vrijdag 10 januari 2014

Winterslaap

Als een vermeende plastic draagtas tot leven komt realiseer ik mij dat ik een toeschouwer heb. Zij zit uit de wind en lekker in het zonnetje, in de berm langs de Hommelstraat. Vanaf dat moment tot ik haar passeer hebben we oogcontact. Zij, lapjespoes – dat klinkt een beetje vreemd dus houd ik het maar op lapjeskat – heeft haar vacht dik uitgezet, geniet spinnend van de zon en droomt met open ogen. Ik ben jaloers op haar. Niet dat ik tabak van mijn hardlooprondje heb, maar vanwege het feit dat zij haar vier pootjes, haar handen en voeten, tegelijk onder haar lijf kan stoppen om ze op die manier lekker warm te houden. Terwijl ik passeer roep ik haar maar zij geeft geen krimp; zij doet geen moeite om slechts één pootje onder zich uit trekken. Zij geeft mij zelfs geen knipoogje!
Hoeveel uren ik zou oefenen, tegelijkertijd mijn handen en voeten verwarmen zoals die lapjeskat, krijg ik nooit voor elkaar. Toen ik nog een schooljongen was had ik daar mijn moeder voor. Als ik in de winter thuiskwam mocht ik beurtelings mijn ijskoude handen en voeten onder haar warme billen stoppen. Nu ik daaraan terugdenk weet ik het zeker, daar genoot ik meer van dan ik zou doen als ik dat poezenkunstje wel zou beheersen: de keukenkachel stond te loeien, mijn handen gingen gloeien en ik werd rozig. Ik viel als het ware in een ultrakorte winterslaap.
Als ik langs twee peppels ren, waarvan de kronen tijdens de jongste storm kapot zijn gewaaid – was het wel uitsluitend de wind of is ook een zaag ingezet? –, komt het berichtje over de winterslaap van koikarpers bovendrijven. Eigenlijk ging het over iets anders: ik hoorde onlangs een vrouw via de radio vertellen dat zij bang was dat haar koikarpers zouden sterven – gekke benaming trouwens, koikarper, koi is Japans voor karper, dus eigenlijk zeg je dan karperkarper. Hoe dan ook, de vrouw wist zeker dat haar karpers zouden sterven omdat zij pas in winterslaap waren gegaan. Ik meen dat het gezin een vijver moest wegruimen omdat zij de woning diende te verlaten vanwege huurachterstand of iets dergelijks. Ik hoorde het berichtje maar half. Slechts dat over de winterslaap kwam helder bij mij binnen. Dat koikarpers een winterslaap hielden, daar had ik namelijk niet eerder over gehoord.
Onze buurvrouw heeft vorig jaar een fikse vijver in haar achtertuintje uitgegraven. Feitelijk heeft zij haar achtertuin veranderd in een vijver, een designvijver. Haar designschuur kan zij slechts bereiken via een hardhouten brug. Er zwemmen een aantal koikarpers in, en twee steuren. Het grappige is, vind ik, dat wij vanuit de badkamer eersteklas uitzicht op haar vijver hebben. Ik combineer een bezoek aan de badkamer dan ook regelmatig met een blik op haar vrolijk gekleurde karpers, hoewel ik daar meestal veel geduld voor moet opbrengen. De vijver is immers behoorlijk groot, meer dan twintig vierkante meter, en mansdiep. De vissen hebben dus alle ruimte om zich in het donkere water en onder de brug te verstoppen (de twee steuren zijn nog moeilijker te ontdekken en dan nog alleen als de zon de streepjes op hun rug en zijden belicht.)
Het is al lang geleden dat ik buurvrouw’ koikarpers zag. De reden daarvan begrijp ik pas sinds die dame via de radio over haar moeilijkheden vertelde. Winterslaap! Waarschijnlijk leven zij nog en hebben zij dat leven alleen maar op een laag pitje gezet. Ik maakte mij dus nodeloos ongerust (er is trouwens ook een oplossing gevonden voor de slapende karpers in die weg te ruimen vijver.)
En ik heb nog een goed bericht: als je tijdens deze winter last hebt van steekmuggen, dan kun je die doodmeppen en de lijkjes vanaf vandaag opsturen naar Wageningen Universiteit. Het gaat dan namelijk om een bijzondere soort: gewone huissteekmuggen tref je nu niet, die houden hun winterslaap. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten