vrijdag 27 juni 2014

Cichorei

Op het laatste moment lukt het me om er niet in te trappen, in de paardenvijgen. Het langgerekte spoor van reeds half ingedroogde brokken verraadt dat hier, op de Waalbandijk net voorbij het fruitbedrijf van de familie Engelen, een paard toegaf aan hoge nood. Tijd om een rustig plekje op te zoeken kreeg het edele dier niet. Het kon niet anders dan zich lopende voort ontlasten.
         (Nu lijkt het alsof ik beweer dat ruiter of amazone zich weinig gelegen liet aan de noden van zijn of haar rijdier. Er zijn gelukkig maar weinig paardenhandelaren als de op 1 mei jongstleden opgepakte T.S. uit Wagenberg, die opnieuw met pony’s en een ezel in de fout ging. Nee, eerder is het tegendeel waar: paardenliefhebbers letten altijd scherp op het welzijn van hun dier en dus op hun mest. Onlangs las ik bij toeval een kreet om hulp van een zekere Alicia omdat haar paard gedurende vijf uren niet had gemest. Lees het hier en je komt tot dezelfde conclusie.)
         Vandaag is het Modderdag. Anders dan in mijn eigen jeugd komen kinderen niet vanzelfsprekend met modder in aanraking. Veel aarde en zand is tegenwoordig onder harde stenen weggestopt en de rest van ons land, op een paar kleine stukjes na, in cultuur gebracht. Tijdens mijn jonge jaren waren aarde, zand en water overal om ons heen vrij beschikbaar. Een emmer erbij was voldoende om bagger te produceren. Roeren ging beter en was fijner met je hand en arm in plaats van een flinke tak. De natte prut schilferde na opdroging vanzelf weer van je vel! Soms mengden we er hooi of stro doorheen en konden daarmee de muur van de boet (Westfries voor schuur) stukadoren. Dat bladderde ook weer af, maar minder snel.
         Met behulp van een Modderdag organiseren we vandaag gelegenheid voor kinderen zodat zij kunnen ontdekken wat modder is en wat het met hen doet.
         Aarde en zand worden beter van paardenstront. Maar dan moet het paard niet op het asfalt mesten. Vlak naast dat lekkere goedje groeit wilde cichorei. Het kruid reikt hoog met haar verrukkelijke, hemelsblauwe bloemen en strekt haar takken wijd om zich heen. Het zou bijzonder geholpen zijn met wat extra voeding. Dat ligt dichtbij, maar onbereikbaar op het ondoordringbare asfalt. Houdt moed, zou ik willen schreeuwen, misschien spoelt binnen niet al te lange tijd een regenbui het goedje de berm in.  
         Och, ik weet ook wel dat de bloemen, zelfs rappe groeiers als cichorei, tegenwoordig geen paardenmest nodig hebben vanwege het gebruik van met fosfaat verrijkte meststoffen. Nu weten we al een poosje dat dit te veel van het goede is geweest. Ons milieu zit inmiddels zo vol met fosfaten dat arme gronden langzaam maar zeker verdwijnen – en met hen de wilde planten die juist op schrale grond gedijen. Fosfaten, ook de algen in sloten en rivieren lusten daar pap van. Zij groeien ongeremd en slokken gaandeweg alle levensruimte van waterdieren op. Langzaam maar zeker verbreidt dit probleem zich over de hele aarde en over de zeeën. Hoogste tijd om aan de rem te trekken!
         Met een aantal stevige takken wilde cichorei in mijn vuist geklemd ren ik weer op huis aan. Elke morgen, misschien wel gedurende langer dan een week, zullen verse blauwe rozetten ons vrolijk toe stralen. Nu hoor ik een kniesoor zeggen: “En als iedereen dat doet?”
         Ja, wat dan?
         Als iedere inwoner van onze gemeente (op 1 januari waren dat er 25.254) doet wat ik deze morgen doe, dan staat er veel te weinig van deze korenbloemblauwe wilde cichorei. En dan zou ik heus een ander hardlooprondje kiezen, als ieder gemeentelid op dinsdag of vrijdag gaat rennen, of op een ander tijdstip starten!
        

         

Geen opmerkingen:

Een reactie posten