dinsdag 17 juni 2014

Regenjasje

De Gelderlander bericht over de handel in derivaten, financiële constructies die door niemand zouden zijn begrepen maar desondanks gewild bij schatbewaarders van (onder meer) woningcorporaties. Terwijl ik dat lees eet ik mijn boterham met chocoladehagelslag en neemt het daglicht af. Een teken dat ik het wellicht niet droog houd gedurende mijn hardlooprondje die aanstaande is, en er wijs aan doe mijn regenjasje aan te trekken.
         Zou ik ook gevallen zijn voor een charmeoffensief van onze bank? Ik prakkiseer daarover terwijl ik hardlopend de Balmerd probeer over te steken. Hoewel ik mij nog binnen de maximaal-dertig-kilometer-zone bevind, vertrouw ik niet op de reflexen van de bestuurder van een aanstormende hemelsblauwe personenauto van links. Ik schat dat we ongeveer tegelijkertijd op de kruising zullen zijn, dus neem ik de wijk naar links en bereik daardoor veilig de overkant, terwijl de automobilist na de verkeersdrempel het gaspedaal nog eens extra indrukt. Misschien is hardrijden zoiets als sneller rijk worden. Je houdt meer tijd over om leuke, interessante of lucratieve dingen te doen. Extra geld kan iets soortgelijks betekenen. Maar hoe zit het dan met hardlopen?
         Wacht even Simon, dat is een te moeilijke vraag op deze vroege morgen, terug naar de verleidingen van de bank: ik ben tenslotte ook penningmeester van bezittingen die een maatschappelijke organisatie toebehoren. Ik ben echter nooit, zoals sommige andere quaestoren, door de bank uitgenodigd voor een trip per helikopter naar de Tour de France, noch voor een dinertje of het bezoeken van een fraai concert. Ja, zelfs een bezoekje aan een toernooi op Wimbledon zat er voor mij niet in. Op kosten van de bank bedoel ik!
         We beheren allebei een potje geld van anderen, maar daar houdt de overeenkomst tussen Marcel de Vries en mijn persoontje op. Toegegeven, de schat die ik voor onze Zonnebloemafdeling bewaak is een beetje kleiner dan de miljarden van het Rotterdamse Vestia. Dat maakt het voor mij gemakkelijk: ik sta niet aan verleidingen bloot zoals die waartegen Marcel zich had te weren, terwijl ook in mijn arbeidsvoorwaarden – ook aan vrijwilligers worden immers voorwaarden gesteld – nergens sprake is van het moeten melden van neveninkomsten. De Vries kon er dus niets aan doen dat zijn werkgever onkundig bleef van de opbrengsten van zijn schnabbel. En die tien miljoen euro viel in het niet bij de 2,1 miljard euro die Vestia verloor.
         Inmiddels ben ik bijna op de Waalbandijk en getuige van de vorderingen bij de bouw van het nieuwe ‘Roelofshuis’ aan de Hommelstraat. Twee bouwvakkers zijn bezig met het metselwerk aan de binnenmuren, waarbij terloops deur- en raamkozijnen worden gesteld. De contouren van de woning beginnen zich af te tekenen. Zal hun werkgever, Aannemingsbedrijf Van Vulpen BV, in hun arbeidsvoorwaarden hebben opgenomen dat beunhazerij uit den boze is? En gesteld dat dit niet daarin is geregeld, loopt hun baas dan het risico dat materialen vanwege bijverdiensten elders worden benut? Of ga ik er nu te gemakkelijk van uit dat Marcel de Vries met behulp van de Vestia-miljarden zijn persoonlijke niet onaardige winst kon maken? (Overigens, tien miljoen euro genereren, daarvoor is een flink beginkapitaal nodig!)
         De Parlementaire enquêtecommissie Woningcorporaties heeft als doel bij te dragen aan de ontwikkeling van toekomstig beleid. Zij zit nu in de fase van Openbare Verhoren. Sinds 4 juni heeft de commissie al heel veel bagger uit de ‘verborgen bedrijfscultuur’ aan het licht gebracht. Ik ben zo eigenwijs om te veronderstellen dat deze dikke shit kon ontstaan vanwege de verzelfstandiging van de woningcorporaties.
         Het beleidsadvies zal het terugschroeven van verzelfstandiging inhouden. Ja toch?
         Marcel de Vries en zijn kompanen deden er beter aan een regenjasje aan te trekken, toen banken hen op charmante maar kostbare tripjes ging trakteren!
        

         

Geen opmerkingen:

Een reactie posten