele rolprenten mij niet echt boeiden. Het uitstapje op zichzelf was al spannend genoeg. Ik kan mij dan ook geen enkele titel herinneren. Wel zie ik vaag een zeetocht, bezongen door een gebruinde schipper: Rex Gildo? Wat een feest als wij een bioscoop in eigen dorp zouden krijgen! Met leuke en interessante films natuurlijk. Die droom verloor ik inmiddels. Jammer, nu zij eindelijk uit kon komen!
Op de dijk aangekomen blijkt niet alleen de bioscoop bij te dragen aan de verandering van onze omgeving: de Waal heeft sinds zondag een opvallend hoge waterstand bereikt. De in de loop van de afgelopen jaren spontaan gegroeide rommelige bossage, staat geheel in het water. Zwaarbeladen schepen steken trots boven de oever uit en hier en daar knabbelt het water aan de dijkvoet. Twee jonge mannen houden zich op bij een aantal verse molshopen. Een auto van Rijkswaterstaat is in de nabijheid geparkeerd. Ik zie niet wat zij feitelijk doen. De fluwelen gravertjes hebben hier en daar ijverig grond verplaatst en opgeworpen tot hun hoge karakteristieke bouwsels. Waar de waterstaatheren waren zijn de heuvels geslecht: zou het kunnen dat zij er klemmen plaatsten? Kan het zijn dat deze dienst meent dat het opkomende water via mollengangen kan doorsijpelen?
Buitendijks staan hier en daar al kwelwaterplassen. Ik ben benieuwd hoe het met de nevengeul is gesteld! Op weg daarnaar toe, tegen de stevige, koude westenwind in, komt mij een dikke automobiel tegemoet gereden. Gezichtjes tegen de zijramen gekleefd. Schoolkinderen? De chauffeur houdt er de gang goed in. Ter plaatse is het niet aantrekkelijk om het wegdek te verlaten: de berm ziet modderzacht en er staan uitgebreide plassen regenwater. Ondanks ik mijzelf smal maak, mist de bolide me op enkele centimeters. Ik doe hard mijn best niet de pest in te krijgen, daarbij geholpen door een glinsterende waterplas onder de brugpylonen. Dankzij de nieuw gegraven inlaat is de bijna opgedroogde nevengeul supersnel veranderd in een heuse binnenzee. In korte tijd flink opgeheven worden, dat moet voor de bewoners van de woonboot een sensatie zijn geweest. Misschien droomden zij van een ballonvaart.
Nu pas realiseer ik mij dat deze waterinlaat de nevengeul een schommelend waterpeil zal bezorgen. Vooral in de winter heerst hoogwater over de rivier. Dat zal niet bevorderlijk zijn voor een strakke ijsvloer. Zo verliezen we onze perfecte natuurijsbaan: weer een droom aan flarden!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten