vrijdag 13 januari 2017

Sneeuwdeken

Regen of misschien toch sneeuw, ik kan niet goed vaststellen wat het is. Er valt hier langs de Waalbandijk genoeg nattigheid om mijn Quest-ijsmuts met hersenprint, te verruilen voor mijn pet, die ik met het oog op deze toestand dus niet voor niets in mijn jaszak stak. Mijn brillenglazen blijven nu droog en schoon, maar een nadeel is dat mijn oren kou moeten lijden. Ach ja, je kunt niet alles hebben.
Toen ik mij gisteravond klaarmaakte om naar bed te gaan viel de sneeuw, die later in de nacht zou vallen, zo was door het KNMI beloofd, tot mijn verrassing al in dikke vochtige vlokken: ‘Dat wordt wat morgenochtend!’ Met die gedachte ging ik slapen. Of ik daarom moeilijk in slaap kon komen kan ik niet met zekerheid zeggen, feit is dat ik me verheugde op hardlopen in de sneeuw. En op een mooie zonsopgang boven een witte wereld. Alsof ik weer een kind was, zo voelde ik het en ik kon het niet laten om in het holst van de nacht op te staan om vanachter de ramen alvast een voorproefje te nemen. Dat was geruststellend ondanks de wind die af en toe aan de ramen rukte.
zonlicht trekt een gloed over het grauwe sneeuwlandschap
Aanvankelijk viel het tegen. De sneeuwlaag in de Tempelstraat was door de inzet van strooiwagens en het vroege verkeer, veranderd in een dikke brij. Ik maakte me ongerust met het oog op natte voeten en af en toe voelde ik een voet wegslippen. Achteropkomende auto’s waarmee kinderen bij de scholen werden afgezet bleven geduldig achter mij. De fietspaden langs de Van Heemstraweg waren sneeuwvrij gemaakt en dat gold ook voor de Hommelstraat. De sneeuwwereld waarop ik me verheugd had vond ik pas bij de opgang van de Waalbandijk. Omdat de bielsen van de trapopgang naar de dijk bekleed zijn met opbollende sneeuwkussens, waren ze goed zichtbaar en kon ik die veilig nemen. Ze was er nog onberoerd, de sneeuw, maar dat gold niet voor de Waalbandijk zelf: er is een spoor van een brommer en er is mij één persoon voorgegaan, wandelend of rennend, dat kan ik niet goed uit het voetpatroon opmaken. Ook kan ik niet zien of het een man of een vrouw betrof. Wel is duidelijk dat de voetafdrukken uit de richting van Ewijk komen en bovendien kan ik zien dat hij of zij een kleine loopafwijking heeft: de afdrukken van de rechtervoet wijzen sterk opzij waar de linker keurig recht zijn afgewikkeld. Ik ben dus de eerste die een voetspoor in het dikke maagdelijke pak sneeuw richting Tacitusbrug trekt.
Hoewel de wereld om me heen door al die sneeuw grauwer is geworden vind ik hem evengoed prachtig. Ik kan niet anders dan af en toe stilstaan om een foto te maken, waardoor mijn voeten steeds kouder worden. Misschien ook omdat ze nat zijn: de sneeuwlaag is behoorlijk dik zodat ik er af en toe met mijn voeten iets van opschep. Hardlopen is ook zwaarder dan normaal. Dat, en mijn koude voeten maken dat ik eerder dan gewoonlijk weer op huis aanga.
Door de laaghangende bewolking zit een mooie zonsopgang er helaas niet in, maar het vroege zonlicht trekt wel een beloftevolle gloed over het grauwe sneeuwlandschap.
De dikke sneeuwdeken, maar misschien ook mijn koude voeten, brengt me naar de vluchtelingen in Griekenland. Zij verblijven daar al enkele dagen onder de meest verschrikkelijke omstandigheden. Zware sneeuwval en lage temperaturen maken een verblijf in tenten tot een ware hel. Ik moet er niet aan denken dat ik in die omstandigheden in een tent zou moeten leven. Met slecht doorbloede voeten die me nu al af en toe wintertenen bezorgen, zou ik niet kunnen overleven als ik in een vergelijkbare situatie moet verkeren. Gisteren hoorde ik dat de Griekse regering een oud marineschip naar Lesbos stuurt. Maar het is duidelijk dat er veel meer moet gebeuren.
Waarom wonen deze vluchtelingen nog in tenten, waarom doen we zo weinig?



Geen opmerkingen:

Een reactie posten