Deze grauwe winterdag past bij het
trieste bericht dat ik vlak voor vertrek in mijn mailbox vond: Remko is
plotseling overleden. Er was sprake van griep die niet echt wilde wijken. Jongstleden zondagavond
verergerde zijn toestand ongeacht hij nog jong en energiek is. Reanimatie
haalde niets meer uit. Zijn vrouw en twee kinderen moeten onverhoeds verder
zonder zijn liefde, aandacht en wijze raadgevingen. En ook de Zonnebloem zal
zijn verfrissende inbreng missen, terwijl hij begin december door de Nationale
Vergadering was benoemd in het Nationaal Bestuur van de vereniging.
Onder de verkeersbruggen produceert een
aantal aggregaten, die nodig zijn voor het uitgebreide laswerk dat aan de
binnenkant van de oude brug wordt verricht, tientallen decibellen. Dat is
zoveel geluid dat het geraas van het drukke verkeer boven volledig wordt
weggedrukt. Halverwege de bruggen worden de aggregaten geleidelijk overstemt
door een diep en zwaar gebonk. Ik vermoed van de dieselmotoren van een zwaar
schip. Maar hoe ik ook mijn best doe ik krijg geen schip in beeld, nog niet dat
van een klein duwscheepje. Het geluid
neemt verder toe. Ik voel het golven
daarvan zelfs in mijn lijf! Nog steeds ben ik in het ongewisse van de bron;
links, rechts en voor mij vind ik geen verklaring. Dan, op het moment dat ik vanonder de bruggen weer in het daglicht ren, verdrievoudigd de intensiteit van het lawaai. Het buldert in mijn oren! In
plaats van reflexmatig ineen te duiken kijk ik omhoog. Chinook helikopter! Het
enorme gevaarte hangt voor mijn gevoel op krap twintig meter boven de brug aan
zijn synchroon draaiende wieken. Een moment slechts, want nog voor ik drie passen kan maken
vliegt de grote jongen evenwijdig aan de A50 om, vervaarlijk overhellend, in een krappe
bocht achter de bomen rond een kleine boerderij te verdwijnen. Zo gauw de helse
machine uit het zicht is neemt het verkeerslawaai opnieuw de overhand.
Op 10 februari, in zijn op een na
laatste tweet, bericht Remko zijn volgers: “@KLM haha, 3-1 gewonnen, dus vrolijk
ingestapt! Prettige avond!” Gelukkig was hij zich er niet van bewust dat dit
zijn voorlaatste tripje zal worden, dat hij de komende zondag aan zijn laatste
en grootste reis begint. Nooit zijn we ons bewust van wat komen gaat. We
vertrouwen er op dat het steeds goed zal gaan en dat is een goed ding, dat
vertrouwen bedoel ik.
Dus kop op, zeg ik aan mijzelf en aan
jou, het leven gaat door. Het leven verdient het om gevierd te worden. Vanwege het
leven zelf, iedere dag opnieuw. Ook vandaag, op deze grauwe dinsdagmiddag hier
langs de Waalbandijk. En als om dat te bewijzen word ik begroet door het witte
ganzenpaar dat sinds een aantal dagen, of misschien al weken, in het ‘voortuintje’
bivakkeert van de dame die de woonboot bewoont. Ik moet hierbij direct toegeven
dat ik weliswaar weet van deze mevrouw, sinds wij elkaar ontmoetten, maar ik weet
niet of zij de enige bewoonster is van de kleine ark dat al vele jaren in
deze plas ligt.
Een van de ganzen is druk met grazen en schransen. De ander, wellicht het mannetje, komt hautain op mij afstappen zo spoedig hij mij de laatste bocht ziet rondden. Daarbij draagt hij zijn kop fier op de hals, zoals in ‘Het Zwanenmeer’ Siegfrid zijn Odette leidt. Wat ontbreekt is de muziek van Tsjaikovski. In plaats daarvan blaast de gans mij toe onderwijl hij op mij af waggelt. Het zijn vooral zijn platte zwemvoeten en zijn waggelende gang – niet eens zijn onhoorbare blazen – dat het elegante beeld volledig doet versplinteren. In gedachten wens ik hen een lang leven toe en ren op huis aan.
Een van de ganzen is druk met grazen en schransen. De ander, wellicht het mannetje, komt hautain op mij afstappen zo spoedig hij mij de laatste bocht ziet rondden. Daarbij draagt hij zijn kop fier op de hals, zoals in ‘Het Zwanenmeer’ Siegfrid zijn Odette leidt. Wat ontbreekt is de muziek van Tsjaikovski. In plaats daarvan blaast de gans mij toe onderwijl hij op mij af waggelt. Het zijn vooral zijn platte zwemvoeten en zijn waggelende gang – niet eens zijn onhoorbare blazen – dat het elegante beeld volledig doet versplinteren. In gedachten wens ik hen een lang leven toe en ren op huis aan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten