Het ‘Heerlijk Avondje’ kreeg een
rouwrandje. Gelukkig waren de kinderen toen al naar bed, dromend over hun
geschenken: een computerspel, dat spannende boek of die prachtige pop waarnaar
zij al zo lang verlangden. Wij kregen het voor het slapen gaan nog mee: Nelson
Mandela is overleden. Een van de grootten uit onze jaren is heengegaan.
Het werd al lang verwacht. Madiba,
zoals hij in Zuid-Afrika ook genoemd wordt, was moe; lichaam en geest
opgebrand; verlangend naar volstrekte rust, waarin hij desondanks werd
gedwarsboomd vanwege weer een fotoshoot: wij zagen daarvan met
plaatsvervangende schaamte de beelden, terwijl hij ondanks zijn diepe
vermoeidheid mild kon glimlachen. Wat ik vooral in Mandela bewonderde was zijn
vergevingsgezindheid: niet omdat hij zijn onderdrukkers zo lief had maar als
overlevingsstrategie, als middel om na zoveel donkere jaren evengoed blijdschap
te kunnen ervaren, gelukkig te kunnen zijn. Ik geef het toe, het klinkt
allemaal pathetisch maar het is evengoed wel waar. Hij vatte het zelf soms
krachtig samen, zoals: “Sterke afkeer van mensen hebben is als het drinken van
vergif en vervolgens hopen dat je vijanden eraan doodgaan”.
Ik ren over de Waalbandijk en peins
over al deze dingen, en over Sinterklaas. Opnieuw valt er natte sneeuw, onder
aanvoering van een stevige wind uit het noordwesten. Een flinke vlok, feitelijk
een uitgebreide natte flats, lukt het de klep van mijn petje te ontwijken om
het rechterglas van mijn bril te bedekken. Toch ontdek ik het donker silhouet
van een grote vogel bovenop een lantaarnpaal. Denkelijk een buizerd. Zolang hij
blijft zitten is dat niet goed te zien. Pas als ik zo ongeveer tegen de lichtmast aan ren vliegt inderdaad een buizerd op en laat de koninklijkheid van zijn
gestalte zien. Hij vertrekt zonder zijn gebruikelijke mauwen en ik ren verder
met een blij gemoed.
Naar mijn weten rende ik nog nooit
eerder op een zesde december zo vroeg buiten. Sint heeft zijn pieten bijeen
gegaard en is vertrokken. Ik ben terug in de warm gestookte woonkeuken van mijn
jeugd. Daar worden wij, de kleinsten van de Dekkertjes vergaard. Van hen ben ik
op twee na de oudste. We springen vol ongeduld op en neer. Het ruitje in de
deur naar de huiskamer is veel te hoog. Eindelijk, we zijn er alle acht,
behalve Willem, toen Wimpie want hij was nog maar een baby. Achter het glas
verschijnt het grote lachende gezicht van Moe. Zij haalt de knip van de deur en
wij verdringen ons door de opening. In een grote kring staan de huiskamerstoelen
in de nog koude woonkamer. Staan ‘onze stoeltjes’ boordevol kleurrijk speelgoed.
Wij roepen luid, zijn verbaasd over zoveel moois. Moe kijkt, met enkele oudere broers en
zussen vertederd toe. Voor mij is er een Schuco-autootje, knalrood, en een groene voor Jan. Opwind- en
bestuurbaar. Wij kunnen ze ook over een spiraaldraad laten rijden, mits de ondergrond
niet te glad is.
Verbazing overheerste toen ik voor de
eerste keer beelden van een zitting van de Zuid-Afrikaanse Waarheids- en
Verzoeningscommissie zag, onder leiding van aartsbisschop Desmond
Tutu. Enkele apartheidsslachtoffers deden hun verhaal en een ex-politieman
biechtte verschrikkelijke door hem begane daden op. Het ging er bij tijd en
wijle heftig aan toe, mooie en lelijke woorden vlogen door de ruimte, maar
uiteindelijk verlieten allen, slachtoffers en dader(s), in vrede de
bijeenkomst. In plaats van nog meer energie te verspillen aan het onderhouden
van haat en zelfmedelijden, leerden zij hun
geestkracht op verzoening en vrijheid richtten.
Hoe gaat het verder, zonder Nelson
Mandela, zonder Sinterklaas?
Wij hebben de boodschap van Madiba diep in ons opgenomen. Het is niet
gemakkelijk, maar wij zien de voordelen van het overwinnen van angst, van het
achterlaten van verbittering, haat en slachtofferschap. Zuid-Afrika gaat door. Mensen
hebben de kracht de dingen beter te maken. Blank en zwart zal uiteindelijk
volledig in elkaar opgaan en volkomen vrij zijn. En volgend jaar komt de Sint
weer in Nederland aan, mét zijn pieten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten