dinsdag 24 mei 2022

Lucht

Op de kruising met de Tempelstraat moeten we voorrang geven aan een grote groep vrolijk keuvelende fietsertjes. Met uitzondering van de begeleidster is de hele groep in gele veiligheidshesjes gestoken. Het duurt even voordat de langgerekte colonne ons en de wachtende automobilist de ruimte geeft. Ik stel vast dat drie van de rijwielen zijn geëlektrificeerd waaronder die van de begeleidster. De elektrische fiets is dus al doorgedrongen bij kinderen jonger dat tien jaar! Hoe is de situatie over pakweg tien jaar?
    Wij steken over onderwijl voorrang gevend aan een jong fietsertje in een oranje hesje – Riky wandelt zoals meestal met mij mee. Na ongeveer vijftig meter wordt hij gevolgd door een meisje in eenzelfde uitdossing. Dat gebeurt nog een aantal keren voordat we De Balmerd oversteken en begrijp ik dat deze met oranje beveiligde kinderen, leerlingen van groep zeven zijn die hun verkeersexamen afleggen. Na de kruising met De Balmerd versmalt de Tempelstraat tot fietspad. Uit mijn ooghoek zie ik dat iets of iemand ons wil passeren. Nog terwijl ik Riky aan haar mouw trek hoor ik een vrolijke stem roepen: “Simon! Ik wist niet zeker dat jij het was, maar nu zie ik het duidelijk hoor!
    Haar stemgeluid herken ik meteen. Er is er maar één die meestal zo opgewekt klinkt. Maar dat gezicht? Het aangezicht lijkt op het eerste gezicht niet bij die persoon te passen. Vooral het kapsel. Die bijna witte coiffure zit me in de weg. Zo ken ik haar niet. Ik ken haar namelijk heel goed, maar help, haar naam? Heb gedurende vrijwilligerswerk geregeld met haar te maken gehad. Helaas valt haar naam niet in mijn mond. Er komt ook niets na enkele gemeenplaatsen, vooral uitgewisseld door Riky en deze vrolijke dame in haar rolstoel. Terwijl we onze wandeling weer voortzetten wil Riky weten waar wij deze vrouw ook al weer van kennen. Dat leg ik haar uit maar ook bij haar komt geen naam bovendrijven. Ondertussen blijf ik bij deze toevallige ontmoeting hangen. Pieker over mijn bijdrage en realiseer me dat die vrijwel nihil was. Het meest positieve dat ik daarover kan zeggen is dat ik me zo vriendelijk mogelijk opstelde. Vooral ergernis over mijn gebrekkige geheugen heeft me dwars gezeten. Zij noemde mijn naam spontaan. En ik? Ik kon zelfs niets persoonlijks of gevats inbrengen. Waardeloos! Zij zal wel denken…!
    In die stemming bereik ik met Riky de Van Heemstraweg waar we ruimte geven aan een jochie op een fiets. Oranje hesje met het nummer 69. Hij wordt op regelmatige afstanden opgevolgd door examengenoten. Nummer 71 is een groot meisje. Haar volwassen uitstraling brengt me even in twijfel: is dit een controleuse in vermomming? Op het moment van passeren zie ik dat zij een onschuldige deelneemster is. Voordat 89 ons passeert, een jongetje op een fiets die duidelijk op de groei werd aangeschaft is duidelijk: van deze zevendegroepers zijn de meisjes veelal beduidend groter (en verder in hun lichamelijke ontwikkeling) dan de jongens.
    De Hommelstraat, Dwarshommelstraat en Kloosterstraat worden niet benut voor het verkeersexamen. Wel worden we er overvallen door een kleine plensbui waar veel wind onder zit en blijf ik mijn hersenen tevergeefs bevragen om de naam van de rolstoelster. Opnieuw op de Van Heemstraweg nadert nummer 11, een optimistisch en vriendelijk meisje. Zij slaat de hoek van de Wilhelminalaan om.
    Weer terug op het smalle deel van de Tempelstraat wandelt een vrouw met een teckel voor ons uit. Het beest, waarschijnlijk getipt door een aantrekkelijke geur, blijft stokstijf bij een busseltje ruig onkruid staan. Dat geeft ons de gelegenheid het stel te passeren. Het snuffelende dier brengt spontaan een herinnering boven uit mijn jeugd. Tegen Riky: “In Westfriesland zeiden we: Kijk, die hond lucht aan dat paaltje, in plaats van ruikt aan dat paaltje!”
    Ja, met zuks skiet je niks op! Liever hoor ik spontaan de naam van die kennis!

 

NB: thuis vond ik Jeanne in een tel.