dinsdag 10 januari 2017

Verslaggever

Hardlopend over de Waalbandijk passeer ik de winters kale fruitboomgaard van de familie Engelen. Hier is de uiterwaard op z’n smalst. Dat wil zeggen, van het gedeelte dat in mijn route is opgenomen. Vorige week dinsdag lag hier aan de Waaloever een schip afgemeerd. Op het dek liep iemand, een dekknecht of misschien de schipper zelf, met één hand aan een oor. Hij telefoneerde, veronderstelde ik. Toen voelde ik de impuls om via de dam en het korte karrenpad naar het vaartuig te rennen om er poolshoogte te nemen.
Dat deed ik niet, ik onderbrak mijn hardlooprondje niet. In plaats daarvan nam ik me voor dat op de terugweg te doen. Evengoed was ik niet tevreden over dat impulsieve besluit, om me niet te informeren bedoel ik. Fantaserend over een eventueel gesprek met de schipper, of diens dekknecht, bedacht ik joggende-voort dat er vast en zeker een verslaggever in mij schuilt. Ik bedoel maar, een journalist bezit een competente nieuwsgierigheid. Net zoals ik, misschien wel niet op professionele basis, maar toch, ik wil wel graag weten wat er om mij heen gebeurt. Daarom begeeft een journalist zich vaak buitenshuis om verslag te doen van het nieuws dat zich ter plaatse voordoet. Hij vraagt aan degenen die hij er aantreft wat er aan de hand is en vaak maakt hij fotootjes van het nieuws dat zich voor zijn ogen afspeelt. En om de vergelijking met mijn situatie door te trekken: hier speelt zich een nieuwsfeit af en ik ben ter plaatse – nou ja, ik was bijna ter plaatse moet ik nu zeggen, want inmiddels ben ik alweer een paar kilometer voorbij de nieuwssite gerend. Dom, dom, dom!
‘Maar, als ik straks opnieuw ter plaatse ben’, dacht ik toen, ‘heb ik mijn smartphone bij me. Hoewel, moest dat ding niet hoognodig opgeladen worden?’, en ik ergerde me weer eens aan mijn eigen laksheid, aan het feit dat ik dat de avond daarvoor niet had gedaan.
...het kleine beetje water in de Loenensche Wel...
Speculerend – ik heb het nog steeds over vorige week dinsdag – over hetgeen de schipper, of zijn dekknecht, mij zo meteen te vertellen zal hebben, bedacht ik dat het vast en zeker te maken zal hebben met de situatie in het Maas-Waalkanaal, dat dit de reden is dat het schip op zo’n vreemde plaats afgemeerd ligt bedoel ik. Doordat een binnenvaartschip, de Maria Valentine, eind vorig jaar door de Maasstuwdam bij Grave is gevaren, zakte het peil in deze grote regenwaterrivier als een baksteen. Met alle noodlottige gevolgen van dien. Onder meer kan het Maas-Waalkanaal daardoor niet bevaren worden, zodat schepen vanuit de Waal de Maas niet via dit kanaal kunnen bereiken. Het schip dat tegenover het fruitbedrijf van de familie Engelen ligt, moet vast en zeker wachten totdat het waterpeil in het kanaal is hersteld, meende ik. Ik was dan ook erg benieuwd naar de mening van de schipper, of diens dekknecht, over de verkeerde afslag die de stuurman van de Maria Valentine nam.
Het lag er niet meer! Toen ik vorige week dinsdag opnieuw de tijdelijke ligplaats van het binnenvaartschip naderde zag ik al van ver dat het vogeltje gevlogen was. Ik kon mijn nieuwsgierigheid niet bevredigen, al dan niet professioneel, en had me onverrichterzake voorbereid op de wijze waarop ik snel een fotootje zou kunnen maken voordat de batterij volledig uitgeput zou zijn. Helaas. Te laat! Wie zijn gat brandt, moet op de blaren zitten!
Inmiddels kan het Maas-Waalkanaal weer mondjesmaat bevaren worden.
Vandaag heb ik een volledig opgeladen smartphone bij me, maar speelt er zich geen nieuws af. Of het moet zijn dat het kleine beetje water in de Loenensche Wel zo prachtig door de opkomende zon wordt beschenen. Er is evenwel niemand die ik hierover bevragen kan. Maar wacht, ik kan wel een selfie maken!


(Ter verontschuldiging voor de slechte kwaliteit van de foto: ik had onvoldoende zicht op de juiste instellingen en het is bovendien de eerste keer in mijn leven dat ik een selfie maakte!)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten