In zijn
afgetrapte wei, bovenaan de Hommelstraat, kijkt mijn vriend Herman – de Schotse
Hooglandstier – verbaast op als ik plotseling langzij kom rennen. Hij had mij
vanmiddag niet meer verwacht. Ik wil hem vertellen dat het is omdat wij
vanmorgen een pleziertochtje over de Waal maakten, van de Nijmeegse kade naar
de Klompenwaard, maar hij kan of wil mij niet begrijpen.
Op de Waalbandijk vraagt de prullenbak
bij het bankje tegenover het fruitbedrijf van de familie Engelen, mijn
aandacht. Jammer dat ik geen röntgenogen bezit, zoals die bij de incheckbalies
op Schiphol en andere vliegvelden. Zulke ogen waarmee je schaamteloos door de
wand van andermans koffer heen kunt kijken zodat al diens ingepakte geheimen
aan jou worden geopenbaard. Met dergelijke ogen zou ik tussen de lege flesjes,
drinkpakjes, bananenschillen en andere definieerbare en ondefinieerbare
rotzooi, mijn afgedankte Gorillapod kunnen zien, mits de prullenbak in de
tussentijd niet werd geledigd.
Een van zijn drie buigzame benen brak
gister af, van dat statiefje bedoel ik. Niet spontaan. Dat zeker niet. Ik had
mijn zinnen gezet op het te dikke paaltje met het verkeersbord dat
automobilisten verbiedt hier in te rijden, te dik voor mijn Gorillapod. Daaraan,
aan dat paaltje, wilde ik middels dat slimme statiefje mijn camera klemmen om,
met behulp van de zelfontspanner een foto te maken van mijzelf en mijn vrienden
op de bank. (Tegenwoordig kun je zo’n ‘zelfontspannerfoto’ kort maar lelijk,
‘selfie’ noemen). Vaak ben ik eigenwijs, dus wilde ik per se doen wat bij
voorbaat al niet mogelijk leek. Met het desastreuze gevolg.
Op initiatief van de Gelderlander zaten we vanmorgen met een grote groep
natuurliefhebbers, misschien honderd man, allen deelnemers aan de eerste
‘Natuurrondvaart met Gerrit Jansen’, opeengepakt in de Pannenkoekenboot. Gerrit
Jansen, docent biologie, schrijft wekelijks een gezellig en informatief stuk over
de natuur.
Vanmorgen vertelde hij ons in geuren en kleuren wat wij buiten konden zien. Al
direct verraadde Gerrit zijn onderwijzershart. Aan de hand van een stencil met
kleurrijke voorbeelden leert hij ons klassikaal hoe namen tot stand komen.
Bijvoorbeeld een kikker op een boomtak noemen we… Juist, een boomkikker. Ook
laat hij ons zien dat wij in veel gevallen antwoorden kunnen vinden door goed
te kijken, ruiken, proeven of voelen.
Gistermorgen bewonderde ik met mijn
vrienden de bloeiende meidoorns tijdens onze struintocht door de uiterwaarden
langs de Waal. Een van hen vond dat het landschap door deze struiken een
parkachtige uitstraling krijgt. We genoten vooral van de vele vogelgeluiden in
de nabijheid daarvan. Ook Gerrit Jansen wees ons vanuit het motorschip op deze
juweeltjes. Vanwege hun warrige takken en doornen noemde hij ze thuishavens voor
zangvogeltjes zoals tuinfluiter, winterkoning, heggenmus, zwartkop en soms
zelfs de braamsluiper.
(Sorry Werner, de beflijster noemde hij niet!)
(Sorry Werner, de beflijster noemde hij niet!)
Tot mijn verrassing stuitten we
gistermorgen bij een van de vele Waalstrandjes op een flinke afkalving. Een
misschien wel dertig jaar oude wilg vonden we volledig omsloten door het
waalwater, bij een lage waterstand. Een groot deel van het wortelstelsel werd bloot gespoeld. Ik veronderstelde dat dit door het verlagen van de kribben is
veroorzaakt. Desgevraagd bevestigde Gerrit Jansen dit. Hij greep dit bovendien
aan als een kans om ons, zijn leergierige klas, te vertellen dat delen van onze
oerbossen vanwege het nog ongetemd stromen van rivieren, vaak de vorm van een
mangrovebos kregen.
De foto is uiteindelijk tóch gemaakt.
Een vriendelijke dame, zij kwam uit Noordwijk vertelde zij mij, vond ik bereid
om zich in de plaats te stellen van het gesneuvelde statiefje en de
zelfontspannerknop. En toen wij vroeg in de middag thuiskwamen van onze
biologieles, vonden we een berichtje van Postnl:
mijn nieuwe Joby Gorillapod Hybrid is tijdens onze afwezigheid bij de buren
bezorgd. Ditmaal een steviger exemplaar!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten