Kalm en tevreden
zet ik de eerste passen. Bij deze heerlijk frisse temperatuur, de wind laat
mijn lichtste hardloopshirtje weldadig over mijn rug flapperen, verheug ik mij dat
het nog helemaal voor mij ligt! Gewoon hardlopen, een uurtje lekker vrij rennen
in een overbekende omgeving. Rust in het hoofd. Geen doel, geen dwang, hoewel
ik het zeker zal missen indien ik er aan verzaak.
Dit
optimistische gevoel laat ik bijna overrulen door te denken aan Amerika en zijn
bondgenoten die Syriƫ dreigen, mogelijk met gewapende acties: schepen met
kruisraketten liggen klaar terwijl het door de Verenigde Naties gelaste
onderzoek naar de vermeende gifgasaanval nog maar net is begonnen. De
Amerikaanse minister van buitenlandse zaken wond er gisteravond geen doekjes
om! Ik kreeg het nog net mee voordat ik de buis afsloot. De druk neemt hand
over hand toe.
De beelden
vanuit Syriƫ zijn in toenemende mate schokkend: zij schreeuwen de wereld toe:
“Help!” Toch druk ik ze weg. Wat kan ik hier, rennend over de Kloosterstraat, doen?
Zelfs mijn ingenomen standpunt maakt
geen verschil, kan nieuwe slachtoffers niet voorkomen.
Liever denk
ik aan het moment aan de wastafel: ik hing min of meer nog in een warrige
droom, terwijl ik mij stond te scheren, waaruit de klokken van de Corneliuskerk
mij wekten. Zij beierden blijmoedig zodat ik zin kreeg in deze dag. Of aan een
passage die ik gisteravond las in het boek van Diederik van Hoogstraten (‘De rennende Hollander’): hij bereidt
zich voor op een run door New Orleans, vetert zijn rechterschoen dicht, wringt
zich in het linker… om tot de conclusie te komen dat hij twee rechterschoenen
in zijn sporttas stopte (hij bezit meerdere paren, van hetzelfde merk en
model, zodat de schoenen tussen zijn loopjes kunnen rusten.)
Vervolgens schrijft hij over zijn jacht naar een winkel die open is, en zo
voorts. Het beeld van deze hardloper, stuntelend met zijn schoenen, zichzelf
vervloekend dat hij zo dom was…, vloeit over in het beeld van een goede kennis,
rommelend in zijn sporttas, op zoek naar zijn wadloopschoenen.
We zitten
in een zaaltje van het Wadloopcentrum in Pieterburen, nadat we de nacht hebben
doorgebracht in hotel Het wapen van Hunsingo. We hebben ons bij de leiding
gemeld en maken ons gereed voor de tocht. Een klinkende vloek: hij kan iets
niet vinden. Van alles komt uit zijn tas waaronder versnaperingen voor ons
allemaal. Dat laatste roept ergernis bij hem op, nu zijn hoge gymschoenen nog thuis
staan. Vlak bij het centrum is een rijkelijk bevoorrade schoenenwinkel (in
Pieterburen is een duidelijke markt voor een bepaald artikel.) Vijfentwintig
gulden betaalt hij voor een passend paar. Prachtig, wel duur (voor die tijd.)
Wij zijn allemaal gerustgesteld nu dat acute probleem is opgelost. Maar we
rekenden niet op nieuwe ontwikkelingen…
Nu moet ik
je eerst vertellen over een koe, een Rode Geus met forse hoorns, die door de
uiterwaard rent in de richting van waaruit lawaai van een bulldozer klinkt (ruimte
maken voor de Waal.) Terwijl zij holt gooit zij haar gat omhoog en strekt vlaggend
haar staart. Is zij blij? Ziet zij een oude kennis? Gaat zij bemiddelen? Mijn
standpunt is in dit opzicht waardeloos, helaas. Nooit zullen wij weten wat haar
bewoog.
Mijn goede
kennis krabt zijn hoofd, nieuwe gympen aan zijn voeten, pakt zijn tas op
en trekt een andere rits open. Ja, wadloopschoenen! (Hij kreeg nog twintig
gulden terug voor zijn nieuwe schoenen: de handelaar bleef zijn standpunt stijf
verdedigen.)
Iets moet
anders! Als de Syrische regering nu eens met een aantal wereldkopstukken gaat
rennen? Met hulp van de extra endorfine bedenken zij wellicht een bruikbare route,
vinden zij een standpunt van waaruit vrede kan ontstaan!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten