maandag 30 juni 2014

Verrassing

Op de nieuw gestorte sokkel staat een paal. Een roestkleurige, waarschijnlijk Cortenstaal.
         Het gebeurt toch nog onverwacht. Nu ik met mijn gedachten bij de brainstorming over de toekomst van de Nationale Zonnebloemloterij (waarvoor we morgen bijeen komen), hier over de Waalbandijk ren, word ik er onverwacht mee geconfronteerd, terwijl ik er afgelopen vrijdag juist naar uitkeek maar het niet aantrof. Dus moet het later op die dag, misschien al toen ik onder de douche stond, toch nog op de sokkel gemonteerd zijn.
         Vanuit mijn ooghoek zie ik de bruine paal, rond, een centimeter of veertig in doorsnede en misschien vier meter lang. Ja, vier meter, misschien zelfs langer. Ik realiseer mij niet onmiddellijk dat de paal is opgericht om het nieuwe beeldhouwwerk van Nur Tarim te dragen. Eerst is er een vorm van verwondering: Hé, wat doet die paal hier? Dan pas klikt het op z’n plaats: Dus toch nog volgens verwachting opgericht! Nu wachten op Rivierwachter Twee, denk ik, terwijl ik mijn blik naar de top van de paal verplaats. Dan zie ik dat er wel degelijk iets op de paal staat. Iets kleins. Dat zal toch niet…?
         Ja hoor, hoewel klein, is het wel degelijk de plastiek van een vogel. Terwijl ik in het voorbijgaan mijn nek verdraai om er nog iets van te kunnen zien, zie ik vlerken en een draakachtige nek als van een gans in dreighouding.
         Op de terugweg let ik goed op. De roestkleurige paal valt enigszins weg tegen het vele groen van een aantal bomen. Maar als ik dichterbij kom zie ik, o wat een verrassing, een nietig vogelfiguur scherp afgetekend tegen een klein stukje blauw van de bewolkte hemel. Een vlerk buigt licht omlaag, het ander omhoog. Het zonlicht glanst op de lange slanke hals die sierlijk omlaag buigt. De kop lijk vanaf deze afstand meer op die van een schildpad als van een vogel. Door de omvang van de paal lukt het niet goed details te zien. Van de poten zie ik bijvoorbeeld niets.
         Enigermate gedesillusioneerd ren ik verder. Is dat nou alles? Is dit de verwachte vervanging van de Rivierwachter? Het kunstwerk is zo klein dat het zomaar op de rand van mijn computerscherm zou kunnen staan. Of op mijn schouder, terwijl ik hier mijn rondjes ren. Er valt een ander beeld over dat van de vogel op zijn overmaatse zit heen: de blikken vogel in onze boekenkast. Onze kleindochter Sofie heeft er een aantal jaren angst voor gehad en werd er tegelijkertijd door aangetrokken.
         De vogel op de boekenschap maakte ik in 1971 tijdens de cursus Creatieve Handvaardigheid (MO-akte). “Neem een stuk afval, wat zie je daar in?”, zo luidde de opdracht van beeldhouwer, graficus Peter van der Logt. Ik dacht daar een hele week over na (dom, dom, dom) tot de dag kwam dat ik de uitwerking aan Peter moest tonen. In een groot formaat conservenblik (uit de keuken van de Pompekliniek) zag ik een vogel. Een blikschaar, buigtang en soldeerbout hielpen mij het daaruit te verlossen. Lijf en beschermend gebogen vlerken als van een ooievaar, poten en voeten als die van een gans, de kop van een kraai met daar bovenop uitpuilende ogen als van een kikker, en een snavel die het midden houdt tussen dat van een raaf en een maraboe.
         Zien, uitknippen, vormen en in elkaar solderen, het lukte in de paar uurtjes die vooraf gingen aan de avondschool in Weurt.
         Toen ik een paar weken geleden hoorde dat een Rivierwachter zou terugkeren op deze plek (zie ‘Rivierwachter’) kreeg ik beelden van een vogelman met dramatisch gespreide vlerken voor ogen. Drie tot vijf meter hoog, stevig en woest zoals een Wachter betaamt.
         Het is anders.
         Het zal druk worden besproken!
        

         

Geen opmerkingen:

Een reactie posten