dinsdag 8 april 2014

Verstandig

Een jongeman profiteert van een korte pauze tussen twee heftige regenbuien om een sigaret te kunnen roken. Hij en zijn fiets leunen gemoedelijk samen tegen de rugleuning van het bankje dat tegenover het fruitbedrijf van de familie Engelen langs de Waalbandijk staat. Ik ren langs, in gevecht met de wind die met alle geweld mijn petje wil meevoeren en in gedachten bij de wandeling van afgelopen zondag. Toen regende het ook. Het waren niet zozeer buien, maar het viel onafgebroken tot ruim na het middaguur.
De wandeling van zondag was bedoeld als oefening voor de komende 4Daagse. Een deel daarvan ging langs de route van de ‘Dag van Elst’, maar dan tegengesteld. Wij hadden de auto bij het Citadel College geparkeerd, waar onze kleinzoon Niek schoolgaat. Via de nieuwe brug, vanwege de zachtgroene kleur ‘’t Groentje’ gedoopt, en de opgang naar fietsbrug ‘de Snelbinder’ bereikten we de Oosterhoutsedijk. Af en toe, als de regen minderde of de wind uit een andere richting woei, kregen we langs onze paraplu’s een weids uitzicht op de nieuwe verkeerbrug ‘De Oversteek’.
Ik weet niet meer of Riky er een opmerking over maakte of dat ik dat deed, feit is dat we samen terugdachten aan de eerste dag van die gedenkwaardige 4Daagse van 2006, op het moment dat we een klein weitje, afgeschermd door een rij populieren en struiken, passeerden. Je vindt het binnendijks, tegenover de Waaiensteinkolk, waar de dijk – inmiddels Waaldijk genaamd – een bijna haakse bocht maakt. In dat weitje, onder de lommerrijke beschutting van bomen en struiken, hielden we een van de laatste rustpauzes van die bewuste dag in 2006. Zoals gewoonlijk liepen we met z’n vieren, Ben, Wenny en wij tweetjes.
We genieten van de rust en van het sterk opgewarmde water uit wegwerpflesjes die we voor het laatst in Oosterhout hebben gevuld. Vanaf de plaats waar wij zitten hebben we een prachtig uitzicht op de veelkleurige wandelstoet bovenop de bochtige dijk. Af en toe is een sirene van politie of ambulance boven het geroezemoes uit hoorbaar. Hoewel ik een beetje haast voel – ik heb om half vijf een afspraak in de oogkliniek van het Radboud ziekenhuis – trek ik mijn schoenen uit en eet nog een appel.
Het gaat al stevig naar drie uur als we ons weer in de wandelcolonne op de dijk voegen. “Jeetje,” merkt een van ons op, “voel je dat, die hete lucht?”
Door het bijna ontbreken van wind lijkt er een tekort aan zuurstof te zijn, alsof het wandellegioen sneller lucht opneemt dan verse kan worden aangevoerd. Ik kan dit gevoel nergens mee vergelijken. Het tempo is veel lager dan gewoonlijk en de dijk nog lang, ook al zijn de bogen van spoor- en verkeersbrug dominant in beeld.
De oogarts wacht, ik voel dat ik geen tijd heb om te finishen en stel voor dat Ben mij op de Wedren afmeldt. Eindelijk komen we bij de onderdoorgang van de spoorbrug. Daar is het druk. Links en rechts rusten mensen in de kostelijke schaduw. Er staan meerdere politie- en ambulancemotoren, sommigen met ronddraaiend blauw alarmlicht. Onder de brug zien we ambulanceverpleegkundigen die een wandelaar helpen. Zij krijgen nauwelijks voldoende ruimte. Ik neem afscheid van de anderen en wurm mij door het gedrang naar de opgang van ‘de Snelbinder’ om mij vandaar naar het Radboud te spoeden.
In de loop van de avond van die ‘Dag van Elst’ hoorden we over het overlijden van een wandelaar bij de spoorbrug op de Oosterhoutsedijk. De combinatie extreme warmte en een defect aan de hartspier waren hem fataal geworden. De 4Daagseleiding staakte de mars van 2006.
Nog even terug naar de jongeman op zijn bankje. Hoewel het met de rugleuning naar de wind gericht staat, dat bankje bedoel ik, was het evengoed verstandig van hem daarop plaats te nemen met zijn rug naar de wind. Zo dreef de sigarettenrook van hem af; ademde hij de uitgeblazen nicotine niet opnieuw in. 




Geen opmerkingen:

Een reactie posten