vrijdag 15 november 2013

Dag

Heerlijk fris deze morgen en het begin van een bijzondere dag. Bijzonder omdat dit een dag is die nog niet in het teken staat van een speciaal onderwerp. Vandaag wordt ons niet gevraagd om exclusief bij een probleem of thema stil te staan. Gisteren was het bijvoorbeeld de Internationale Dag van Respect – en de dag waarop Ben eindelijk zijn operatie kreeg, maar dat terzijde – en morgen is het de Internationale Dag van de Verdraagzaamheid.
Deze dag is dus nog vrij! We kunnen nog een onderwerp of een speciaal doel bedenken om daar wereldwijd aandacht voor te vragen. Ik pieker daarover als enkele knalrode bloemen mijn aandacht vragen. Eisen is een beter woord, de intensiteit van het rood is zo groot dat je er niet aan voorbij kunt. De plant, een stokroos, grijs van ouderdom, grijpt zich wanhopig vast in de aarde tussen de wortels van een kastanjeboom.
Haar buurvrouw heeft de strijd verloren. Maar zij houdt nog vol, toont trots drie bloedrode rozen. Terwijl ik langs ren meen ik ook nog een paar knoppen te zien, maar gezien haar leeftijd en houding, zij helt reeds stokstijf en heftig over, zal zij die waarschijnlijk niet meer tot bloei kunnen brengen. Ik hoop dat zij de sneeuw nog haalt: haar annonce in rood zal nog dringender overkomen. Het is niet voor niets dat ik aan de omslag van een van de thrillers van Karin Slaughter denk!
Terug naar deze ‘nog lege dag; op de Waalbandijk word ik gepasseerd door een zware tractor. Die brengt mij op een idee voor een internationaal thema voor deze dag. Een paar weken geleden maakte ik, via One World kennis met de ideeën van Marcin Jakubowski. Hij vroeg zich af hoe het verder moet met de wereld als, vanwege een wereldomvattende ramp, de samenleving opnieuw moet worden opgebouwd. Toen ik daarover las herinnerde ik mij discussies die ik met mijn broer Jan had. Dat was niet zo lang na de watersnoodramp van 1953.
Ik denk dat we ongeveer negen en tien jaar zijn: Moe heeft ons naar bed gestuurd – we hadden ons misdragen, maar het hoe laat zich niet uit de plooien van mijn geheugen kloppen. Liggend op onze gemeenschappelijke stromatras, De Ramp nog vers in ons geheugen, vragen wij ons af hoe het met ons verder gaat als niet alleen de geleerden verdrinken, bijvoorbeeld die elektrisch licht hebben bedacht, maar ook alle werktekeningen en beschrijvingen verloren gaan? Wij, Jan en ik die overleven, moeten alles opnieuw uitvinden, helemaal van voren af aan beginnen! 
“We kunnen gereedschappen natekenen”, oppert een van ons, “zodat we die later opnieuw kunnen maken!”
“Ja, en opschrijven hoe en waarvoor ze worden gebruikt,” vult de ander aan. Het bewaren van die tekeningen en plannen vormt een eerste hobbel. En wat te doen met apparaten die we niet begrijpen…?
Even terug naar de huidige tijd; ik moet je vertellen wat ik meemaak! Een aantal ganzen is opgeschrikt door een auto van Landwinkel Weurt die doorrijdt tot vlak bij ‘hun’ ondergelopen stuk uiterwaard. Zij vliegen protesterend meerdere kanten op. Een kleine groep vliegt weg over de Waal en klimt steil omhoog, de een na de ander. Nu vliegen zij op ongeveer gelijke afstand boven elkaar. Ik tel er zes. De ochtendzon komt door een spleet in de bewolking te voorschijn en verandert de grauw gekleurde vogels in roze ganzen. Zij vliegen als verticale Tibetaanse gebedsvlaggetjes aan een onzichtbare lijn, de zon tegemoet.
Mijn broer en ik kwamen er toen niet uit. Dat geldt niet voor de Poolse ontwerper Jakubowski. Hij ontwierp een open online database voor de belangrijkste machines waarmee een complete beschaving kan worden opgebouwd. Open, zodat ontwerpen steeds door andere ontwerpers kunnen worden verbeterd. Nu al kunnen ondernemers en bouwers in ontwikkelingslanden hiermee zelfstandig aan de slag.
Voor mij is 15 november voortaan ‘Internationale Dag van de Open Online Database’. Nu nog de Verenigde Naties zover krijgen dat zij zich achter mijn voorstel schragen. Ach, een kleinigheid! 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten