De
Gelderlander bericht over de handel in derivaten, financiële constructies die
door niemand zouden zijn begrepen maar desondanks gewild bij schatbewaarders
van (onder meer) woningcorporaties. Terwijl ik dat lees eet ik mijn boterham
met chocoladehagelslag en neemt het daglicht af. Een teken dat ik het wellicht
niet droog houd gedurende mijn hardlooprondje die aanstaande is, en er wijs aan
doe mijn regenjasje aan te trekken.
Zou ik ook gevallen zijn voor een charmeoffensief
van onze bank? Ik prakkiseer daarover terwijl ik hardlopend de Balmerd probeer
over te steken. Hoewel ik mij nog binnen de maximaal-dertig-kilometer-zone
bevind, vertrouw ik niet op de reflexen van de bestuurder van een aanstormende hemelsblauwe
personenauto van links. Ik schat dat we ongeveer tegelijkertijd op de kruising
zullen zijn, dus neem ik de wijk naar links en bereik daardoor veilig de
overkant, terwijl de automobilist na de verkeersdrempel het gaspedaal nog eens
extra indrukt. Misschien is hardrijden zoiets als sneller rijk worden. Je houdt
meer tijd over om leuke, interessante of lucratieve dingen te doen. Extra geld
kan iets soortgelijks betekenen. Maar hoe zit het dan met hardlopen?
Wacht even Simon, dat is een te
moeilijke vraag op deze vroege morgen, terug naar de verleidingen van de bank: ik ben tenslotte ook
penningmeester van bezittingen die een maatschappelijke organisatie toebehoren.
Ik ben echter nooit, zoals sommige andere quaestoren, door de bank uitgenodigd
voor een trip per helikopter naar de Tour de France, noch voor een dinertje of
het bezoeken van een fraai concert. Ja, zelfs een bezoekje aan een toernooi op Wimbledon
zat er voor mij niet in. Op kosten van de bank bedoel ik!
We beheren allebei een potje geld van
anderen, maar daar houdt de overeenkomst tussen Marcel de Vries en mijn
persoontje op. Toegegeven, de schat die ik voor onze Zonnebloemafdeling bewaak
is een beetje kleiner dan de miljarden van het Rotterdamse Vestia. Dat maakt
het voor mij gemakkelijk: ik sta niet aan verleidingen bloot zoals die
waartegen Marcel zich had te weren, terwijl ook in mijn arbeidsvoorwaarden –
ook aan vrijwilligers worden immers voorwaarden gesteld – nergens sprake is van
het moeten melden van neveninkomsten. De Vries kon er dus niets aan doen dat zijn
werkgever onkundig bleef van de opbrengsten van zijn schnabbel. En die tien
miljoen euro viel in het niet bij de 2,1 miljard euro die Vestia
verloor.
Inmiddels ben ik bijna op de
Waalbandijk en getuige van de vorderingen bij de bouw van het nieuwe ‘Roelofshuis’
aan de Hommelstraat. Twee bouwvakkers zijn bezig met het metselwerk aan de
binnenmuren, waarbij terloops deur- en raamkozijnen worden gesteld. De
contouren van de woning beginnen zich af te tekenen. Zal hun
werkgever, Aannemingsbedrijf Van Vulpen BV, in hun arbeidsvoorwaarden hebben opgenomen
dat beunhazerij uit den boze is? En gesteld dat dit niet daarin is geregeld,
loopt hun baas dan het risico dat materialen vanwege bijverdiensten elders
worden benut? Of ga ik er nu te gemakkelijk van uit dat Marcel de Vries met
behulp van de Vestia-miljarden zijn persoonlijke niet onaardige winst kon
maken? (Overigens, tien miljoen euro genereren, daarvoor is een flink
beginkapitaal nodig!)
De Parlementaire enquêtecommissie
Woningcorporaties heeft als doel bij te dragen aan de ontwikkeling van
toekomstig beleid. Zij zit nu in de fase van Openbare Verhoren. Sinds 4 juni
heeft de commissie al heel veel bagger uit de ‘verborgen bedrijfscultuur’ aan
het licht gebracht. Ik ben zo eigenwijs om te veronderstellen dat deze dikke shit
kon ontstaan vanwege de verzelfstandiging van de woningcorporaties.
Het beleidsadvies zal het
terugschroeven van verzelfstandiging inhouden. Ja toch?
Marcel de Vries en zijn kompanen deden er beter aan een regenjasje aan te trekken, toen banken hen op charmante
maar kostbare tripjes ging trakteren!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten