dinsdag 10 september 2013

Reflex

Wat een verschil! Nu de herfst ons zo nadrukkelijk confronteert met haar grillige karakter is het duidelijk; de zomer is echt voorbij. Ik had al een beetje opgezien tegen dit loopje. Nog binnen de eerste vijftig meter rits ik mijn jasje dicht en keer terug om mijn petje op te halen; het is duidelijk, ik zal moeten wennen aan omstandigheden die niet ongestraft toelaten onbezorgd naar buiten te rennen.
Terwijl ik de Tempelstraat uit loop, de Van Heemstraweg oversteek, de Hommelstraat en de Waalbandijk, richting Verkeersbruggen, neem, kalm en voorzichtig, eigenlijk meer joggend dan rennend, blijf ik mij volkomen bewust van het onderste gedeelte van mijn rug. Ik zie de woonboot van Klaartje reeds liggen en tegelijkertijd een paar ruziënde kraaien. Zij betwisten elkaar het recht op een walnoot van vorig jaar. Jammer dat ik niet heb kunnen waarnemen dat de een de walnoot uit de snep van de ander stal of dat de ander een kans heeft afgewacht, loerend op het moment dat zijn opponent eindelijk diens voorraadkamertje zou verraden, waarin dit lekkere hapje, mogelijk al sinds oktober vorig jaar – het uitzonderlijk rijke walnotenjaar –, werd bewaard. Bij het passeren van de arena, waar het gevecht luidruchtig gaande blijft (hoe jammer dat ik deze kraaien niet versta zodat ik aan de hand van hun vloeken en schelden misschien zou kunnen achterhalen wat de aanleiding voor deze twist werkelijk is), realiseer ik mij dat mijn onderrug niet meer zo nadrukkelijk aanwezig is.
Mijn eerste serieuze rugprobleem ontstond tijdens het opknappen van ons eerste huis. Het is eind augustus 1970 (over een paar weken stappen Riky en ik in ons huwelijksbootje, dat wij nog steeds stevig op koers houden): ik heb een vrije dag, een kostbare vrije dag! Ons flatje geurt naar stopverf en koffie. Uit de keukendeur, die in de voorlak staat te glanzen, heb ik het vensterglas zorgvuldig verwijderd om het te vervangen voor figuurglas (flessenglas, behoorlijk trendy in deze tijd.) Tussen mijn lippen klem ik een aantal koperen spijkertjes waarvan ik er één tussenuit neem om daarmee het eerste, bovenste, glaslatje vast te spijkeren. Voorzichtig breng ik mijn hamer in de aanslag en… laat het spijkertje tussen mijn vingers uit glippen. Het valt naast mijn rechtervoet. In een reflex buk ik zijdelings, terwijl ik het glas met mijn linkerhand op z’n plaats houdt, waarbij een smalle baan van pijn vanuit mijn rug naar mijn rechterbil golft. Overeind komen is heftig… De rest van deze kostbare dag breng ik op een stretcher door, horizontaal. Ik kan niemand bereiken (mobieltjes moeten nog uitgevonden worden). De dag eindigt, laat in de avond, nadat Riky mij kort daarvoor in het toekomstige kamertje van Timothy vond, terwijl ik door brede ziekenhuisgangen wordt voortgeduwd, als Kojack, na een criminele aanslag in een rolstoel: voldaan en voorzien van een kwijlzoete knots (hoewel ik zulk snoepgoed ontbeer.)
Mijn ‘beetje opzien tegen dit loopje’, heeft alles te maken met een kleine blessure in mijn kuit die ik afgelopen dinsdag opliep. Niet tijdens of als gevolg van hardlopen maar aan mijn bureau. Echt waar! De pijn voelde als een gevolg van een kleine zweepslag, maar is onopgemerkt ontstaan. Dit kwam bovenop een al weken zeurend pijntje onder in mijn rug, dat af en toe opspeelde. Het werd tijd om in te grijpen!
Gistermiddag was het zover. Comfortabel op mijn buik op de behandeltafel. De fysiotherapeut, door iedereen Jaantje genoemd, manoeuvreert mij in een ingewikkelde houding. Vlecht haar arm door die van mij en torst met voorzichtige inspanning mijn bovenlichaam ten opzichte van mijn heupen. Op de judomat zou het er uit zien als een houdgreep en volgt een sono-mama van de scheidsrechter, een ‘niet bewegen’: jammer dat er toen geen scheids bij mij in de keuken stond!
Stijver dan ooit, als na een slopende judowedstrijd, kostte het vanmorgen moeite om uit bed te komen. Desondanks vertrouw ik op Jaantje: goed bezig jochie!

2 opmerkingen:

  1. Ha, je loopt alweer! Dat goeie walnotenjaar was volgens mij niet vorig jaar!

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Waarschijnlijk heb je gelijk. Maar ik herinner mij zakken vol in de kelderkast; iedere morgen een paar noten bij het ontbijt. Heerlijk!

      Verwijderen