Bij mijn
beker warme melk dronk ik tevens het onzalige plan van de Arnhemse discotheek The Level om jongeren grenzeloos drankjes te gaan
verschaffen tegen een gering vast bedrag. Alsof er al niet genoeg jongelieden zijn
die hun hersenen regelmatig op sterk water zetten!
Er hangt
een dunne ochtendmist – frisser dan alcoholdamp – die al het dagelijkse met een
mysterieuze sfeer omgeeft. Op het laatste deel van de Tempelstraat houden de
hoge peppels de nevel vast en geven de indruk van een geheimzinnig woud – voor twee
seconden waan ik mij tochtgenoot van Frodo Balings die door het Demsterwold trekt
(Tolkien: ‘In de ban van de ring’). Dit
feeƫrieke beeld verbrokkelt jammerlijk vanwege twee indringende oranje
zwaailichten die de vuilniswagen van de DAR
voorgaan en de mist plaatselijk verdrijven. Dan hoor ik ook de bliepjes die de
chauffeur vertellen dat hij zijn kolos veilig achteruit kan manoeuvreren: ik
ben weer terug in de gewone hardloper die twee schoolkinderen begroet en achter
de stinkende vuilniswagen aan rent die hem onbewust de Van Heemstraweg helpt
oversteken.
Een kever
haalt mij uit mijn overpeinzingen, ik ren inmiddels op de Waalbandijk. De zon
doet kop-, rug- en dekschilden van het tamelijk grote insect schitteren: roze-groen,
maar in beweging heeft een gouden gloed de overhand. Het beestje vlucht voor
mij weg door het asfalt schuin over te steken. Ik verbaas mij over de snelheid
van dat kleine dier, in vergelijking met deze grote mens; het loopt zelfs op mij
uit! Waarschijnlijk vertegenwoordigt het de familie van de loopkevers.
Het is stom
toeval dat juist een kever (en nog wel zo’n opzichtig exemplaar!) door mijn
beeld rent terwijl ik op een absurd idee van een Canadese tandarts kauw die een
ex Beatles-lid wil klonen. Helemaal
fout natuurlijk! Vernieuwing is immers een van de peilers van de natuur; ieder
nieuw leven is weer net iets beter aangepast als dat wat voorafging. Zo kan de
wereld zich ontwikkelen en voortbestaan. Met klonen mislukt dat faliekant.
Soms
fantaseer ik dat ik na mijn dood opnieuw zal kunnen bestaan. Om jou op mijn
golflengte te krijgen zal ik proberen dit zo helder mogelijk uit te leggen. Je
denkt, ervaart, reageert en neemt deel aan een samenleving. Daardoor leef je,
daardoor ben je. Wellicht kun je het ook omdraaien, sommige filosofen denken
dat de wereld er is omdat jij denkt, ervaart, en zo voort. Hoe dan ook,
als het moment daar is dat deze
activiteitenrange stil valt, dan ben je dood (dan verdwijnt de wereld?) Mijn
fantasie is nu dat na deze stilstand alles weer opnieuw begint.
Dat hoeft niet noodzakelijkerwijze mijn zelfde persoonlijkheid te zijn. Met
andere woorden, die nieuwe ik heeft geen idee van mij. Hij (of zij!) denkt,
ervaart, en zo voorts, dank zij mijn dood!
Nu heb ik
mij suf geprakkiseerd, op verschillende momenten van mijn leven, het idee (het
is maar een fantasie hoor!) steekt nu eenmaal af en toe de kop op, hoe aan deze
nieuwe ik duidelijk kan worden gemaakt dat hij of zij voortspruit uit mij. Ik
weet (nog steeds niet) of en hoe dat kan.
Frank Herbert lukte het. In zijn ‘Duin’ sage laat hij een van zijn romanfiguren telkens weer opnieuw leven. Elke nieuwe kloon wordt op jonge leeftijd ‘wakker geschud’ teneinde zich zijn oude ik te doen herinneren (hoe gruwelijk moet dat zijn!)
Frank Herbert lukte het. In zijn ‘Duin’ sage laat hij een van zijn romanfiguren telkens weer opnieuw leven. Elke nieuwe kloon wordt op jonge leeftijd ‘wakker geschud’ teneinde zich zijn oude ik te doen herinneren (hoe gruwelijk moet dat zijn!)
Er zijn dus
twee redenen waarom die Canadees de kies van John
Lennon moet laten wegrotten: een kloon is tegennatuurlijk want groeit
onveranderd op (afgezien van omgevingsfactoren) en loopt kans
zich de oude John te herinneren!
Wilde
cichorei, hier staan weer een aantal schitterende planten, toont zich kampioen
vernieuwer: iedere dag tooien zij zich met nieuwe bloemen en die van gisteren
stoten zij af. Definitief.
Doen zij
prima, vind ik!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten