vrijdag 25 oktober 2013

Levende

Dat het blonde meisje mij nog niet ziet kan haar onbevangenheid verklaren. Het kan ook zijn dat zij mij wel heeft gezien maar zich vooral door haar spontaniteit laat leiden. Ik hoop dat het inderdaad haar spontane karakter is dat haar onbevangen laat zijn (wij komen elkaar regelmatig tegen: zij meestal op weg naar school, ik bezig met mijn loopje.) Ik ren ter hoogte van het laatste deel van de Hommelstraat, onder de kastanjebomen, terwijl zij van het erf annex bedrijfsterrein bij haar ouderlijk huis fiets, afstapt en zich tot haar paard wendt dat in het tegenovergelegen weitje van haar ochtendgras geniet (bij eerdere gelegenheden zag ik haar dit dier aan de hand naar de wei brengen.)
Ik versta haar begroeting helder: “Dag liefie, is alles in orde? Ik ga naar school schatje…”
Op dit punt aangekomen wordt zij helaas onderbroken door twee zware boxers die luidruchtig blaffend over het bedrijfsterrein naar ons toe rennen. Had het meisje mij misschien wel of juist niet direct opgemerkt, de honden hebben mij zeker in de smiezen! Ik ren tussen het kind met haar fiets en de aanstormende wildemannen door, langs het terrein waar ik volgens de honden niet thuis hoor, richting dijkopgang.
“Rustig, hou op!,” gilt het jonge grietje. De opgefokte dieren gehoorzamen niet direct. Ik ren door en weersta de impuls om even over mijn schouder te kijken: de dreiging die van de honden uitgaat laat mij zeker niet koud. Vanuit mijn ooghoek zie ik dat het paard rustig doorgaat met haar ontbijt.
“Stoppen Simba!,” hoor ik de kleine amazone nog roepen, “Simbaaahhhh…!” Ik ben nu halverwege het pad tussen de weg en de dijk. De honden blaffen minder intensief en hebben zo te horen het terrein niet verlaten; voorlopig blijf ik nog heel! Daarna klinkt een keiharde mannenstem vanuit het woonhuis en is de rust weer helemaal terug.
Terwijl ik over de dijk ren peins ik over de situatie van zo-even (dag liefie, is alles in orde? Ik ga naar school schatje…) Een klein meisje, een amazone in de dop, die een groot paard onder wiens buik zij bijna rechtop door kan lopen, aanspreekt alsof het haar knuffel is. Paarden zijn in de loop van vele eeuwen onderdanig gemaakt aan de mens. Blijkbaar hebben deze dieren geen enkel bezwaar tegen gekleineerd worden; ik ben er zeker van dat deze merrie weet dat zij met dit kleine mensenkind kan doen wat zij wil. Toch heb ik dit grote dier zien gehoorzaam aan de hand van dit meisje, heb ik het grietje haar paard horen corrigeren (doe niet zo raar!) toen haar onstuimigheid niet werd gewenst.
Gisteren – wij, gasten en vrijwilligers van de Zonnebloem Beuningen, waren in twee taxibusjes op weg naar de OrchideeĆ«nhoeve in Luttelgeest (langs de polderwegen hebben we trouwens geen wolven gesignaleerd!) – passeerden we op de snelweg een lange vrachtwagencombinatie vol varkens. De ‘lading’ in drie etages boven elkaar. ‘Levende dieren aan boord’ stond eufemistisch op de zijkant te lezen. Jannie en ik dachten hetzelfde: “Nog wel!”
We probeerden ons een voorstelling te maken van deze zelfde situatie, maar met dit verschil dat wij de taal van de varkens begrijpen. Jannie zei dat zij haar hond al niet kon snappen, terwijl zij twijfelt aan zijn intenties voor haar: “Hij kan zo hooghartig reageren!”
Hoe dan ook, als wij ons met de varkens zouden kunnen verstaan, dan zouden we hun vlees niet langer eten. Een vrachtwagencombinatie gevuld met varkens zien, zal dan betekenen dat we getuige zijn van een groepsuitstapje, bijvoorbeeld naar de Hoge Venen in de Ardennen.
En als paarden konden spreken? Deze merrie zou op een vraag als “Dag liefie, is alles in orde?”, kunnen zeggen: “Lief dat je het vraagt, maar maak je om mij geen zorgen!” Waarschijnlijk zou zij er vervolgens op aandringen de kleine naar school te mogen brengen, want zijn niet alle paarden smoorverliefd op (kleine) meisjes?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten