dinsdag 27 januari 2015

Vegen

Op het moment dat ik mijn hardloopjasje dichtrits klinkt tot twee maal toe het fluitje van een bouwvakker. Het geluid komt vanuit de huiskamer waar mijn telefoontje nog op het dressoir ligt. Het is alsof het apparaatje verontrust roept: hé, vergeet mij niet! En om eerlijk te zijn, ik zou het zeker thuis hebben gelaten terwijl ik mijn afgedankte Nokia altijd bij mij stak. Niet zozeer om tijdens het hardlopen bereikbaar te zijn, maar om in geval van nood contact, met bijvoorbeeld het thuisfront, op te kunnen nemen. Mijn nieuwe mobieltje liet ik waarschijnlijk op de kast liggen omdat ik nog niet gewend ben aan het beschermende hoesje waarin het voorlopig opgeborgen is.
      Bij de abri van Lijn 85 staart een jonge vrouw naar een klein schermpje in haar linkerhand. Op het moment dat ik haar passeer veegt zij met een vinger over het oppervlak. Misschien leest zij een boek terwijl zij op de bus wacht; in haar plaats zou ik dat doen – ‘Stalker’, een thriller van de Zweedse schrijver Lars Kepler, zou ik zeker niet thuis laten.
      Terwijl ik via de Van Heemstraweg de Hommelstraat in ren, onderwijl de groet van een scholiere beantwoordend, bedenk ik dat wij de vaart van de technische ontwikkeling nauwelijks kunnen bijhouden. Waren het voorheen vooral de ouderen om mij heen die ik daarover hoorde, tegenwoordig moet ik mijzelf ook tot die groep rekenen, de groep die het maar moeilijk kan bijbenen bedoel ik. Afgelopen zaterdag heb ik een smartphone aangeschaft. Het lukte mij niet om de eerste inkomende gesprekken aan te nemen: verschillende keren duwde ik op het cirkeltje met het groene pictogram – met de voorstelling van een ouderwetse telefoonhoorn (!) –, het ding bleef ‘rinkelen’. En al eerder waren er andere technische hobbels.
      Het was niet mijn bedoeling, die smartphone. Omdat mijn beltegoed diezelfde dag bevroren zou worden toog ik naar AH voor een vervangend prepaid toestelletje waarmee ik eveneens een foto zou kunnen maken (die functionaliteit mis ik met enige regelmaat, vooral tijdens het hardlopen). O ja, en ik wilde graag mijn beltegoed (€ 4,40) over kunnen zetten en mijn vertrouwde telefoonnummer behouden.
      Het liep anders.
      Een van de dames achter de servicebalie diepte een toestel op waarmee het allemaal mogelijk was: telefoneren, fotograferen, beltegoed- en nummerbehoud (deze laatste twee door het overzetten van de SIM-kaart). Bij het afrekenen miste ik mijn portemonnee. Die ‘zag’ ik thuis op de bank liggen. Onderwijl ik van de winkel naar huis en weer naar de winkel fietste bedacht ik dat ik niets over de kwaliteit van de foto’s had gevraagd. Van een toestelletje van nog geen dertig euro mag je weinig verwachten. Inderdaad. De resolutie ging niet verder dan VGA. Het daaropvolgende toestel, bood voor mij voldoende op dit gebied. Ja, verzekerde de juffrouw mij, u kunt uw SIM-kaart overzetten.
      In de verpakking zat een lekker compacte, Nederlandstalige gebruiksaanwijzing, maar het was nog een hele toer om mijn oude SIM-kaartje te pakken te krijgen en overbrengen naar het nieuwe toestel lukte al helemaal niet: het ding leek te groot. Het meegeleverde kaartje leed aan hetzelfde euvel. Terug naar AH. Daar ontdekte ik de betekenis van de aanduiding ‘Plaats de SIM- of USIM-kaart…’ op pagina 9 van de Snelstartgids: het kaartje moest eerst nog een slag kleiner worden gemaakt!
      Nu ben ik niet langer bereikbaar onder mijn oude nummer.
      Maar ik kan onderweg een foto maken. En nog heel veel meer. Via internet vond ik de echte gebruiksaanwijzing: honderd pagina’s!
      Op mijn verzoek belde Riky mij gisteravond, zodat ik in alle rust kon uitvogelen hoe ik een inkomend gesprek kan aannemen. Vegen!
      Hé, die jonge vrouw bij de bushalte werd misschien gebeld!
     

      

Geen opmerkingen:

Een reactie posten