Ze staan er nog! De laatste keer dat ik
onder de Tacitusbrug door rende waren
ze ook nog ongemoeid gelaten. Dat was dinsdag. Veertien dagen daarvoor lagen ze
in een modderplas. Aanvankelijk rende ik er aan voorbij. Ik was weer op weg
naar huis, maar iets in mij zei dat ik terug moest keren. Om geen vuile handen
te maken heb ik ze toen voorzichtig opgepakt en ze, duidelijk zichtbaar voor iedereen
die hier onderdoor zal komen rennen, lopen, fietsen of rijden, bovenop de stenen
gezet die al maandenlang klaarstaan om dit zanderige deel onder de nieuwe brug
te bestraten. Ze wogen extra zwaar door al het binnengedrongen water en er was enige
behendigheid nodig om plekjes voor mijn voeten te vinden teneinde de stapels straatklinkers
moddervrij te kunnen bereiken.
Zo te zien staan ze nog op precies
dezelfde plaats als waar ik ze achter liet. Niemand heeft ze gemist. Daarvan
ben ik tamelijk zeker, want als de oorspronkelijke eigenaar ze is gaan zoeken,
had hij ze niet over het hoofd kunnen zien. Niemand van de velen die ze
intussen moet hebben zien staan, heeft behoefte aan ze gehad. Het enige dat ik van
dit stel weet is dat ze zwart zijn en dat ze nog in een redelijke conditie leken
te verkeren. Wie zal ze in de eerste plaats hebben achter gelaten, zo achteloos
in die modderplas? Jammer dat de beveiligingscamera waarmee de ruimte onder de
oude brug bewaakt wordt – in gebruik als bouwplaats voor grondige
renovatiewerkzaamheden aan de oude brug – blind lijkt te zijn voor dit gedeelte
onder de verkeersbrug.
Zo’n cameraatje werd ook gemist bij de
garage van ex-minister Els Borst, zodat het nog maar zeer de vraag is of de
dader van dat laffe misdrijf ooit gevonden gaat worden. Van harte hoop ik dat
het rechercheteam Grootschalige Opsporing spoedig aan de weet komt wat er is
gebeurd en wie daarbij betrokken waren. Maar dit terzijde.
Hier onder de brug gaat het slechts om
een stel schoenen. Sportschoenen meende ik aanvankelijk, maar zo te zien zijn
het de schoenen van een bouwvakker. Ze zijn inmiddels kurkdroog, er kleeft geen
cement aan en ze zijn vrij van verfspatten. Behoorden ze aan een monteur? Nu ik
een ervan weer in de hand neem zie ik dat het om maat tweeënveertig gaat.
Bovendien zie ik dat de zool in een slechte staat verkeert. Ze is weinig afgesleten,
maar midden onder de voet zit een rafelig gat. Er ontbreekt een klein stukje
van het rubber.
Terwijl ik weer op huis aan ren peins
ik over die kapotte schoen. Het lijkt er op dat de eigenaar – wellicht een van
de werkers aan de brug – met zijn linkervoet op een uitstekende bout is getrapt
en dat de kop daarvan, bij het losrukken een stukje van de zool heeft
meegenomen. Duidelijk is dat je met deze schoen geen droge voet houdt. Mijn
hardloopschoenen zijn veel sterker gesleten dan deze werkschoenen. Maar er zit
geen gat in. Zolang ik niet in een diepe plas trap of er langdurig mee in de
regen ren, houden ze mijn voeten droog en kan ik het kopen van nieuwe nog even uitstellen.
De gedachte aan nieuwe sportschoenen
brengt mij naar Koen Verweij. Woensdag voor de start van zijn duizend meter race,
zat hij op een bankje om zijn schaatsen onder te binden (terwijl hij een blote
voet in een krappe schoen propte voelde ik mijn wintertenen steken!) Eerst
waren er nog nieuwe veters nodig. De intieme close-up van schaatsschoenen en Koen’s
veterende handen laten het goed zien, deze zijn duidelijk afgetrapt. Maar hiermee
heeft Verweij grote successen behaald.
Koen en Zijn Schoenen, zij vertrouwen
elkaar blind. Afgetrapt, ja. Maar vervangen is voorlopig geen optie! En als hij
ooit nieuwe koopt worden ze niet achteloos achtergelaten, in modder- noch ijswater.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten