vrijdag 22 augustus 2014

Stijven

Twee opvallende nieuwsitems spelen door mijn hoofd onderwijl ik de Tempelstraat uit ren, waarbij ik tegelijkertijd attent moet zijn op een paar wilde eenden die mij, waarschijnlijk opgeschrikt door mijn plotselinge komst, op hun vlucht naar de veilig geachte vijver trachten te poorten.
         Meeuwen en beren dringen door in het nieuws. Zij vragen onze aandacht. Ondanks de grote problemen in de rest van de wereld gaat ons leven hier gewoon door.
         In de kustplaatsen worden de meeuwen brutaler. Zij brengen het niet langer op geduldig te wachten tot mensen in parken en rond eendenvijvers voedsel voor hen strooien, of op herkenbare plaatsen deponeren zoals in vuilniszakken, prullenbakken of gewoon langs de kant van de weg. Geduldig wachten tot zij eindelijk de rest van de restjes krijgen toebedeeld, dat is hen voortaan te min. De in onschuld geklede vogels hebben de gang van zaken eens goed aangekeken. Zij achten het in het vervolg opportuun de mensen op terrassen en bij eettentjes te benaderen en hun voer uit borden, dozen dan wel papieren zakken weg te grissen. Wat een zaligheid zo’n warm gestoofd knakworstje!
         Die meeuwen hebben natuurlijk groot gelijk. Ik zou in hun plaats niet anders handelen. Sterker nog, ik heb een keer gedaan als zij. Dat was tijdens een buiten schildersklus aan een boerderij ergens in Middenmeer. Wat buiten wordt neergezet is voor de schilders, zo leerden wij daar. Zo werden mijn collega’s en ik, voor een kopje koffie of thee, nooit binnen gevraagd. Ook onze middagboterham aten wij buiten.
Op een vrijdag troffen wij op de putdeksel naast de keukendeur een schaal met pudding aan. Vlak voor de boerin naar de stad toog, had zij die daar neergezet om te laten stijven. Heerlijk, pudding!
Bij thuiskomst hebben we de boerin gecomplimenteerd met haar kookkunst, en haar bedankt natuurlijk. Zij was niet blij en heeft contact met onze baas opgenomen. De afloop ervan kan ik je helaas niet vertellen, die is in de kronkels van de tijd weggezakt…
         Een bruine beer in Italië zag zichzelf voor een ander probleem gesteld. Mensen infiltreren zijn bossen en kapen het lekkers voor zijn neus weg. Zijn lekkernijen. Ze zijn toch al zo moeilijk te vinden, die overheerlijke cantharellen. Een vrouw, zij verzamelde deze zwammen in een oude boodschappentas, werd door hem gesnapt. Hij kon zijn woede niet meer beheersen en heeft haar weggejaagd.
         Meeuwen en beren. Zij zaten beiden in een beschermingsprogramma. In de parlementen in Nederland en Italië is over de voorvallen gediscussieerd. Er moet een aanpassing in de nieuwe Natuurwet komen, vindt Heerema (VVD), die het afschieten van lastige meeuwen mogelijk maakt. Ook in Italië ziet men in dat radicale middel een oplossing.
Hoe de Dierenbescherming, die komende week haar honderd vijftigste verjaardag gaat vieren, over deze aanpak denkt weet ik niet, de Vogelbescherming vind het geen goed plan. Zij ziet meer heil in het opruimen van de rotzooi op straat.
         Naast de onderdoorgang van de Tacitusbrug ligt vreemd afval, op de plaats waar ik in juni 2013 een kapot getrapte bril aantrof (zie ‘Brilletje’). Het zijn de restanten van wat waarschijnlijk tot voor kort een monitor was. Ik probeer te bedenken welke dieren in deze omgeving – geen meeuwen, want die zien wij hier slechts bij hoge uitzondering, en de bruine beer is hier ook nooit gespot – op dergelijke brokstukken aast. Microben misschien?
Degene die het apparaat hier uiteen deed barsten, heeft waarschijnlijk nooit van de Perm-Trias-massa-extinctie gehoord. Microben zorgden voor een explosieve groei van methaan en veroorzaakten het uitsterven van negentig procent van de toen levende soorten.
         Als de eigenaar van het gedumpte goed over het gevaar van deze microben had gehoord, dan had hij zijn overtollige monitor vast wel braaf naar de gemeentewerf afgevoerd!
        

         

Geen opmerkingen:

Een reactie posten