Over de Waalbandijk komt mij een jonge
vrouw met haar hond tegemoet. Draagt zij met deze harde wind een hoofddeksel? Het kan natuurlijk
ook haar kapsel zijn, geknipt in een model als dat van een Turkse fez. Ook de
kleur maakt het tot iets bijzonders: worteltjesrood!
Terwijl de afstand tussen ons kleiner wordt probeer ik meer details te ontdekken. Helaas, ik heb pech vandaag: de vrouw verlaat de dijk. Met haar huisdier loopt zij schuin omlaag in de richting van de smalle vlakke strook langs het prikkeldraad van het schapenweitje (de schapen zijn reeds een aantal weken geleden naar elders overgebracht).
Zou zij zich schamen voor haar hoofddeksel, voor haar kapsel? Of wil zij een confrontatie tussen deze hardloper en haar hond voorkomen? Wacht even Simon, het kan natuurlijk ook dat zij zichzelf en haar hond wil beschermen tegen de harde wind. Die staat hier immers dwars op het dijklichaam, en daar beneden is het luw. Hoe ook, de afstand tussen ons blijft voor mij te groot om een scherpe blik op haar hoed of haardracht te kunnen werpen!
Terwijl de afstand tussen ons kleiner wordt probeer ik meer details te ontdekken. Helaas, ik heb pech vandaag: de vrouw verlaat de dijk. Met haar huisdier loopt zij schuin omlaag in de richting van de smalle vlakke strook langs het prikkeldraad van het schapenweitje (de schapen zijn reeds een aantal weken geleden naar elders overgebracht).
Zou zij zich schamen voor haar hoofddeksel, voor haar kapsel? Of wil zij een confrontatie tussen deze hardloper en haar hond voorkomen? Wacht even Simon, het kan natuurlijk ook dat zij zichzelf en haar hond wil beschermen tegen de harde wind. Die staat hier immers dwars op het dijklichaam, en daar beneden is het luw. Hoe ook, de afstand tussen ons blijft voor mij te groot om een scherpe blik op haar hoed of haardracht te kunnen werpen!
Weer terug op de Hommelstraat ren ik euforisch
recht tegen de soms sterke wind in. Af en toe waan ik mij zwetend op een
loopband in de fitnessruimte. Slechts de muziek ontbreekt en hoewel de stevige
wind soms melodieus loeit mis ik daarin een ondersteunende beat. Zoiets als ‘Walking
on air’ van Katy Perry zou deze illusie compleet kunnen maken.
Vol bewondering bekijk ik de capriolen
van twee eksters. Ondanks de snoeiharde windstoten gaan zij ongestoord hun weg.
Zij stuiven vanuit de kale kruin van de walnotenboom boven mijn hoofd, over het
dak van het oude en kleine boerderijtje van Marie. Dat doen zij veel sneller
met hun ranke vleugels dan ik op mijn benen gaan kan. Graag verbeeld ik mijzelf
in de plaats van de een, dat ik meevlieg met de ander. Vliegen kan immers niet
moeilijker zijn dan de zweefsprongen waarmee ik afgelopen nacht nog in een
droom diverse trappen nam?
De wind hier boven lijkt stabieler dan het voor een hardloper is. Ik hoef maar af en toe met een vleugelarm te corrigeren zoals ik in mijn droom een paar malen een van de treden slechts licht met een voet beroerde om mijn sprong met meters te verlengen of een iets andere richting te geven.
De wind hier boven lijkt stabieler dan het voor een hardloper is. Ik hoef maar af en toe met een vleugelarm te corrigeren zoals ik in mijn droom een paar malen een van de treden slechts licht met een voet beroerde om mijn sprong met meters te verlengen of een iets andere richting te geven.
Het kan! Het is zoals het refrein van Katy’s
lied beweert: ‘Feel it / Breath it / Believe
it / And you’ll be walking on air / Go try / Go fly / So high / And you’ll be walking on air …’
Vliegen is heerlijk. In deze dagdroom
is het exact zoals ik altijd dacht dat het zijn zou. Alsof ik nooit iets anders
deed! Mijn afzet vanaf een kale tak brengt mij in razende vaart de diepte in.
Voor een ogenblik komt de ruige begroeiing van het verwaarloosde veld onrustbarend
snel op mij af, maar slechts een kleine correctie met mijn stevige vleugels
laat mij weer hoogte winnen. De statige walnotenbomen zakken onder mij weg. Vóór
mij doemen een aantal daken op. Vanuit deze positie lijken zij platter dan ik ervaren
heb tijdens al die keren dat ik er langs ben gerend. Daar zijn de grijze dakpannen
waaronder Marie leeft. Hé, een scheur in dat stuk lood langs de
schoorsteenpijp. Nu kan ik haar zeggen waar dat regenwater vandaan kwam!
In de zomer bezocht ik de vierentachtigjarige Marie. We zitten
in haar kleine voorkamer. De warmte van de zon wordt buitengehouden door hoog
opgeschoten struiken, maar ook het licht!
“Het lekt in het vroegere slaapkamertje van mijn jongste zoon,” zegt Marie.
William leeft in Nieuw Zeeland. Geregeld hebben zij contact via Skype.
Terwijl ik langs haar huis ren, waarvan
de gordijnen nog gesloten zijn, zie ik de eksters bij de tuinbank scharrelen.
Dan realiseer ik mij dat je ‘vleugelarm’ op meerdere manieren kunt
interpreteren.
“Het lekt in het vroegere slaapkamertje van mijn jongste zoon,” zegt Marie.
William leeft in Nieuw Zeeland. Geregeld hebben zij contact via Skype.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten