Bovenop de
Waalbandijk, de houten treden van de dijkopgang waren vanmorgen een beetje
glibberig vanwege de ochtendmist, ruik ik dat er weer gemaaid is: geen aantrekkelijke
wilde bloemen meer, links en rechts maaisel dat wacht tot het droog genoeg is
om binnen te worden gehaald. Het is alsof het zegt: “De R is terug in de maand,
het is herfst hoor!”
Of deze laatste
maaibeurt – die nog niet voltooid is, zie ik als ik de fruittuinen van de
familie Engelen passeer – invloed heeft op bezoekers, mensen en dieren, weet ik
niet, feit is dat het reuze stil is. Ik zag tot nu toe slechts één ekster stil overvliegen,
zijn staartveren spreiden en, nog net binnen mijn gezichtsveld, landen. Kort
bij de rivier. Wellicht zag het iets van zijn gading op een van de
Waalstrandjes.
In de verte
komen mij toch nog twee dames in gezelschap van hondjes tegemoet. Ik zou hen zo
dadelijk kunnen vragen wat zij van de sfeer vinden. Hun gekeuvel is al snel
hoorbaar. Zij bespreken duidelijk hun sociale leven; daar kom ik niet tussen!
Een van de hondjes ravot door het verse maaisel, zijn maatje is wat dat betreft
beperkt; hij is stevig aangelijnd en krijg bij mijn nadering nog minder ruimte
van het vrouwtje.
Inmiddels
krijg ik de verkeersbruggen in het oog. Alle pijlers van de oude brug zijn
voorzien van werksteigers. Vermoedelijk zijn die nodig om het opvijzelen
gecontroleerd te kunnen uitvoeren (de Waalbrug, het oude tweelingzusje van de
nieuwe betonnen Tacitusbrug, wordt verstevigd met duizenden meters ijzerwaar,
om daarna op dezelfde hoogte van de nieuwe te worden gebracht.)
Een paar weken geleden stond er een prachtige foto van het bruggenpaar op de voorpagina van de Gelderlander. Die bracht niet alleen de stand van de werkzaamheden aan de oude brug en het nog bijna maagdelijke wegdek van de nieuwe in beeld, maar ook de rivier: de lage waterstand maakte de kribben zichtbaar. De Waal lijkt zo op een overmaatse ritssluiting, zo vertelde het onderschrift, en dat was een treffend beeld.
Goed te zien was ook dat het asfalt tot en met het laatste brokje van het stalen brugdek was gepeld. Ontdaan van zijn beschermende bekleding veranderde dat in een langgerekt roestig lint. Het nieuwe wegdek wordt opgebouwd uit een laag hogesterktebeton en daarop twee lagen open asfalt (zoab), zo las ik in een van de nieuwsbrieven van Rijkswaterstaat: daarvan heeft de roest vast niet terug!
Een paar weken geleden stond er een prachtige foto van het bruggenpaar op de voorpagina van de Gelderlander. Die bracht niet alleen de stand van de werkzaamheden aan de oude brug en het nog bijna maagdelijke wegdek van de nieuwe in beeld, maar ook de rivier: de lage waterstand maakte de kribben zichtbaar. De Waal lijkt zo op een overmaatse ritssluiting, zo vertelde het onderschrift, en dat was een treffend beeld.
Goed te zien was ook dat het asfalt tot en met het laatste brokje van het stalen brugdek was gepeld. Ontdaan van zijn beschermende bekleding veranderde dat in een langgerekt roestig lint. Het nieuwe wegdek wordt opgebouwd uit een laag hogesterktebeton en daarop twee lagen open asfalt (zoab), zo las ik in een van de nieuwsbrieven van Rijkswaterstaat: daarvan heeft de roest vast niet terug!
Ik ren
onder de bruggen door en zie een man, gekleed in oranje veiligheidsjas compleet
met helm, die zeer geïnteresseerd de borden bekijkt die het publiek informeerde
over de verschillende stadia tijdens de bouw van de nieuwe verkeersbrug. Deze
bouwer, de naam Bob past hem wel, is blijkbaar zeer benieuwd naar het werk van
zijn collega’s. Een conventionele brug van staal renoveren is een technisch
hoogstandje, zeker, maar een nieuwe, moderne betonnen brug bouwen is toch
andere koek. In zijn hele houding bespeur ik bij Bob jalousie, of misschien
zelfs spijt omdat hij niet betrokken was bij dit imposante werk. Ik ren verder
om nog een klein stukje uiterwaard er bij te nemen en vraag mij af wat Bob straks,
tijdens de koffie in de schaftkeet, aan zijn collega’s te vertellen heeft.
Op mijn
weg terug vind ik het informatieplatform verlaten. Dan zie ik Bob. Hij staat
wijdbeens en met afgezakte schouders op het werkterrein, vol met enorme transformators,
bouw- en schaftkeet, ladders, een hoogwerker, kabelhaspels en zo meer. Bob
neemt het allemaal in zich op. Ik kan mij levendig voorstellen dat hij denkt:
“Is dit nu alles?”
Geen opmerkingen:
Een reactie posten