vrijdag 13 juli 2012

Oorlogsherinneringen


De dag bleef grijs en regenachtig, tot ik besloot lekker te gaan rennen. Toen brak de zon direct door en wrong ik mij, nog maar net van huis, uit mijn jasje om de wind en de heerlijke zonnewarmte vrijelijk te voelen. Op de Dijk krijg ik een blij gevoel van het Boerenwormkruid dat daar op z’n mooist staat te bloeien. De planten weten zelfs tussen het koolzaad op te vallen! Deze opwekkende vreugde kan ik nu wel gebruiken na het telefoongesprek met mijn zus Tiny en haar man, die zo verschrikkelijk met hun gezondheid worstelen.
Opnieuw ren ik langs de Wilde Cichorei dat zo welig bloeit rond de picknickbank vlak voor de Noodschuur. Afgelopen woensdag, we kwamen uit Afferden waar we met weer een ander groepje Zonnebloemgasten van de kersen hadden genoten, gebruikte ik mijn gasten Wim en Tiny om hier een mooi plaatje te schieten. Op dat moment brak de zon door en ging de wind even liggen. Natuurlijk speel ik met de gedachte, dat wij de voorbijgangers de indruk geven dat een zoon zijn bejaarde ouders wil vereeuwigen, nu dat nog kan! Vooral Tiny schatert het uit bij die gedachte. Ik stel hen vervolgens gerust: “ik gebruik jullie slechts als decorstuk hoor!”, wat op zich ook weer op onze lachspieren werkt. Het was er zo verrukkelijk, met elkaar daar tussen grassen en  bloeiende cichorei, daar bij dat bankje, dat we spontaan een aantal takken met die prachtige bleek blauwpaarse bloemen afsneden voor thuis in de vaas. Bij ons staan die al een paar dagen. Tegen de avond sluiten ze hun bloemen, sommigen voorgoed, om ze in de morgen, aangevuld met verse knoppen, weer te openen. Het vormt een mooie herinnering.
Hoe anders dan de herinneringen woensdag, in het restaurant van De Zandroos! We waren daar met z’n vijven; Annie met haar gast Wil en ik met Tiny en Wim. Toen we eenmaal gezellig aan de koffie met iets lekkers zaten – alweer een Drutens Waardje – bracht ik het gesprek op een krantenartikel: Turkse media gaan wel heel naïef om met de Henk en Ingrid van Geert Wilders. Een paar met diezelfde naam zou hun buur, van Turkse afkomst, tijdens een ruzie dermate hebben geslagen dat deze later aan zijn verwondingen overleed. Volgens een Turkse krant schoot Wilders zich daarmee in zijn eigen voet.
Een van de gasten kwam via Geert al snel op Adolf die, volgens haar, “ook zo gek was als een mandje!” En dat ontsloot spontaan herinneringen aan de Tweede Wereldoorlog. Ik ben de enige in het gezelschap die deze oorlog niet meemaakte, maar dat terzijde. Een vader was getuige van de gevolgen van de afschuwelijke bombardementen op Rotterdam...
Nu haar beschrijving, via de ogen van haar vader, van de vele lichamen die her en der in Rotterdam vielen, opnieuw bij mij binnenkomt, valt deze over mijn gedachteplaatje naar aanleiding van de meer dan tweehonderd doden die gisteren vielen in het Syrische dorp Trenseh. Afschuwelijk!
Wil kwam met een vrolijker verhaal over spelen in de schuilkelders rond het Nijmeegse Beetsplein. En dan het spannende verhaal van Annie. Zij was met meerdere kinderen in een grote kuil nabij Leeuwen: “Het werd onheilspellend stil. Er gebeurde iets, maar wat? Wij waren warm en zweterig van ons spel. Een klap, luchtverplaatsing en vervolgens werden we bedolven door losse aarde, bladeren en takken.” Die V1 moet rakelings over de kinderen zijn gegaan. Wat een geluk dat zij in zo’n diepe kuil speelden…!” Zoet sap van rijpe kersen spoelde deze oorlogsherinneringen weer naar de achtergrond.
Mijn hardlooprondje gaat na de verkeersbrug ditmaal via het verlengde viaduct in de Ingenieur van Stuivenbergweg en Ewijk naar huis. De regen probeert mij op de valreep te doorweken, maar ik heb mijn jasje!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten