maandag 28 november 2016

Buiging

Winter! Het is vier graden onder nul en er worden links en rechts in de kruisende straten autoruiten afgekrabd terwijl ik zonder meer lekker kan joggen. Ook Herman acteert als gewoonlijk: hij slaat zijn tong om een polletje grassprieten, die dit keer fris berijpt zijn, en doet alsof hij mij niet ziet. Op de Waalbandijk aangekomen ren ik richting Weurt, richting opkomende zon. Na mijn keerpunt, net voorbij de Bonenkampstraat, verwarmt de zon mijn billen. Dit brengt me terug naar het ‘paardenmeisje’ dat gistermiddag met haar vriend voor ons uitwandelde.
Riky en ik passeerden vlak daarvoor de paardenbak boven aan de Hommelstraat, waar twee jonge vrouwen hun rijdieren over een lage barricade lieten springen, steeds opnieuw nadat ze een vol rondje langs de randen van de bak hadden gegaloppeerd.
‘Wat denk jij’, vroeg ik Riky, ‘zouden deze paarden hier nu echt van genieten?’ ‘Waarschijnlijk wel’, antwoordde zij, ‘je hoort toch altijd dat paarden draven en rennen leuk vinden.’ En dat is precies wat paardenliefhebbers altijd beweren. Over haar bejaarde ex-toppaard Salinero vertelt Anky van Grunsven:
“Hij staat de hele dag in de wei en een paar keer per week wordt hij nog gereden. Hoe intensief die ritjes zijn, hangt van Salinero af. Soms is hij wat frisser en heeft hij wat meer zin om te lopen, maar soms is hij wat rustiger en dan gaan we alleen naar buiten om een rondje te stappen.”
Onlangs las ik het artikel ‘Knol op hol’, naar aanleiding van de vraag: Wat vindt een paard van een ruiter op zijn rug? Waar het op neerkomt is dat liefhebbers van de paardensport in het algemeen deze vraag bevestigend beantwoorden. Paarden kun je het niet vragen. Anky ziet haar paard genieten, maar dat is afgericht en getraind. Waarschijnlijk rent, draaft of springt het niet uit vrije wil in een wedstrijd. Paarden lummelen erg graag. Ze eten gras en trekken af en toe een kort sprintje. Dat is ook wat ik Konikpaarden hier in de uiterwaarden zie doen. Je kunt eindeloos naar hun verrichtingen kijken zonder dat er iets (spectaculairs) gebeurt. Een van de conclusies in ‘Knol op hol’ luidt dan ook dat paarden niet kunnen beslissen wanneer ze de wei ingaan, zich laten bereiden of liever op stal staan. Laat staan dat zij zelf hun partner mogen kiezen. (Gedomesticeerde) paarden hebben dus geen enkele vrijheid. Ik vertelde er Riky over voordat ik dat stel voor ons uit zag wandelen.
Nu ik hier onder de warme begeleiding van de zon ren, herinner ik me de grote paarden van Het Land, de Ranyhyn, die wel kiezen. Deze paarden worden liefdevol verzorgd door Koorden zonder dat zij hen ooit berijden, of dwingen te gaan of te doen wat zij niet zelf willen. De enigen die hen berijden zijn de Heren van het Land. Waar een van hen ook is, op zijn fluiten komt de Ranyhyn die hem gekozen heeft, om hem te brengen naar waar hij wil. Zo kiest een van deze grote paarden, tot ontzetting van de betreffende Koord, uit vrije wil de ringdrager Thomas Covenant. Dit alles speelt zich af in de psychologische fantacy-thrillerserie van de Amerikaanse auteur Stephen R. Donaldson. Terwijl een van de belevenissen van Thomas Covenant door mijn hoofd speelt wordt mijn aandacht getrokken door een groepje Konikpaarden nabij de buizenfabriek. Ik voel enige opwinding als ik me voorstel hoe ik fluit, en dat een van hen daarna uitbreekt, naar mij toe draaft en zijn buiging maakt. Ha! Dat zou wat zijn!
Het meisje droeg lange laarzen waarvan ik even dacht dat het rijlaarzen waren. Daarom betitelde ik haar als het paardenmeisje. Opnieuw zie ik het gebeuren: terwijl zij traag voor ons uit slenteren kruipt zijn hand op haar rechterbil. Het lijkt alsof deze hand een eigen wil demonstreert, met instemming van beiden. Terwijl wij het stelletje passeerden lieten zij luidkeels elkaars wensen blijken. Wij bestonden niet voor hen. Ik zag iets wat echte vrijheid kan zijn.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten