vrijdag 12 augustus 2016

Inleven

Gisteravond, ik zat een beetje onderuitgezakt te kijken naar de verrichtingen van de turnsters tijdens de individuele meerkamp in Rio, begreep ik onverwacht waarom die koe indertijd zo vaak op haar achterste zat. Ik was de laatste dagen in mijn hoofd al een beetje bij die zittende koe nadat ik een krantenfoto zag. Tijdens een interview met een van de Nederlandse turnsters viel bij mij het kwartje.
Ongeveer dertig jaar geleden troffen we haar regelmatig in de wei die toen aan de Tempelstraat grensde. Ik kan haar zelf niet meer vragen waarom zij toch zo graag op haar gat zat want zij en die weide zijn er niet meer. Dat grasland is in de loop van de afgelopen jaren volgebouwd. Er kwamen twee lagere scholen, vier appartementencomplexen, een kleine wijk en een aantal vrijstaande woningen. Ook de gebouwen van het boerenbedrijf waar de zittende koe en haar stalgenoten onderdak genoten, hebben een andere bestemming gekregen. Nu, bijna dertig jaar later, ren ik over de Tempelstraat langs het voormalige boerenerf met dat bijzondere koebeest in mijn hoofd, als toevallig een van de bewoners van de ‘nieuwe villa’ die nagenoeg geheel achter hoog opgeschoten groen verborgen is, naar de straat komt om een container met groente-, fruit en tuinafval gereed te zetten voor de mannen van ‘DAR® en ’t is weer fris’. We groeten elkaar ook al kennen we elkaar niet.
In ons gezin hadden we het er geregeld over, herinner ik me: ‘Waarom zit die koe zo vaak op haar gat?’, en ‘Waarom doen de andere koeien dat nooit?’ We wisten het niet. En voor zover ik weet is er ook nooit een deskundig antwoord gekomen. Wel herinner ik me een foto die Jesse op weg naar school nam. Een met veel mist, prachtig belicht door de ochtendzon, waarop de koe in zittende positie is vastgelegd. Misschien vind ik die nog wel, die foto. In die tijd dacht ik dat het was omdat zij, de zittende koe, last van haar volle uiers had, dat zij juist daarom zitten comfortabeler vond dan de half-liggende houding die koeien gewoon zijn bij het herkauwen aan te nemen. Of zij had misschien last van een bekkenprobleem.
Tot dat interview gisteravond bleef het wat de zittende koe betreft bij raden. Maar nu kreeg ik een indicatie, een tip in welke richting ik met betrekking tot die zittende houding moet denken. Eythora Thorsdottir voerde een prachtige oefening op de mat uit. Aan haar gezichtsuitdrukking te zien kostte haar acrobatische sprongen en pirouetten haar geen enkele moeite. Waar anderen al spoedig zichtbaar vermoeid raakten en zich concentreerden op het volgende onderdeel van deze oefening, reeg Eythora de onderdelen moeiteloos aan elkaar, zo leek het. De verklaring kwam van haarzelf meen ik, maar het kan ook haar collegaatje zijn geweest die over de bijzondere aanpak van hun trainer sprak. Giechelend vertelde zij dat de turnsters van het Nederlandse team zich moesten inleven in een komkommer. In eerste instantie begreep ik dat bedoeld werd dat zij bij het maken van een salto met gestrekt lichaam een houding als van een komkommer moeten aannemen, maar ik had het mis. Zij moesten zich inbeelden dat zij een komkommer zijn, of welke andere figuur dan ook die wordt opgevoerd in zo’n thematische grondoefening; zich, als een toneelspeelster of musicalster, inleven in een karakter.
Kijk, daar is het antwoord op de vraag waarom die koe zo graag op haar gat zat. Zij zag met lede ogen de bijzonder goede band die de hofhond met de boer had. Zij was jaloers op dat beest. Hoe dan ook, om de aandacht van de boer op zichzelf te vestigen beeldde zij zich het karakter van deze hond in. Zo leerde zij zichzelf opzitten en pootjes geven. Kan niet waar zijn? Ha, koeien doen wel gekkere dingen om in het gevlij van hun baasjes te komen. Kijk bijvoorbeeld naar koe Roos die zich regelmatig als paard liet gebruiken!



Geen opmerkingen:

Een reactie posten