vrijdag 5 september 2014

Concurrent

Het ruikt verrukkelijk naar vers gemaaid gras. Links en rechts is een brede strook berm gemaaid. Door mijn neus adem ik diep in. Heerlijk!
         Bovenaan de Hommelstraat is het maaien nog in volle gang. Een tractor komt mij tegemoet. De bestuurder steekt vrolijk zijn hand op. Met de maaier die hij aanvoert, kortwiekt hij een deel van de brede, wijduitstaande rietkraag langs de fruittuin van Winnemuller, waardoor een strakke, rechtopstaande riethaag ontstaat. De combinatie wordt gevolgd door een auto met laadbak. In de cabine twee mannen gekleed in oranje veiligheidhesjes, in de laadbak twee cirkelmaaiers. Deze auto wordt weer gevolgd door een vuilniswagen. Het is de chauffeur daarvan aan te zien dat hij de traagheid der dingen niet echt kan waarderen!
         Nu die lawaaiige stoet is gepasseerd en ik de dijk bereik, manifesteert de stilte zich nadrukkelijker dan gewoonlijk.
         Ik ren alweer een poosje over de Waalbandijk als de rust opnieuw wordt verstoord. Ditmaal door twee vechtende kraaien. Zij hebben geen oog voor iets anders dan elkaar. Hun strijd lijkt eerder een rituele dans (vergelijkbaar met Oekraïne en de pro-Russische separatisten in hun pogen een wapenstilstand te bereiken als voorloper op een vredesplan.) De eerste kraai draait pirouettes waarbij hij een slappe sliert in zijn snavel klemt. De tweede cirkelt hoog opspringend, gestaag om de ander heen. Steeds als hij een kans ziet valt hij aan teneinde de kleffe buit weg te grissen, maar vooralsnog hebben deze pogingen geen succes.
         Na iedere mislukte charge springt de aanvaller woest op, wappert met zijn vlerken, als om te voorkomen dat hij op zijn rug landt, herstelt zijn evenwicht en kiest positie voor weer een nieuwe kans.
         Misschien ziet de aanvaller in mij een nieuwe concurrent; op mijn nadering kiest hij verontwaardigd krassend, het hazenpad. De andere vogel probeert zijn vangst – een zanderig stuk ingewand, zo te zien – voor mij te verbergen. Daarin slaagt hij niet. In en rond deze kleine arena is niets wat hem als bergplaats dienen kan. Mijn laatste passen wacht hij in elkaar gekrompen af terwijl hij schielijk om zich heen blikt – er op bedacht dat zijn aanvallende soortgenoot weer terug keert, of om uitzicht te houden op een vluchtweg. In het voorbijgaan zie ik dat de dappere vogel zich ontspant en met een klauw op het lekkere hapje stapt zodat hij er eindelijk een stuk vanaf kan trekken.
         De vrede keert terug.
         Ik ben er dankbaar voor dat ik mijn voedsel niet hoef te bewaken noch bevechten (en voor het overwegend vreedzame land waarin ik leef en van tijd tot tijd mag rondrennen!).
        

         

Geen opmerkingen:

Een reactie posten