Toevallig dat, uitgerekend op de dag dat ik er vergader, de Gelderlander een
verhaal brengt over Dinxperlo. Voetbalsupporters van dat dorp trekken, samen met
die van het Duitse Sudderwick, morgenavond naar het marktplein om op een groot
scherm samen van de EK wedstrijd Nederland – Duitsland te genieten.
Het
voetbalfeest in Dinxperlo en Sudderwick is niet wat mij hier op de
Hosterdstraat in Beuningen bezighoudt. Dat is een ander klein nieuwsfeit: de
eenendertigjarige Htoo Khin Aye en haar bijna vier weken oude zoontje Thura
vonden gisteren de dood. Het gebeurde in Dierenpark Emmen. De zieke olifantenmoeder
viel op haar jonge zoontje. Deze tragedie brengt een nacht in 1972 terug in mijn
herinnering. Het is een paar dagen na de geboorte van onze eerste zoon, Timothy.
Ik droom dat wij onze baby gezellig tussen ons in hebben genomen. Plek zat voor
ons drietjes. Ik ben vervuld van allerlei emoties over mijn twee bedgenoten:
trots, geluk, liefde. In mijn droom breng ik ons zoontje naar zijn eigen bedje
en kruip voldaan weer tegen Riky aan. Dan valt mij in dat ik de kleine niet echt
in zijn eigen bedje heb gelegd, dat ik dat slechts droomde. In werkelijkheid
ligt hij nog steeds tussen ons in. Hoe kan dat? Ik lig toch strak tegen Riky
aan, waar is Timothy dan? Al half in paniek graai ik tussen ons in. Niets! Ik
kreun van ellende. Ik roep. Schreeuw. Riky is ondertussen wakker en probeert
mij te kalmeren. Ik ruk de dekens en lakens van het bed. Niets! “Hij ligt in
zijn bedje! Ga maar in zijn kamer kijken!” Eindelijk dringt iets daarvan door
mijn paniek en volg ik haar bevel op. Wat een opluchting dat ik onze schat daar
onschuldig en gezond zie slapen!
Op de
Dijk is weinig meer te zien dan de gebruikelijke pracht van de natuur. Hopelijk
heeft moeder Htoo Khin Aye niets gemerkt van haar landing op kleine Thura. Want
hoe moet dat zijn als je jouw kind dooddrukt! Domme pech kan overal en
onverwacht toeslaan. Dat had ook zomaar kunnen gebeuren op de Kermis in Wadway,
ergens in de jaren zestig. Tante Sjaan geeft haar zoontje Lou zijn zin. Hij mag
in een botsautootje. Maar de exploitant staat niet toe dat het kleine ventje
daar alleen in rijdt. Zijn moeder moet hem vergezellen. Als je mijn tante ooit
hebt gezien, dan zul je je wellicht afvragen of zij wel in zo’n botsautootje past.
Nou, dat gaat ook maar net. En gelukkig is Loutje supersmal! Afijn, zolang de
kermisattractie stil staat is er niets aan de hand. Maar dan gaat het spul aan
het rijden. En alleman wil tante Sjaan laten gillen. Arme Loutje!
Gelukkig kwam er snel een
einde aan dat drama en werd mijn kleine neefje uit zijn benarde positie
verlost. Bij pech komt soms ook stom geluk: zoals die Amerikaanse dame
overkwam, die haar baby in maxi cosi bovenop haar auto zet. “Zo, nu eerst een
joint! (of een lijntje, of een shot)”, moet zij hebben gedacht. Het kind overleefde
zijn ‘kermisrit’ en bermlanding ongeschonden! Als olifanten ooit doorkrijgen hoe
wij mensen soms met onze kinderen omgaan zal hen dat verbazen, zullen zij blij
zijn met hun olifantenbestaan.
Hallo Simon,
BeantwoordenVerwijderenMet veel plezier heb ik je verhaal gelezen en ik wil hiermee zeggen, ga lekker door met wat je graag doet.
Riky heeft geen ijzertje meer en zal opgelucht weer kunnen lachen en praten.
Het gaat jullie goed, tot hoors, ziens, schrijfs of emails, ik ga nu lekker schilderen.
Groetjes, Rieja.