zaterdag 5 april 2014

Sloop

De buitenthermometer gaf ruim twaalf graden aan op deze nog jonge voorjaarsdag. De sterfdag van onze Mientje. Zij leed mysterieuze pijnen, er was iets met haar voet. Dat het zo’n vaart zou lopen beseften wij niet. Laat in de middag van deze dag, nu dertig jaar geleden, ontvingen we het alarmerende bericht en moesten we onze kinderen vertellen dat hun tante Mientje gestorven was.
Wij missen onze schoonzus nog altijd en verbinden haar overlijden met de integratie van ons gezin in de samenleving van Beuningen.
Peinzend over de treurnis van die dagen nader ik de restanten van de voormalige keuterboerderij van de familie Roelofs aan het einde van de Hommelstraat. Mientje zag uit naar een bezoek aan ons viertjes in ons splinternieuwe huis, zo spoedig de conditie van haar voet dat zou toelaten (hetgeen helaas niet zo heeft mogen zijn). Hier wacht niemand meer op zo’n gezellig bezoekje: waar de asbestopruimers enkele weken geleden het sloopwerk begonnen, rest nu nog kale bouwgrond. Dit kleine kale plaatsje, het karkas van de varkensstal en een bouwvallig schuurtje, dat nog is afgedekt met een nagenoeg geheel in elkaar gestuikt pannendak, zijn de dingen die nog herinneren aan de kleine boerenwoning.
Het leven zit vol kleine verrassingen en toevalligheden: op het moment dat ik hardlopend bij het sloopterrein arriveer vertrekt een bedrijfswagen en manoeuvreert een andere chauffeur zijn vrachtwagen vol sloopafval teneinde zijn collega te kunnen volgen. Op de valreep ontdek ik wie de sloop (en waarschijnlijke nieuwbouw) verzorgt: de firma Van Vulpen. Dit aannemingsbedrijf is eigendom van Klaas, zoon van Ida die partner en mantelzorger is van Nico, mijn zonnebloemvriend die ik vanmiddag een kort bezoekje ga brengen.
Terwijl ik over de Waalbandijk ren probeer ik mij voor te stellen hoe het leven in dat gesloopte boerderijtje kan zijn geweest. Waarschijnlijk had boer Roelofs land met maïs, tarwe, aardappelen en bieten buitendijks tussen de Waalbandijk en de Waal. Een stukje weiland met een paar koeien, varkens en een toompje kippen bij huis. Er zijn misschien kinderen geboren en opgegroeid. Het straatje en de stoep bij de voordeur op de zaterdagen geschrobd. Gestoft, de ramen gelapt, vloeren geveegd en schoongemaakt. Soms, als er voldoende geld was gespaard, is de huiskamer opnieuw behangen, werden de plafonds en de muren van het keukentje fris gewit.
(Ik herinner me een oude vrouw (vrouw Roelofs?) die bolsters en bladeren van de kastanjebomen bijeen veegt en het kleine stukje grind langs de weg aanharkt.)
Dit alles is voorgoed in het gat van het verleden verdwenen. De restanten zojuist afgevoerd alsof er nooit iets is geweest. 
Gelukkig hebben we de foto’s nog! Helaas niet van mensen en dieren, maar wel van het huis. Intieme inkijkjes die veel te raden laten zoals dat van het bed met de strop. Nieuwsgierig? Wim Piels is de fotograaf. Je vindt ze via zijn rubriek ‘Beuningen diversen’ en ‘Huize Roelofs’.
Misschien bleven er ook tastbare herinneringen bewaard, zoals Ben, de jongste broer van Riky, enkele dingen aan het ‘gat van het verleden’ ontnam toen hun ouderlijk huis werd gesloopt. Zoals de sleutel waarmee hij ettelijke malen de kastdeur ontsloot en weer sloot, en de bronskleurige metalen pen waarmee het schuifraam in de huiskamer kon worden geborgd. Die dingen bewaarde hij gedurende meer dan dertig jaar om ze onlangs aan zijn zus door te geven.
Herinneringen blijven, al het andere vergaat of gaat verder zoals Mientje dertig jaar geleden zonder ons is verdergegaan.




Geen opmerkingen:

Een reactie posten