dinsdag 8 november 2016

Millennium

De dichte mist levert een aspect aan mijn ‘rondje’ hardlopen dat ik anders missen zou: er is weinig te zien waardoor ik mij gemakkelijker op mezelf terugtrek. Joggend over de Waalbandijk, in gedachte met mijn broers en zussen verkerend, dringt zich vanuit de grijze massa plotseling een geeloranje rechthoek aan mij op dat ik niet herken. Gedurende een aantal meters voel ik me gedesoriënteerd, vooral als ik zie dat het om een omleidingsbord gaat: hoe kan dat nou, hier is toch geen afslag? Dan pas dringt tot mij door dat ik al vlak bij de Brugstraat ben.
Voor mijn broers en zussen zijn er voor het moment geen Amerikaanse verkiezingen want zij rennen hier allemaal met mij mee. Ook degenen die niet meer onder ons zijn, onze jongere broer Nico en oudste zus Ina die tevens de eerstgeborene was. Dat is vanwege een bijzondere gebeurtenis die gistermorgen rond tien uur plaats heeft gevonden. Ongeveer op dat tijdstip bereikten wij, de veertien kinderen van vader en moeder Dekker die nog in leven zijn, de gezamenlijke leeftijd van duizend jaar. Daar hebben we gemiddeld eenenzeventig jaar en iets meer dan vijf maanden over gedaan. Annie had er op een week na tachtig jaar voor nodig om dit punt te bereiken, Willem deed het als jongste broer sneller: tweeënzestig jaar en tien dagen om precies te zijn.
... die schattige foto met Annie en haar jongste zus en broer...
Vaak werd gevraagd hoe het was om met zestien kinderen samen te wonen ‘in dat kleine huisje aan ’t Laantje’, en werd het veronderstelde antwoord er meestal automatisch aan toegevoegd: best gezellig zeker? En vaak beaamde ik dat. Want ja, je had bijna altijd iemand om mee te spelen, je hoefde niet alleen te gaan schaatsen en klusjes in en rond het huis deed je meestal samen met een broer of zus. Veel van die gezellige momenten dringen zich weer aan mij op, zoals met z’n allen om de keukentafel erwten en bonen lezen waarvan de opbrengst bestemd werd voor de aankoop van sinterklaascadeautjes – maar dat wisten de meesten van ons toen niet. En terwijl de ‘goede’ peulvruchten ritselend in potten en pannen op onze schoot werden geschoven luisterden we samen naar een hoorspel op de distributieradio, zongen we mee met de liedjes van de familie Doorsnee en poften ondertussen tuinbonen op de gloeiendhete kachelplaat.
En toen de eersten van ons in het huwelijk traden maakten we samen de versierselen, zoals corsages en feestmutsen van felgekleurd crêpepapier, zetten we voordrachten in elkaar en bereidden we de maaltijden voor: zo schilden mijn broer Jan en ik geregeld de piepers voor zo’n feestmaaltijd, hele wasteilen vol! Ja, er kleefden ook nadelen aan samenwonen met zo veel mensen onder een dak. Als je bijvoorbeeld een keer alleen wilde zijn, kon dat niet binnenshuis, of je moest genoegen nemen met de wc (maar als je vergat de deur met het haakje te vergrendelen kreeg je geheid gezelschap van een ander met hoge nood!) Het gebeurde in latere jaren ook geregeld dat je over een vrijend paartje struikelde dat intimiteit zocht op de trap of tussen de jassen aan de kapstok.
Zondag kwamen we bijeen bij mijn jongste broer in Julianadorp. Het leek voor een paar uurtjes als vanouds: de huiskamer puilde uit en ook in de keuken stond geregeld een groepje in steeds wisselende samenstelling. De koppen moesten dicht bijeen om elkaar goed te verstaan! Ook dat herinnerde aan vroeger. Er was ook nieuws, hoewel meer dan zestig jaar oud kreeg ik het voor het eerst onder ogen: die schattige foto met Annie en haar jongste zus en broer, gemaakt tijdens de kermis in Wadway.
Onze pa en moe zouden trots zijn geweest: het Noordhollands Dagblad kopte gisteren ‘Millennium-feest voor De Dekkertjes’, en een andere krant ‘Broers en zussen leven samen al millennium’.
Zestien kinderen. Dat was niet eens heel bijzonder in die tijd: samen hadden mijn vader en zeven van zijn broers en zussen achtentachtig kinderen. Zestien, dat waren er maar vijf meer dan het gemiddelde in het gezin van opa en opoe Dekker!


Geen opmerkingen:

Een reactie posten