vrijdag 16 augustus 2013

Hemels

De temperatuur is, ondanks het vroege uur, aangenaam op deze dag, de dag waarop prins Friso in Lage Vuursche wordt begraven.
Op het moment dat het fruitbedrijf de Weeropper in beeld komt meen ik te begrijpen waarom ik op de Van Heemstraweg voor rechtsaf koos (terwijl ik meestal links ga om via de Hommelstraat de Waalbandijk te bereiken.) Het bericht naar aanleiding van het overlijden van Marietje (geboren in 1925), prachtig verwoord in ‘Verleden Leven’ van de Gelderlander, zal in deze keuze onbewust een rol hebben gespeeld, hoewel ik niet weet wat ik (nog steeds onbewust) had verwacht er aan te zullen treffen. In mijn kindertijd was aan een woning meestal zichtbaar (gesloten gordijnen, rouwkleedjes over raamversieringen en zo voorts) dat daar onlangs iemand voorgoed uit het leven verdween.
Terwijl ik langs het rommelige fruitbedrijf ren, blijkt dat daaraan niets is veranderd (zelfs de aanleg van een nieuwe inrit, reeds enkele weken voor onze vakantie begonnen en waarvoor nog steeds een deel van de straat, met behulp van fruitkisten en een rood-wit-markeringslint, is afgezet, verkeert nog in hetzelfde stadium.) De dood is hier als het ware onopgemerkt voorbijgegaan. Ondanks Marietje, niet eens zo heel lang geleden nog de scepter in haar winkel zwaaide. Wel moet gezegd dat zij enkele jaren geleden een comfortabele woning aan de Klaproosstraat betrok.
Aan de linkerkant, in de berm van de dijkopgang, zie ik wat ik dinsdagmorgen gemist heb (zie ook Definitief). De steilte van dit stukje Kloosterstraat laat mij voor even terug verlangen naar mijn hardlooprondjes in Zuid Duitsland, maar dat terzijde. Het licht van de opkomende zon valt nadrukkelijk door de wilde cichorei, waardoor ik een nieuw inzicht in de kleur van de bloemen verwerf. Deze plant presteert het kleine stukjes aan de hemelkoepel te onttrekken waarmee zij haar bloemen inkleurt. Wij hebben hen blijkbaar een verkeerde naam gegeven. Ik stel voor om ze voortaan hemelse cichorei te noemen!
Terug naar Marietje. Spoedig nadat wij in Beuningen gingen wonen kwamen wij haar af en toe tegen in de Weeropper. Het verkopen van de opbrengst van hun eigen fruittuin, was helemaal haar ding. Maar toen ik een intakegesprek met Marietje voerde – zij wilde graag van de diensten van de Zonnebloem gebruik maken – leerde ik haar beter kennen. Zij zag er toen al breekbaar uit zodat ik spoedig werk maakte van het vinden van een vrijwilliger die haar regelmatig zou gaan bezoeken. Erna en Toos vertelden mij dat zij werkelijk prachtig kon handwerken.
Dat kennismakingsgesprek voerde ik iets meer dan acht maanden geleden. Ik weet nog dat ik toen, doordat zij over haar leven en (huidige) moeilijkheden vertelde, dacht aan een van de lessen psychologie of andragogie (ergens midden jaren zeventig). Daarin werd de behoefte aan bescherming en beschutting tijdens de eerste maanden van een kind – mensenkinderen zijn, psychologisch gezien, immers nog onvolgroeid als zij worden geboren – vergeleken met de behoeften van volwassenen tijdens hun laatste levensjaar. (Hoog)bejaarden weten het instinctief als hun einde nadert. Die mens bewandelt dan als het ware eenzelfde weg als een baby, maar dan in omgekeerde volgorde: zoals een verzwakkende huid, dunnende haren, problemen met tanden en kiezen, afnemend spraakvermogen en behoefte aan minder maar vooral zacht voedsel.
Terwijl ik langs de Waalbandijk ren, alweer op de terugweg, realiseer ik mij dat het helaas lang niet altijd lukt om mensen in hun laatste levensfase dezelfde zorg en bescherming te bieden als die een moeder aan haar baby geeft, ondanks hun behoefte daaraan vergelijkbaar is. Daarin schiet onze samenleving helaas tekort, naar mijn mening.
En zo krijgt dit zomerse hardlooprondje onbedoeld een bezwarende lading mee, hoewel het rennen net zo hemels voelt als de kleur van de cichoreibloemen is!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten