Het kan natuurlijk
ook zijn dat Herman geïnteresseerd is in de werkzaamheden die op het terrein
van de familie Engelen worden uitgevoerd, hoewel hij daar tot op vandaag nooit iets
van heeft laten blijken terwijl men er al maanden bezig is. Al gedurende vele
weken voelde ik de aandrang om het tweehonderd meter lange pad, dat
tegenwoordig met stalen rijplaten is belegd, af te lopen dat naar het bejaarde
dijkhuis De Trompet voert, teneinde bij een van de arbeiders naar de aard van
hun werkzaamheden te informeren. Ik heb dat enigszins dwingende gevoel echter nooit
in daden omgezet zodat ik onwetend blijf. Het heeft met de gastransportleiding
te maken, zoveel is wel duidelijk. Ik heb mijn oude Zonnebloemvriend Wim, hij werkte
vanaf zijn pensioengerechtigde leeftijd gedurende vijfentwintig jaar bij het
fruitbedrijf van Engelen, afgelopen woensdag opnieuw (ik deed dat misschien al
wel tien keer eerder) over het intensieve graafwerk en over de ontwatering verteld
– nog een gelukje dat de fruitbomen die Wim nota bene eigenhandig heeft helpen poten
en aansluitend jarenlang verzorgd, twee jaar geleden zijn gerooid anders zouden
ze nu door ernstige verdroging in moeilijkheden zijn gekomen. Inmiddels is Wim
negenennegentig jaar oud. Op mijn vraag of hij wist wat het doel van de
werkzaamheden is luidde zijn antwoord ‘Ik weet het niet meer!’ Dat impliceert
dat Wim het wel geweten heeft. Maar aangezien hij tegenwoordig iedere vraag met
‘ik weet het niet meer!’ beantwoordt, is het vrijwel zeker dat hij daar nooit
kennis over heeft gehad, ondanks dat ik hem er meer dan tien keer over vertelde – overigens beantwoordt hij ook met enige regelmaat tientallen ongestelde
vragen met ‘ik weet het niet meer!’ en slaat daarbij in machteloze frustratie een
gebalde vuist op tafel of op zijn bovenbeen. Afgelopen woensdag beantwoordde
hij één van mijn sporadische vragen, vragen die ik tegenwoordig zo weinig
mogelijk op hem af vuur, met een heldere ontkenning. Het ging er om of hij nog een kopje koffie wilde. ‘Nee’,
zei Wim, en schudde ontkennend met zijn hoofd. Bijzonder, want hij was altijd
wel in voor een tweede of derde kopje koffie.
Ook al zou Herman zich
niet afgewend houden, hij zou mij geen bijzonderheden over het werk noch over
de vorderingen daarvan kunnen vertellen. Van een beetje stier mag je zulke inspanningen
ook niet verwachten en al helemaal niet van een Schotse Hooglander. Dus
hervat ik mijn wandeling en vertel Herman niet dat ik vanmorgen met Floortje,
mijn fysiotherapeute, afspraken heb gemaakt over een setje oefeningen die ik gedurende
acht weken driemaal per dag ga uitvoeren en over de acht therapiesessies in de
oefenzaal. Vanaf begin januari ga ik wekelijks aan het werk op de roeibank, de
fiets en het cross-apparaat. Dat alles om mijn schouder en armspieren losser te
maken en sterker nadat ze een flinke opdonder hebben gehad van de reuma en de
pillen. Vlak voor de Waalbandijk laat een Kleine Bonte Specht horen dat hij
enige lekkere hapjes verwacht te vinden. Het klinkt hoe dan ook bemoedigend.
Succes met de oefeningen! Hoop dat je snel progressie boekt.
BeantwoordenVerwijderen