dinsdag 15 oktober 2013

Katrien

Vooral afgelopen zondag voelde alsof ik in zo’n porseleinen huisje op de bodem van een aquarium verbleef. Tijdschriften, de zaterdagkrant, enkele boeken en de verwarming een graadje hoger, hielpen geweldig om die natte dag en de daarop volgende door te komen. Het voelt daarom extra bevrijdend nu ik weer lekker kan rennen, bovendien is de temperatuur redelijk en het is droog. De twee rottweilers die het terrein van Tuincentrum Bull bewaken denken daar precies hetzelfde over. Zij rennen stil maar enthousiast met mij langs het hek, ik aan de ene en zij aan de andere kant. Af en toe springen zij op om een beter zicht over het lage groen te krijgen, waarmee zij lijken te vragen: ‘Waar blijf je nou?’. Aan het einde van het hekwerk kunnen zij de ruimte tussen ons verkleinen tot snuitafstand, en laten mij eensgezind en uit de grond van hun hart weten dat zij balen van het stevige gaas: wat zouden zij graag intiemer contact willen maken! Ik denk daar iets genuanceerder over.
Rennend over de Waalbandijk valt mij direct de hogere waterstand in de nevengeul op. Dat maakt duidelijk dat het gedurende de afgelopen dagen ook fiks regende in het stroomgebied van de Rijn. En dan zie ik Katrien! Ik meende vorige week ook een glimp van haar te hebben opgevangen, maar was er niet zeker van. Zij staat, uiterst oplettent, tot haar knieën in het wassende water van de Loenensche Wel. In de afgelopen jaren zag ik haar geregeld op een van haar visstekjes en in de loop van de tijd noemde ik haar Katrien, zodat ik gemakkelijker met haar kon ‘communiceren’: ‘Há, ben jij er ook Katrien. Fijn je weer te zien!’. Ik geef toe, het kan net zo goed om een mannetje gaan, dat is bij (grote) zilverreigers niet te onderscheiden, en bij mijn waarnemingen kan het ook om verschillende individuen zijn gegaan. Soms was zij ook vergezeld van een partner, zoals in ‘Voorspelbaar’, hoewel ik toen nog niet wist dat het Katrien was. Hoe dan ook, voor mij maakt dat allemaal geen verschil: voor mij is en blijft zij Katrien, Katrien de Zilverreiger!
Terwijl ik verder ren vraag ik mij af wat er aan de hand is bij de woonboot van Klaartje. Daar zweeft een grote groep witte vogels. Mantelmeeuwen? Dat kan bijna niet, die heb ik hier nog nooit gezien en bovendien zijn deze helemaal wit. Dichterbij gekomen zie ik dat Katrien warempel een hele groep soortgenoten heeft meegebracht! Een dergelijk schouwspel heb ik nog nooit gezien, zelfs niet van blauwe reigers. De laatste vijftig meter loop ik langzaam in de richting van ‘Klaartjes home’, ik sluip min of meer om de vogels niet te storen. Verschillenden staan in het water en op de oever, anderen landen tussen hen in of vliegen juist weer op. Het is voor mij moeilijk te zien omdat het bootje in de weg ligt. Helaas hebben de vogels mij al spoedig in de gaten. Ze vliegen tegelijkertijd op en zweven in concentrische cirkels om op hun lange stelten op de oever aan de overzijde te landen. Ik bewonder hun zweefkunst, het smetteloze wit van hun verenkleed – hoe houden zij zichzelf zo schoon? – en hun sierlijkheid. Ik vind een medebewonderaar in een blauwe reiger en ben jaloers om diens eerste rang uitzichtplaats bovenop het dak van de woonboot (klaartje is niet thuis).
Verder rennend richting verkeersbrug en Uiterwaard vraag ik mij af wat zo’n grote groep zilverreigers hier te zoeken heeft. De enige verklaring vind ik in de nadering van de winter. Zij hebben waarschijnlijk in de Oostvaardersplassen gebroed en zijn nu op weg naar de Balkan om daar te overwinteren.
Op mijn weg terug tref ik Henk. Samen kijken we nog een poosje naar het boeiende tafereel waarna we verrijkt uit elkaar gaan. Ik geloof het graag: Katrien bezorgde mij deze bijzondere vertoning!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten