dinsdag 7 augustus 2012

Beroepskeuze

Aan mijn ontbijt las ik het optimistisch stemmende bericht in de Gelderlander over de opstand in Syrië. In die zin dat de Syrische premier, Riyad Hijab gisteren de kant van de opstandelingen koos door met zijn familie naar Jordanië te vluchten. Daarmee is de positie van Assad weer iets zwakker geworden.
Tijdens het hardlopen probeer ik mij voor te stellen hoe zo’n vlucht, in familieverband en uit een land vol oorlogsdreiging en -geweld, veilig kan worden volbracht. Het lukt mij niet. Ik kan mij slechts gelukkig prijzen met ons stabiele Nederland, dat is veel eenvoudiger. Ik peins daarover tot ik de ganzen opmerk – ouderen met hun opgeschoten jongen – die in een grote gakkende troep van misschien wel tweehonderd dieren zijn neergestreken (voornamelijk Grauwe Ganzen waartussen ik enkele Egyptische Nijlganzen ontdek) op een akker langs de Hommelstraat. Daar is het graan, wintertarwe misschien, kortgeleden geoogst. Het lijkt een groep leerlingen op excursie: “Kijk maar goed Wammes, jongen, dat is nou graan. Daar zitten veel eiwitten in. Best spul om te bunkeren als energie voor lange trektochten", gakt de biologieonderwijzer ernstig, "je hebt er tot wel tien keer minder van nodig als van gras, waardoor je extra tijd over houdt voor je vleugeloefeningen!” En hij snatert hartelijk om zijn eigen grap.
Hopelijk ontdekken onze jagers deze excursie niet, nu zij van minister Bleker groen licht kregen om veel ganzen af te schieten.
Na mijn ervaring van afgelopen weken in de bergen ontdek ik dat vlak lopen, zoals hier op de Dijk,  toch evengoed een specifieke belasting veroorzaakt. Ja, bergop is zwaar, maar met regelmatige beloning in de vorm van een minder steil, vlak of afgaand stuk, gedeelten waarop je steeds kunt uitrusten. De belasting op ‘mijn thuistraject’ blijft echter ongeveer constant. Wel belooft de wind te helpen door mij op de terugweg overwegend in mijn rug te zullen blazen.
Op het stukje Uiterwaard, net na de verkeersbrug over de Waal zie ik iemand in een geel oliejack richting rivier lopen. Verderop staat een kleine bestelwagen waarvan ik het opschrift niet kan lezen. Aan de arm van Geel Oliejack bungelt een koffer als dat van een dierenarts. Ik vermoed dat deze persoon monsters gaat nemen om de kwaliteit van het rivierwater te kunnen meten. Die gedachte brengt mij bij de monsternemers in mijn schooltijd.
Ik vertelde al eerder over confrontaties met een beroep dat ik graag zou hebben uitgevoerd (zie Wensbeelden.) Monsternemer, dat leek mij destijds een aantrekkelijk beroep. Op weg van school naar huis, en later op de fiets vanaf de technische school, zag ik er geregeld een opereren. Deze monsternemers waren, vermoed ik, in dienst van de zuivelfabriek Aurora in Opmeer. Zij waren uitgerust met een speciale fiets waarop zij hun houten rekjes met smalle glazen monsterflesjes konden klemmen. Bovendien droegen zij bij slecht weer beschermende kleding en lange kaplaarzen. Zo toegerust gingen zij van melker naar melker – in die jaren werden de koeien nog handmatig in de wei gemolken. Van de melk van iedere afzonderlijke koe namen zij een monster. Aan ieder monster werd vervolgens een klein beetje van een voor mij geheimzinnige vloeistof toegevoegd dat met een buis voorzien van rubber knijpbal uit een fles werd opgezogen. Kortom veel aantrekkelijke omstandigheden – speciale fiets, kisten met kleine flesjes, geheimzinnige vloeistoffen en knijpballen, speciale kleding, veelvuldig in de nabijheid van koeien, lekker buiten – waardoor dat beroep mij attractief scheen.
Het kwam er nooit van. In het kader van mijn beroepskeuze heb ik nooit informatie ingewonnen bij de school of rechtstreeks bij de zuivelfabriek. En achteraf prijs ik mij gelukkig want ook al bleek huisschilder zijn eigenlijk saai, het bracht mij wel naar de rest van mijn carrière en die bezorgde mij uiteindelijk de Zonnebloem!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten